Opgave door Opperbrandmeester van de slechte toestand der luifels achter het oude Blauwhuis, en aan de steiger bij de Tuinsterpoortwaar de ladders en haken wor den geborgen, met verzoek deze te herstellen. Architect rapport opgedragen. 20-11-1827, 4. Zal van stadswege worden verbeterd. 27-11-1827, 10. Bericht van Opperbrandmeester aangaande de staat der brandblusmiddelen, etc., houdende o.m. dat bij de spuiten ongeveer 120 spuitgasten ontbreken. Van Brandmeesters wordt voordracht ter vervulling ingewacht. 6-5-1828, 2. Door Raad besloten voor stadsrekening een z.g.n. brandkap of reddingsmiddel bij brand aan te schaffen. B. en W. worden met de uitvoering belast. R17-11-1828, 13. Besloten 2 veiligheidskappen aan te schaffen van de fabriek van G. Glaser te Rotterdam, Hoofdsteeg L 119. R5-1-1828, 13. Aanbeveling van Gouverneur van veiligheidskappen bij brand. R17—11-182813. Door Raad aanschaf reeds besloten. R5-1-1829, 13. 6-1-1829, 2. Verslag van Opperbrandmeester aangaande de gunstige staat der brandblusmid delen. In Raad gebracht. 3-1-1829, 13. Verzoek door Gouverneur om opgave van de in de gemeente aanwezige brandblus middelen. 12-5-1832, 2. Mededeling door Opperbrandmeester, dat hij, geassisteerd door de brandmeesters G. van der Wielen en F.W. Westink, geslaagd is in de aankoop van een nieuwe water aanbrenger aan brandspuit No. 4, geleend door Carel Gerber, brandspuitmaker te Haar lem, voor 900,en dat de oude is verkocht aan de loodgieter H.G. Born alhier voor 300, B. en W. gaan hiermede accoord. 11-8-1832, 13. Mededeling door Opperbrandmeester, dat de nieuwe aanbrenger voor brandspuit No. 4 bij beproeving onvoldoende is bevonden en afgekeurd, en teruggezonden, met op dracht voor de overeengekomen 900,een andere te leveren. 25-9-1832, 6. Mededeling door Brandmeesters, dat de nieüwe wateraanbrenger op 19-11-1832 is beproefd en uitnemend voldoet. Op betaling wordt order gesteld. 20-11-1832, 16. Toezending door J.L. de Wilde van een brevet van uitvinding van een geheel nieuwe brandspuitinrichting. Gesteld in handen van Opperbrandmeester. 15-8-1835, 15. Door Ged. Staten wordt, evenals op 25—12—1836, thans wederom aangedrongen op de aanschaffing van brandzeilen. Advies van Brandmeesters gevraagd. R11—12—1837, 1. Missive van L.S. de Wildt te Utrecht, aangaande de uitvinding van een door hem verbeterde constructie van brandspuiten. Gesteld in handen van Opperbrandmeester. 3-2-1838, 24. Toezending door Gouverneur van een nieuw model brandemmer van zeildoek, onder aanbeveling van deze aan te schaffen en te gebruiken. Gesteld in handen van Brandmeesters. 27-4-1839, 2. Antwoord van Brandmeesters, houdende, dat de spuiten binnen en buiten de wal len alhier zodanig zijn verbeterd, dat geen brandemmers meer nodig zijn. Sedert de aanschaffing van een nieuwe onderbak bij spuit No. 3, zijn alle spuiten thans voorzien van zuigbuizen. 11-5-1839, 17. Missive van Gouverneur, houdende aanbeveling van de brandspuitfabriek van J. L. de Wildt te Utrecht. 10-8-1839, 3. Missive van Gouverneur omtrent een door J.P. Bles te Rotterdam aan de door hem vervaardigde brandemmers (tot de invoering waarvan hem voor 10 jaar octrooi is verleend) aangebrachte verbetering. 15-2-1840, 1. Missive van Gouverneur aangaande een door de brandspuitmaker W. van den Os te Vlissingen uitgevonden verbeterde aanjager of zuig- en perspompbrandspuit. Beschrijving en tekening gesteld in handen van Brandmeesters, met verzoek om rapport. 20-3-1841, 2. Missive van Brandmeesters dienaangaande, met verzoek medewerking van B. en W. (voor het aanschaffen?). Besloten tot een bespreking met een Commissie van 2 d 3 personen uit Brandmeesters op Dinsdag 8-3-1842. 5-3-1842, 14. Verzoek van Brandmeesters binnen de wallen om een bespreking met B. en W. om te beraadslagen over het aanschaffen en verbeteren der brandblusmiddelen. Bespreking gesteld op Zaterdag a.s. 's middags 1 uur. 9-5-1842, 13.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 135