464
Politieverordeningen.
Algemeen. 1811 - 1813.
Missive van Procureur Tiberghier,
tumes van de doodbidders, en andere.
14-8-1813, houdende verbod tegen de cos-
Index M 1813
blz.31, N296
Algemeen. 1814 en later.
Door Commissaris van Politie wordt wijziging gevraagd van de keuren 27-4-1784
en 11-5-1804, daar hierop geen vervolgingen kunnen plaatsvinden.
Hem wordt verzocht een concept op te stellen. 12-2-1820, 1.
Inzending van een concept. 29-2-1820, 4.
Verzoek door Commissaris van Politie om spoedige inwerkingstelling hiervan.
27-4-1822, 8.
Mededeling door Burgemeesteren van Haarlem, dat men aldaar niet in bezit is
van een volledig Politie Reglement, en dat daar, evenals elders, de bepalingen veel
vuldig en uiteenlopend zijn.
Dat deze echter ev. op verzoek zullen worden toegezonden.
Zullen worden aangevraagd. 14-1-1823, 3.
Toezending door Burgemeesteren Haarlem van 3 verordeningen omtrent de invoe
ring aldaar. 1-2-1823, 11.
Aanbieding van door Commissaris van Politie gedurende deze winter gemaakte
verzameling van de alhier bestaande keuren, reglementen en verordeningen van politie.
Voor dit belangrijke, met zorg vervaardigde werk wordt aan Commissaris van Politie
dank betuigd. R1—4 184110.
Missive van Commissaris van Politie, houdende voorstel tot het maken van een
politieverordening tot het verbieden van'het roken in de Schouwburg, wanneer voor
stellingen worden gegeven, een misbruik dat meer en meer toeneemt.
Gesteld in handen van een Raadscommissie:
Mr. L. Dorhout.
F. de Haan.
R.D. Smeding. R6-1-1841, 4.
Commissie acht dit voorstel een overdrevenheid van de Commissaris van Politie,
en oordeelt het onnodig en onraadzaam.
In advies gehouden tot volgende vergadering. R4-2-184 1, 16.
Besloten vooralsnog geen gevolg te geven aan het voorstel.
R4-3-184111.
Aanschrijving van Gouverneur aangaande de afkondiging van plaatselijke en pro
vinciale verordeningen.
Gesteld in handen van Secretaris, om na te gaan of de keuren en verordeningen, etc.
voor veerschepen, e.d. alle wel zijn afgekondigd, en zo niet, dit dan nog te bevorde
ren. 19-9-1849, 6.
Voorstel van Mr. C.J. van der Veen om een commissie te benoemen voor:
1. Onderzoek of hier ook gebruiken of bijzondere verordeningen bestaan, bedoeld bij
Art. 703 B.W., met betrekking tot het aanleggen van werken, doen van vertimmerin
gen, etc.
2. Zo ja, of deze ook aan revisie onderhevig zijn, zo neen, of het dan niet nodig is
daarin te voorzien, en in dat geval een concept reglement in te dienen bij de Raad.
3. Of in het B.W. ook verwijzingen zijn naar plaatselijke gebruiken, waarin of niet, of
gebrekkig is voorzien, om ook in dat opzicht het vereiste voor te dragen.
Gesteld in handen van een Commissie:
MrsJ. Eekma, N. Fockema, C.J. van der Veen. R7-9-1843, 14.
(Art. 703 B.W. heeft betrekking op het aanleggen van riolen, ovens, bergplaat
sen van schadelijke stoffen, etc. in de nabijheid van een muur, die als afschei
ding dient)
Straffen voor overtredingen. 1811 - 1813.
Besluit (van Prefect?), 6-6-1813, waarbij het verzoek van L. Tjallingii, om
vrijstelling van betaling der boete, waartoe hij is veroordeeld, wordt afgewezen.
Gesteld in handen van Adjunct - Maire S. Cats. Index M 1813
fol. 89, N207
Aanschrijving ten aanzien van het beteugelen der simpele policie, zoals breder
is bepaald bij besluit (van Prefect?) 25-4-1812, N10. Index M
31-10-1812
fol. 37, N362