472 Verzoek van B.A. Drielsma om in zijn huis Oldehoofster Kerkhof A 40, dat met een glazen deur op de wal uitkomt, een kozijn en schuifraam met uitzicht op de stads wal te mogen maken. Gesteld in handen van Architect. 24-12-1825, 11. Tot wederopzegging toegestaan. 3-1-1826, 14. Verzoek van Daniël van Seggeren, kastelein op Camstraburen, om door aanbouw zijn huis 0 42 te mogen vergroten met 1 1 12 voet in de naastgelegen bleek, bezijden de Arendstuin. Aan Architect opgedragen van de situatie een tekening te maken en rapport uit te brengen. 18-2-1826, 9. Verzoek van P.B. Russing, wonende Camstraburen 0 39, om in het midden van de voorgevel van zijn huis op de 2e verdieping een schuifraam te mogen maken. In advies gehouden. 7-3-1826, 7. Toegestaan. 11-3-1826, 18. Verzoek van Abe Jacobus Posthuma, Bij de Put I 244, om toestemming het hekje, dat hij voor de achteruitgang in de Speelmanstraat tegen het neerwerpen van vuilnis aldaar, heeft aangebracht, te mogen behouden. Toegestaan tot wederopzegging. 24-6-1826, 11. Verzoek van H.M. Bruinsma - geb. Roze, en Wed. Jacobus Bruinsma, om in loods of pakhuis E 295 naar buiten draaiende deuren te mogen maken. Gesteld in handen van Architect. 20-1-1827, 10. In advies gehouden. 23-1-1827, 6. Toegestaan onder zekere voorwaarden. 27-1-1827, 15. Verzoek van Jacobus Rodenburg, linnenverver klander, om op de zijvleugel van zijn huis Zaailand E 242, naar de zijde der Wirdumerpoort uit te bouwen, en om achter de stadswal palen te mogen plaatsen voor een droograam. Gesteld in handen van Architect. 3-4-1827, 11. Toegestaan, onder voorwaarde van trappen tegen het bolwerk te maken en een schikking te treffen met de eigenaar van de lijnbaan aldaar. 21-4-1827, 17. Aan Bernardus Hulscher wordt toegestaan om op de Hoekster Waterpoort, langs de muur bij zijn woning een kippeloop te maken, mits onder toezicht van de Stadsbaas. 26-5-1827, 18. Verzoek van de Provinciale Kerkvoogden der Ned. Israël. Hoofdsynagoge, om voor het gesticht op de Nieuweburen, waarin hun godsdienstige school is, een hek te mogen laten maken, ter wering van baldadigheden door kinderen, etc. Gesteld in handen van Architect. 11-9-1827, 6. Eerst moet worden opgegeven hoe men het hek wil inrichten. 18-9-1827, 7. Toegestaan. 20-10-1827, 7. Verzoek van Carel Hermanus Wilkeshuis, om voor zijn huis, de Loge, E 244, te mogen plaatsen een balustrade met kolommen, en een doorgang te mogen hebben in de leuning bij het Zaailand voor zijn deur. Gesteld in handen van Architect. 15-3-1828, 8. Balustrade met kolommen toegestaan, maar opening in leuning geweigerd. 18-3-1828, 7. Verzoek van Rudolf Stoett, om enkele vertimmeringen aan kozijnen en ramen van de kelder van zijn huis Bagijnestraat G 40 te mogen doen. Gesteld in handen van Architect. 29-4-1828, 7. Toegestaan grond uit te graven voor het maken van een ingang voor de kelder, mits de wand van het uitgegraven gat beschermd wordt door een muur waarop een hek. 6-5-1828, 4. Verzoek van Jan Jonkman, wonende D 113, om het privé naast dit huis aan de Koemarkt bij herstel enigszins te mogen verhogen. v Gesteld in handen van Architect. 13-5-1828, 8. Afgewezen. 17-5-1828, 8. Verzoek van J.M.A. van Marcke, om bij het huis G 16 een schoorsteenpijp te mo gen uitvoeren (5 ellen boven de grond buiten de zijmuur in de Weerd). 14-4-1829, 7. Toegestaan. 18-4-1829, 12. Rapport van Architect: Muurwerk van G 16 is voldoende sterk om een verdieping op te plaatsen. 25-4-1829, 15. Verzoek van Andries Meter, koopman, om aan zijn huis A 162, waarvan de uit gang door het afgraven van de stadswal bij de nieuwe Kazerne is weggenomen, een trap je te mogen maken. In advies gehouden. 9-5-1829, 16. Toezending van een adres aan GedStaten van de eigenaars der Korenmolen Het Lam, die gestaan heeft op de Hoeksterpoortsdwingerom die molen te mogen herbouwen op een stukje land buiten de Vrouwenpoort, groot 27 roeden en 55 ellen, afkomstig van de kastelein Wijbenga aldaar, thans een tuin. Door B. en W. wordt bericht, dat daartegen geen bezwaar bestaat, onder voorwaarde van plicht van onderhoud van de weg van de brug naar de oprit van de molen. Omwonenden zijn niet gehoord, want deze zijn er niet, behalve de kastelein Wijbenga, die de verkoper is. 14-8-1830, 9.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 148