474.
Verzoek van Jan van Dam, koopman, om vergunning, naast zijn eigendom, pand
I 42, op de Stadswal, 2 woningen te bouwen, met ingang niet op de wal, maar Achter
de Witte Hand, met vrij uitzicht over de wal.
Toegestaan, onder voorwaarde, dat er geen vensters komen in de muur aan de Stads
tuin, en dat tevens de uitgang naar de wal van bovengenoemd pand wordt gedicht.
27-3-1838, 24.
Verzoek van C. Stek, winkelier, om vergunning in een in te richten woning
in de Torenstraat, thans bekend onder de naam "bokkinghang", de lichtschepping aan
de kant van de weggegraven stadswal te mogen maken.
Toegestaan, mits in overleg met Architect. 18-8-1838, 13.
Verzoek van Lambertus Poortman, touwslager, om zijn touwslagersbaan op de
stadswal in het Zaailand te mogen veranderen in een arbeiderswoning.
Afgewezen. 15-9-1838, 5.
Mededeling door Sjouke Sipkes Postma, kalkbrander alhier, dat hij van plan
is om naast de 5 reeds gebouwde kamers, nog 5 nieuwe te bouwen naast zijn pand M 248.
Betrokkene verzoekt plaats en richting door de Architect te doen nazien en toestem
ming voor de bouw.
Gesteld in handen van Commissie:
Mr. J. Eekma, Mr. C.J. van der Veen en Mr.. G.L. Feyens. R21-2-1839, 10.
Aan betrokkene wordt medegedeeld, dat, zolang hij zich niet meester maakt van
Stads grond, hij voor het bouwen op eigen grond geen toestemming behoeft.
R4-4-183912.
(blz. 50a.)
Verzoek van Gerrit Servaas van den Heuvel, alhier, wonende A 60, om dit huis
te mogen vergroten met een bovenverdieping, zodanig, dat deze een uitgang aan de
stadswal mag hebben, ter bewoning in 2 gedeelten.
Toegestaan. 13-3-1841, 11.
Verzoek van A.S. Roorda, kastelein alhier, om vergunning in een bij de voor
malige Vrouwenpoort te bouwen huis, een uitgang te maken aan de Oostkant, over het
aldaar bestaan hebbend paardenwad.
Gesteld in handen van Architect. 16-7-1841, 7.
Verzoek van Jan Bruining, kastmaker alhier, om achter het hem in eigendom
behorende huis A 254 een 2e deur in de Amelandstraat te mogen laten maken, die naar
buiten openslaat.
Toegestaan. 16-11-1841, 9.
Verzoek van Hendrik Tjallings Vening, kastelein op Camstraburen, om toestem
ming tot het bouwen van een huis en schuur op het door hem van de Erven Bokma de
Boer gekocht land aan de Spanjaardsdijk aldaar.
Gesteld in handen van een Commissie:
O.P. Waller, N.J. Dirks en J.C. Kutsch. R6-1-1842, 13.
Het verzoek is vervallen, doordat verzoeker voor zijn zoon een ander geschikt
pand heeft aangekocht. R12-5-1842, 11.
Verzoek van E. Moezelaar alhier, om vergunning een nieuw door hem te bouwen
huis aan de Stadswal, bij het Gerechtshof, enigszins vooruit te bouwen, en zijn huis
daarnaast te verlengen, zodat beide partijen in gelijke rooilijn komen.
Afgewezen. 30-7-1842, 14.
Verzoek van Pieter Frank, om vergunning vanaf het dak der Israëlitische Ar
menschool aan de voor- en Zuidkant een goot te mogen leggen, ten einde het regenwa
ter van die zijden van het dak in zijn bak op te vangen.
Tot wederopzeggens toegestaan. Moet uitgevoerd worden onder toezicht van Architect.
14-1-1843, 18.
Verzoek van J.P. Maurer alhier, om een goot te mogen leggen aan de Oostelijke
muur van zijn huis in het Ruiterskwartier op de hoek van de Westzijde van de Hoedema-
kerssteeg
Toegestaan. 13-2-1844, 8.
Verzoek van Antoon Sinkel, koopman, om dispensatie van het verbod om uitsteek
sels aan de gevels van gebouwen aan te brengen, door vergunning aan de voor- en achter
gevel van zijn nieuw gebouw op de hoek van de Lombardsteeg een balkon aan te brengen,
en het reeds gemaakte balkon aan de zijde van de Koemarkt te beschouwen als met toe
stemming te zijn gebouwd.
Toegestaan. 13-2-1844, 9.
Bij nadere vergunning wordt toegestaan een balkon te maken aan de voorgevel,
en om het balkon aan de achtergevel te laten blijven, en eveneens om de luiken in de
onderverdieping van de zijmuur te behouden, mits dat deze, geopend zijnde, tegen de
zijmuur worden vast gemaakt, om de passage niet te belemmeren.
27-2-1844, 7.
Verzoek van Dirk Reerink, koopman, wonende hoek Oosterstraat bij Berlikumer-
markt, om vergunning tot het maken van een windas aan zijn huis aan de zijde der Oos
terstraat
Toegestaan, mits de plaatsing is in overleg met Architect, en geen belemmering ont
staat voor de passage van rijtuigen. 24-2-1844, 12.