Verzoek van Jacob Jans Swart, alhier, om per 12-5-1844 in het huis A 190 op
de hoek van de Tuinen een bergplaats te mogen inrichten voor verschillende goederen,
die met op onbepaalde tijden varende schepen naar Deventer, Kampen, Zutphen, Meppel,
etc. moeten worden verzonden, en tevens om aan zijn huis een aanduidingsbord te mo
gen plaatsen.
Toegestaan. 4-5-1844, 11.
Verzoek van Douwe Harings Kragt, eigenaar van huis en erf Grachtswal L 50,
om bij de aanstaande verbouwing het muurwerk van het geheel iets lager te mogen op
trekken.
Toegestaan. 4-5-1844, 23.
Verzoek van Roelof Jans Swart, winkelier, wonende hoek Grachtswal, om goed
te keuren, dat hij ongevraagd een nieuwe loods of getimmerte heeft gemaakt in de bleek
voor zijn woning bij de Tuinsterpoortsbrug alhier, L 55.
Afgewezen, aangezien het niet raadzaam is dergelijke vergunningen te verlenen om der
gevolgen wil. 18-1-1845, 17.
Verzoek van W. Frantzen, Mr. bakker, alhier, om het door hem aangekochte huis
A 91 (Kad. Sectie B 146) te mogen verbouwen, door.de voorgevel vooruit te brengen,
gelijk op bijgaande tekening is aangegeven.
Toegestaan. 15-4-1845, 14.
Verzoek van Willem Jacobus, Stads Vischopdrageralhier, om, wegens noodzake
lijke vernieuwing van de Noorder zijgevel van zijn huis in de Bollemansteeg F 310, ten
gevolge van bouwvalligheid, opgave van de rooiing van de te vernieuwen zijgevel, zo
danig, dat deze met de huizen aan de Zuidzijde in de Kalksteeg, in één richting komt,
zomede, dat hij toestemming krijgt tegen die muur een plank van 2 palmen breedte vast
te maken, om daardoor de nadelige gevolgen van de waterlozingen, die tegen deze
plaats hebben, onschadelijk te maken.
Toegestaan, onder voorwaarde, dat tegelijk de voorgevel wordt vernieuwd, en deze, be
nevens de stoep op de N.0.-zijde zoveel wordt teruggezet als de Architect zal aange
ven. 24-1-1846, 14.
Op diens verzoek wordt aan Cornelis Burg, houtkopersknecht alhier, toegestaan
om:
1. Zijn beide woningen onder één dak (A 164) aan de voormalige stadswal bij de Kazerne,
op te trekken, en aan die wal een uitgang te maken.
2. Tegen de muur van deze woning een regenbak te laten graven, onder bepaling, dat
de lange zijde van deze bak, in de richting van en tegen de muur van het huis
komt
3. Het verzoek om op deze wal een hekje te mogen maken met een bleek, wordt afgewe
zen. 30-5-1846, 11.
Verzoek van Luit van Noord, kastelein, Droevendal, en eigenaar van 2 wonin
gen in het Tuinster Achterom, (B 103, 104), om vergunning, na deze woningen samen
getrokken te hebben, aan de Zuidzijde een deurkozijn te mogen plaatsen, om een vrije
toegang te krijgen naar 2 daarboven te maken en te verhuren kamers
Verder om in het benedenhuis hetzelfde bedrijf van tapperij en dansschool te mogen
uitoefenen als in de tegenwoordige woning A 112.
Het maken van het deurkozijn wordt tot wederopzegging toegestaan, mits in overleg
met de Architect.
Verder wordt toegestaan het bedrijf over te plaatsen als gevraagd, onder gelijke voor
waarde als bepaald bij het besluit van B. en W. 29-6-1844, 19.
1-8-1846, 12.
Verzoek van H.G. Born, alhier, om vergunning het hem in eigendom behorende
huis C 144 (Kad. Sectie B 520) naar voren en achteren uit te bouwen, volgens rooi
ing door Architect aan te geven, en tevens tot het maken van een riool, uitwateren-
de in het stedelijk riool, op de Keizersgracht^ dat onlangs is gemaakt.
Toegestaan. 26-8-1846, 31.
Verzoek van A.G. Bos, Mr. Timmerman en Molenmaker, aangaande de verbouwing
van het aan W.H. Suringar te Amsterdam in eigendom toebehorende huis aan de overzij
de van de Gedempte Keizersgracht, C 148 (Kad. Sectie B 524).
Toegestaan wordt, dat de verbouwing plaats vindt volgens de overgelegde tekening,
en in de richting, door de Architect te wijzen, mits het gebouw aan de zijde van de
Grachtswal niet met 1 maar met 2 verdiepingen wordt gemaakt.
9-9-1846, 11.
Mededeling door Eelke Soeting, Mr. Timmerman alhier, dat hij eigenaar is ge
worden van een huis, staande tegen het bolwerk achter zijn woningen in het Zaailand,
E 242h, en dat hij hiervan 3 woningen zal maken, doch dat dan de gevel noodzakelijk
1 el op stadsgrond vooruit moet, terwijl het van belang is de houten schutting al
daar weg te nemen om de toegang te bekorten.
Hiervoor wordt vergunning gevraagd.
In advies gehouden tot volgende vergadering. R22-10-1846, 1.
Afgewezen. R12-1 1-1846, 6.