481
Rients Sijtsma,
Eibert Teunis van der Mei,
Auke van der Veen,
om vrijstelling van de bepaling, dat zij brede wielen onder hun karren moeten hebben
voor het graantransportdaar de kosten hiervoor 115,bedragen, en dan 2 paar
den nodig zijn.
Afgewezen. 5-6-1824, 13.
In verband met de veelvuldige overtredingen door de Molenaars van Art. 31
van het Reglement van 6-10-1809, (aangaande de wielbreedte en de belasting der wa
gens), worden politie en Commies Controleur aangeschreven hierop toe te zien.
15-3-1825, 15.
Vaststelling van een Verordening, houdende verbod om de bruggen te paard of
met rijtuigen anders dan stapvoets te passeren. R17-1 1-1828, 10.
Wordt op borden bij de bruggen bekend gemaakt. 6-12-1828, 2.
Door Ged. Staten voor kennisgeving aangenomen. R22-12-1828, 2.
Verzoek van Gouverneur om voorziening te nemen tegen onbillijkheden bij het
Reglement van 6-10-1809 en de Publicatie van 5-2-1821 niet bedoelde bekeuringen
ter zake van het rijden over de slechten bij gelegenheid van het uit- en ingaan van
koetsen, e.d. 3-3-1829, 4.
Bezwaar tegen het wijzigen der bepalingen. Zie Missive dezerzijds 10-2-1829,
N120. 7-2-1829, 17.
Gouverneur stelt bespreking voor.
Burgemeester wordt hiervoor door B. en W. afgevaardigd. 21-2-1829, 12.
Bespreking op 25-2-1827. 24-2-1829, 1.
Voorstel een wijziging te brengen in het Stedelijk Reglement van 6-10-1829 en
de Publicatie van 5-2-1821, aangaande het verbod om met koetsen, wagens en sleden
anders dan op de balstenen te rijden, etc.
In advies gehouden. 16-3-1829, 7.
Gewijzigde verordening. R30-3-1829, 8.
Geen bezwaar bij Ged. Staten.
Verordening wordt afgekondigd. 14-4-1829, 3.
Mededeling hiervan in Raad. R20-5-1829, 1.
Informatie door Commissaris van Politie of de bepaling van stapvoets rijden
voor de veranderd wordende Wirdumerpoortsbrug nog wel van toepassing is.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat deze bepaling niet is ingetrokken, maar zolang
de Wirdumerpoortsbrug in de tegenwoordige toestand verkeert, dienen overtredingen
oogluikend te worden toegelaten, en niet vervolgd. 12-3-1831, 7.
Verzoek van C.M. Winkler en M. Smeding, bij de Brol woonachtig, om een bord
te plaatsen, houdende verbod om over hunne kelders te rijden en te slepen.
Afgewezen, aangezien het rijden en slepen daar buiten de palen steeds vrij heeft mogen
geschieden. 15-12-1833, 14.
Inzending door Commissaris van Politie van procesverbaal tegen Jacobus Wal
stra, timmerman, wonende Eewal, wegens overtreding van 1. der Publicatie van Bur-
gemeesteren van 11-7-1820, met verzoek om te berichten of betrokkene toestemming
heeft ontvangen, en of hij toestemming heeft de straat op de brede zijde van de Nieu-
westad voor de woning van IJde de Haan op te nemen.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat toestemming niet is gevraagd, maar dat het op
nemen der straat door het werkvolk niet door onwil is veroorzaakt, maar door een
misverstand. Daarom moet betrokkene voor ditmaal niet vervolgd.
14-6-1834, 22.
Op de aanvraag, door Mr. J. Eekma gedaan, aangaande de bij Raadsbesluit 22-5-
1830, 5. ingestelde Commissie om aan de Raad advies uit te brengen over Art. 4 der
Stedelijke Keur van 6-10-1809, is besloten deze Commissie in te trekken.
Rl-5-1837, 11.
Aangezien het ophalen van beenderen, stenen, etc. uit de Stadsgrachten en
vaarten steeds toeneemt, waardoor oevers beschadigen, terwijl het gedurig roeren van
het water schadelijk is voor de gezondheid, wordt door Raad verboden uit de grachten
deze voorwerpen op te halen en te verzamelen. Van dit verbod zijn uitgezonderd de
pachter van de haardasch en vuilnis en diens personeel.
B. en W. worden verzocht een keur te ontwerpen en af te kondigen.
R10-8-1840, 4.
In verband met het toenemend gebruik van vigelantes als openbaar middel van
vervoer, is door Raad besloten aan de Publicatie van 12-12-1827 uitbreiding te geven
door de bepalingen van Art.'s 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, houdende vaststelling van een
nieuw reglement voor sleepers, sjouwers, kruiers en bestellers, ook toepasselijk te
verklaren op verhuurders van koetsen, vigelantes en rolkoetsjes.
R29-12-1842, 7.
Verzoek der gezamenlijke bestellers der trekschepen alhier om een wijziging in
Art. 16 der Verordening van 12-12-1827, aangaande het gewicht of de zwaarte op krui
wagens te vervoeren.
Door B. en W. wordt voorgesteld: Voor kruiwagens met 1 rad maximaal 150 Ned. pond,
voor een groter gewicht moeten wagens op 2 raderen worden gebruikt.
R9-2-1843, 9.