490.
Besluit van Ged. Staten, waarbij de Stedelijke Verordening van 8-11-1843 ter
bevordering van orde, reinheid en veiligheid, met betrekking tot de verzameling
van haardas en vuilnis, toegezonden bij Missive dezerzijds van 9-11-1843, N77/959,
nader toegelicht bij Missive dezerzijds 23-12-1843, N77/1106, voor kennisgeving wordt
aangenomen. R1-2-1844, 1.
Mededeling door Ged. Staten, dat na ontvangst van Missive dezerzijds 23—12—
1843, N77/1106, genoegen wordt genomen in de door B. en W. gemaakte wijziging der
Verordening van 8-11-1843, aangaande het afsteken van vuurwerken, schieten met ge
weren, etc. Rl-2-1844, 2.
Missive van Ritmeester Commandant 4e Escadron, 3e Reg. Dragonders, aangaande
de opruiming van een mesthoop achter de stal in de Doelestraat.
29-12-1847, 6.
Verzoek van Eeltje Andringa, om op de binnenplaats tussen zijn huis F 175 en
huis 174 een mesthoop te mogen maken.
Geantwoord wordt, dat dit niet kan worden toegestaan, maar dat hem een jaar tijd
wordt gegeven om naar een geschikte plaats uit te zien: de aangelegde mesthoop moet
dus Mei 1849 zijn opgeruimd. 24-5-1848, 18.
Verzoek van Jan Vonk, Mr. Timmerman, om vergunning de mesthoop op de binnen
plaats tussen zijn huis F 175 en huis F 174 aldaar, voortdurend te mogen behouden.
In verband met besluit B. en W. 24-5-1848, 18., waarbij opruiming is bevolen, afge
wezen. 24-1-1849, 22.
Verzoek van B. en W. Emmen, om een exemplaar van de hier vastgestelde keur
op het ledigen der geheime gemakken.
Zal worden toegezonden. 9-5-1849, 10.
Vuurwerk, etc. 1811 - 1813.
Voordracht door Commandant d'Armes, 3-6-1811, tot het verbod om zwervers
af te steken, op straffe van 24 uren arrest en 6,boete.
Beantwoord bij Missive 4-6-1811, en advertente geplaatst in couranten.
M4-6-18117.
Index M 1811/12
fol. 89, N7
(4-6-1811)
Voorstel van Commandant Stad tot het afkondigen van een verbod tegen het
werpen van zwervers, verbod van de tappers, zingen langs de straten, etc.
Aangeplakt. Index M 1811/12
fol 89, N2
12-11-1811)
Vuurwerk, etc. 1814 en later.
Het werpen met zwermers en het schieten met geweren buiten de gewone feest
dagen wordt verboden. 21-6-1814, 15.
Naar gewoonte wordt bij trommelslag bekendgemaakt, dat het verboden is vuur
werk af te schieten dan alleen op de verjaardag van Z.M., 24-8-1830, na 's avonds
7 uur. 17-8-1830, 7.
Idem op 24-8-1832. 18-8-1832, 15.
Idem op 24-8-1833. 13-8-1833, 16.
Missive van Commissaris van Politie aangaande het vervoer van buskruit en
het beletten van het afsteken van voetzoekers anders dan op een bepaalde tijd.
Wordt gevolg aan gegeven. 2-8-1834, 19.
Afgekondigd en bij trommelslag bekend gemaakt wordt een publicatie, houden
de verbod om vuurwerk af te steken dan alleen op 24-8-1839, de verjaardag van Z.M.
10-8-1839, 23.
Aanbieding door B. en W., naar aanleiding van missive van Directeur van Po
litie, van concept verordening op het ontijdig afsteken van kunstvuurwerken of wel
het schieten met geweren, pistolen, etc.
In advies gehouden en ter inzage der leden. R7-9-1843, 15.
Concept verordening gesteld in handen van Commissie:
O.P. Waller, Mr. I. Eekma en Mr. C.J. van der Veen. R12-10-1843, 11.
Verordening vastgesteld, waarbij is verboden op openbare plaatsen vuurwerk
af te steken, en te schieten met vuurwapenen, etc., indien niet door B. en W. ver
gunning is verleend. R2-11-1843, 5.
Aanmerkingen door Ged. Staten aangaande de bij Missive 9-11-1843, N77/959
ingezonden verordening aangaande afsteken van vuurwerken, schieten met geweren,
etc
Gesteld in handen der Commissie, belast geweest met de herziening dezer verordenin
gen. 9-12-1843, 4.