507.
Het verzoek van 2 Israëlitische ingezetenen, om de verhuisdag dit jaar van
Zaterdag 12 Mei te stellen op Vrijdag 11 Mei of Maandag 14 Mei, wordt afgewezen, in
verband met moeilijkheden voor anderen, en vooral voor hen, die zich hier van buiten
vestigen. 1-5-1832, 7.
Aangezien 12 Mei dit jaar valt op Zondag, wordt de verhuisdag gesteld op Maan
dag 13 Mei. 27-4-1833.
blz190.
Aangezien 12 Mei dit jaar valt op Zondag, wordt voor 1844 de verhuisdag be
paald op Maandag 13 Mei.
Bij publicatie wordt dit bekendgemaakt. 4-5-1844, 25.
Verzoek van het Kerk- en Armbestuur der NedIsraëlitische Gemeente alhier
om, aangezien de verhuisdag dit jaar valt op Zaterdag 12 Mei, deze, althans voor de
Israëlieten, te stellen op een andere dag.
Afgewezen, aangezien hierdoor moeilijkheden ontstaan voor andere ingezetenen, vooral
voor de zich hier van buiten vestigenden, wat vorige jaren reeds meermalen is ge
schied. 2-4-1849, 18.
Verzoek aan Gouverneur.
Ongunstig advies van B. en W. 28-4-1849, 5.
Afgewezen door Ged. Staten. 5-5-1849, 7.
Verzoek van het Kerk- en Armbestuur der Ned. Israëlitische Gemeente aan de
Raad
Afgewezen, aangezien de Raad zich daartoe onbevoegd acht. R3-5-1849, 3.
Verkopingen
Toezending van K.B., houdende, dat het aan de plaatselijke besturen is overge
laten bepalingen te maken van plaatselijke politie aangaande het uitoefenen van ne
ringen. 15-12-1818, 2.
Verzoek van Abe Jacobus Posthuma, ondernemer van verkopingen van roerende
goederen, gepatenteerd, wonende bij de Put, dat de Publicatie van 7-12-1818 niet op
hem van toepassing mag zijn.
Verzoeker wordt verwezen naar de duidelijke letter dezer publicatie.
23-10-1827, 6.
Missive Leeuwarderadeelin antwoord op Missive 25-4-1846, N481, houdende,
dat door de Grietenij Raad, overeenkomstig gedaan verzoek, op 8-5-1846 een genoeg
zaam gelijke keur is vastgesteld als die welke op het houden van publieke verkopin
gen van manufacturen en andere aangebrachte koopwaren in deze stad bestaat.
5-8-1846, 10.
Mededeling door Burgemeester van een K.B. dezer dagen (St. N55.), houdende
vernietiging der verordening op het houden van openbare verkopingen in de gemeente
Houtenisse
Daar ook hier zulk een verordening wordt vastgesteld, wordt voorgesteld deze in te
trekken, alvorens daartoe van hogerhand wordt gelast.
In advies gehouden tot volgende vergadering. R3-10-1850, 10.
Door Raad besloten de verordening op het houden van verkopingen en andere
ongebruikte koopwaren, vastgesteld 7-12-1818, in te trekken, aangezien deze niet
bestaanbaar is met de Wet op het Recht van Patent van 16-6-1832 (St. 30).
R7-11-1850, 7.
Ligplaatsen schepen.
De volgende bepalingen bij gesloten water worden vastgesteld:
1. Verboden zijn schip te leggen voor een der huizen aan Grachtswal van Weerklank
tot Fabersbrugjezonder toestemming van de bewoner.
2. Verboden voor bewoners, eventueel hun schip, indien dit langer is dan erfbreedte,
voor hun erf te leggen zonder toestemming der naastliggers.
3. De Majoor in de voorsteden is belast met de bekendmaking en handhaving.
19-12-1820, 2.
Verzoek van Roelof Camminga, Mr. Wolkammer, wonende bij de Vischmarkt, om de
visverkoper Sipke van der Werf, die steeds voor zijn wal een grote visaak heeft lig
gen, die hem in zijn bedrijf hindert, te gelasten deze te verwijderen.
Aan Commissaris van Politie opgedragen dit te regelen. 13-3-1821, 5.
Inzending door Commissaris van Politie van ontwerp publicatie, aangaande het
liggen der schepen aan de kant van de trekweg, om deze bij de Dokkumer Trekweg op te
hangen
Burgemeesteren gaan hiermede accoord, maar eerst moet dit ontwerp in overeenstemming
worden gebracht met de Publicatie van Ged. Staten 19-3-1791.
12-10-1822, 14.