351.
Verzoek van Johannes Posthumus alhier, om met P. de Koning en familie, alhier
in deze en volgende maand 4 toneelvoorstellingen te mogen geven, de eerste op
Zaterdag 17-11-1832.
Toegestaan. 6-11-1832, 5.
Toegestaan aan Johannes Posthumus alhier, om met zijn familie in de loop dezer
maand een toneelvoorstelling te geven. 2-4-1833, 12.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om op 28-5-1833 met zijn familie nog een
toneelvoorstelling te geven. 14-5-1833, 7.
Op diens verzoek wordt toegestaan aan J.F. Majofski, toneeldirecteur, om op
8-8-1833 in de schouwburg van J. Posthumus in het Ruiterskwartier nog een voorstel
ling te geven. 30-7-1833, 7.
Toegestaan aan Johannes Posthumus alhier, om op de verjaardag van Z.M., met
zijn familie een toneelvoorstelling te geven. 17-8-1833, 11.
Op diens verzoek wordt aan Johs. Posthumus toegestaan om de eerstvolgende
maanden in zijn schouwburg enkele voorstellingen te geven-door het gezelschap van
J.H. Dessau. 26-10-1833, 17.
Op diens verzoek wordt aan Johannes Posthumus toegestaan om in April a.s.
2 of 3 voorstellingen in de schouwburg te geven door D.L. Bamberg, mechanicus
aan het Hof van Z.M., met zijn brillant kabinet. 29-3-1834, 20.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om met zijn familie in t laatst van April
in de schouwburg een toneelvoorstelling te geven. 29-4-1834, 14.
Toegestaan aan Johs. Posthumus alhier, om in 't laatst dezer maand 2 toneel
voorstellingen te houden in de schouwburg, waarvan de eerste bestemd is voor de
terugkerende schutters. 13-9-1834, 13.
Toegestaan aan Johannes Posthumus Carel Rappe in zijn schouwburg enige zijner
voorstellingen te doen geven. 4-10-1834, 23.
Toegestaan aan N. Posthumus om een enkele toneelvoorstelling te geven in de
schouwburg van zijn vader J. Posthumus. 25-10-1834, 12.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om in Dec. e.k.,in zijn schouwburg door
Niemeezek en gezelschap enige voorstellingen te doen geven: acrobatische exercitiën.
25-11-1834, 10.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om, ter tegemoetkoming in zijn ongunstige
omstandigheden, met zijn familie tijdens het winterseizoen enige toneelvoorstellingen
in zijn schouwburg te geven. 17-1-1835, 20.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om bij gelegenheid van de verjaardag van Z.M.
met zijn familie een toneelvoorstelling te geven. 15-8-1835, 16.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om in de schouwburg in deze en de volgende
maand enkele voorstellingen te doen geven door een gezelschap pantomimisten onder
Neeth en Wolf. 3-11-1835, 7.
Verzoek van Nicolaas Posthumus om in de schouwburg een toneelvoorstelling te
mogen geven.
Toegestaan. 14-11-1835, 11.
Toegestaan aan Johannes Posthumus, om dit voorjaar met zijn familie enige voor
stellingen in zijn schouwburg te mogen geven. 16-2-1836, 12.
Toegestaan aan Johs. Posthumus om in Mei en Juni a.s. 4 of 6 toneelvoorstel
lingen te doen geven in zijn schouwburg, door J.H. de Boer, gecombineerd met de leden
van het Fransche Theater en het Nederlandsche Toneel te Amsterdam.
16-4-1836, 11.
Aan A. Conradi toegestaan om in de schouwburg van J. Posthumus van 18 Juli tot
30 Juli 1836 12 opera's te mogen uitvoeren, mits 10 uur geëindigd.
18-6-1836, 10.
Verzoek van J. Posthumus om door A. Conradi, Directeur der Hoogduitsche Opera,
nog voor de kermis in de schouwburg 2 voorstellingen te mogen geven.
Is reeds toegestaan. 25-6-1836, 18.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om met zijn familie tijdens a.s. winterseizoen
enige toneelvoorstellingen te mogen geven in zijn schouwburg. 22-10-1836, 18.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om eind Maart met J.T.F. Rosenveldt 2 voor
stellingen in de schouwburg te mogen houden. 21-2-1837, 10.
Toegestaan aan H.G. de Boer en Alexander, directeuren van het gezelschap
Fransche Toneelisten te Amsterdam, om in de le week van Mei hier 2 opvoeringen te
geven. 4—4—1837. 10.
Verzoek van Reinier Engelman, directeur van het Toneelgezelschap Amsterdamsche
Schouwburg, om toestemming nog een voorstelling ten voordele van zijn medewerkers, te
mogen geven in de schouwburg op het Ruiterkwartierop Dinsdag 8-8-1837.
Toegestaan. 5-8-1837, 24.
Toegestaan aan Johannes Posthumus om met zijn familie tijdens deze winter in de
schouwburg enige voorstellingen te mogen geven. 16-12-1837, 26.
Verzoek van Johs. Posthumus om vergunning, om door F.J. Rosenveldt c.s. in zijn
lokaal de schouwburg alhier, in 't laatst dezer maand 2 of 3 voorstellingen te geven.
Toegestaan. 7-4-1838, 20.