Als antwoord op schrijven om inlichtingen van Gouverneur van 13-1-1823 wordt
verwezen naar besluit Burgemeesteren 23-11-1822, 9.
Dit wordt aan Gouverneur verzonden per Missive dezerzijds 15-1-1823, N20, confiden
tieel, waarin wordt geadresseerd om Q.J. Steurbroek te ontslaan.
14-1-1823, 1.
Toezending door Gouverneur van K.B., dat Q.J. Steurbroek is ontslagen als
Commissaris van Politie, en machtiging tot aanbieding van een voordracht voor een
opvolger.
In advies gehouden. 5-4-1823, 5.
Toezending door Procureur-Crimineel van K.B., waarbij Quirinius Jacobus Steur
broek is ontslagen als Commissaris van Politie.
Verzocht wordt in de waarneming te voorzien, en betrokkene alle bescheiden te doen
inleveren. 8-4-1823, 5.
Met de waarneming wordt belast Burgemeester J. Romkes
12-4-1823, 10.
Door de gewezen Commissaris van Politie wordt nog het traktement voor de lo
pende maand gevraagd.
Toegestaan: 79,16. 15-4-1823, 6.
Toezending door Gouverneur van verzoek van Quirinius Jacobus Steurbroek aan
Z.M. om pensioen.
Advies gevraagd. 2-6-1823, 7.
Voordelig advies, met inachtneming van het vroeger aan Gouverneur berichte.
24-6-1823, 9.
Toezending door Gouverneur van verzoek van Z.M. om geïnformeerd te worden of
de stad Leeuwarden niet bereid is en, gezien de financiële toestand, in staat, om
aan de gewezen Commissaris van Politie Q.J. Steurbroek een pensioen te verschaffen.
In Raad gebracht. 18-10-1823, 9.
Raad is van oordeel, dat, aangezien betrokkene niet is ontslagen wegens ouder
dom of gebreken, en aangezien hij niet door de stad is aangesteld, hiervoor geen re
den is. R3-11-1823, 2.
Verzoek om pensioen door Z.M. afgewezen, doch een gratificatie van 100,
is toegestaan, betaalbaar uit het fonds van 2% der Stedelijke inkomsten, ter beschik
king van het Algemeen Bestuur. 20-12-1823, 10.
R29-12-1823, 1.
Verzoek van Schelte de Haan, zonder beroep, om aan Z.M. te worden voorgedragen
voor benoeming als Commissaris van Politie.
In advies gehouden. 22-4-1823, 8.
Voorgedragen aan Z.M. ter benoeming: Mr. Albartus DeKeth, advocaat alhier, en
Reitse Attema, commies griffier der Rechtbank alhier. 15-4-1823, 10.
Voordracht moet minstens 3 personen bevatten.
Daarom als no. 3 geplaatst: Jan Reerink, koopman. 26-4-1823, 1.
Verzoek om benoeming als Commissaris van Politie alhier door: Diede Jans Knoop,
onderschout der stad Groningen. 26-4-1823, 2.
Toezending door Gouverneur van verzoek van: Julejanus Henricus Buissink Junior
aan Z.M., om benoeming als Commissaris van Politie.
Inlichtingen gevraagd. 28-6-1823, 5.
Toezending door Gouverneur van K.B., waarbij is benoemd tot Commissaris van
Politie: Mr. Albartus DeKeth, in plaats van Q.J. Steurbroek, die is ontslagen.
2-8-1823, 6.
Zelfde mededeling door Officier van Justitie, tevens meldende, dat beëediging
op 29-7-1823 plaats vond., 2-8-1823, 9.
DeKeth meldt zich ter vergadering, en deelt mede zijn betrekking op 1-8-1823
aanvaard te hebben. 2-8-1823, 21.
Burgemeester J. Romkes bedankt voor de waarneming van het Commissariaat gedu
rende 3h maand, waarin ook de kermis en het Koninklijk bezoek vielen.
2-8-1823, 22.
Verzoek van Gouverneur om inlichtingen aangaande J.H. Buissink, die aan Z.M.
verzocht heeft om benoeming als Commissaris van Politie of in een andere bediening.
Het le gedeelte van het verzoek is vervallen, daar reeds door Z.M. een Commissaris
is benoemd, voor welke functie hij bovendien ongeschikt is.
Wat betreft het 2e gedeelte: een kleine bediening; hij is van goed gedrag en werk
zaam, maar als koopman kan hij met de handel zijn bestaan niet winnen, en hij kan te
vens zijn schuldeisers niet voldoen. 2-9-1823, 2.
Mededeling door A. DeKeth, Commissaris van Politie, dat hij is benoemd tot
Substituut Officier van Justitie alhier. 5-3-1825, 17.
Verzoek om aan Z.M. te worden voorgedragen als Commissaris van Politie, door:
Sjoerd Bouwes Stienstra.
Gerardus Joannes Franciscus Terhorst.
Johan Frederik Christiaan Esau.
Op de lijst der sollicitanten geplaatst. 5-3-1825, 20.