In de vergadering van B. en W. zijn de politie-assistenten door de voorzitter
vermaand om hun verplichtingen t.o.v. de keuren stipt na te komen, in 't bijzonder
die van 27-10-1834, en om de bevelen van de Commissaris van Politie stipt op te vol
gen. 24—3—1840.
(blz115)
Aangezien Commissaris van Politie heeft verklaard over de politiebedienden
thans wel tevreden te zijn, zal aan ieder hunner de gewone gratificatie ad 50,
worden uitbetaald. 2-2-1841, 1.
Als beloning voor de moeilijke diensten tijdens Kermis en Koninklijk bezoek in
1841, wordt aan de politiebedienden ieder 20,toegelegd, dus totaal 100,
7-8-1841, 8.
Het aantal politiebedienden is onvoldoende. Er zijn klachten en daarom is door
Raad besloten er 2 buitengewone assistenten bij te nemen, voor wie bijzonder bepalin
gen moeten gemaakt worden.
Voor deze is een jaarwedde van 250,voldoende, daar zij bij voldoende plichtsbe
trachting gewoonlijk een gratificatie ontvangen, en bij een vacature van een vaste
politiebediende hier kunnen invallen.
Kosten kleding op 60,gesteld, te verstrekken niet meer in geld, maar als kle
dingstukken teneinde meer uniformiteit te krijgen.
Aan de politiebedienden wordt verboden na 1-1-1842 enig nevenberoep of bedrijf uit
te oefenen; daarom is voor gratificatie1s 600,uitgetrokken.
R28-10-18414.
(blz. 144, 49.)
Ter benoeming van 2 buitengewone politiebedienden, waartoe op Begroting 1842
machtiging is verleend, wordt in de Leeuwarder Courant van Vrijdag 28-1-1842 een op
roep voor sollicitatie geplaatst. 25-1-1842, 14.
Ingevolge rapport van Commissaris van Politie wordt aan de 5 politiebedienden
voor 1841 toegelegd een gratificatie ad 250,dus per persoon 50,
25-1-1842, 16.
Bericht door Directeur van Politie van het op Zaterdag 6-1-1844 voorgevallene
aan de woning van Faber aan de Nieuwe Kaai, houdende betuiging van ontevredenheid
over het gedrag van alle politiebedienden, die dit niet hebben gerapporteerd.
Op grond van het schriftelijk verhoor der politiebedienden is een ernstige straf
noodzakelijk, maar deze dient tevens niet bekend te worden bij het publiek, ter hand
having van het prestige.
Daarom worden alle politiebedienden in B. en W. ontboden, en ernstig gecorrigeerd
over dit voorval, en tevens over hun slapheid in 't algemeen, terwijl zij de gratifi
catie over 1844 hebben verbeurd.
Het zal alleen van een duurzaam uitmuntend gedrag afhangen of B. en W. in dit opzicht
op hun besluit zullen terugkomen. 13-1-1844, 13.
Klacht van Directeur van Politie over de politiebedienden, in verband met het
toezicht op de in de nieuwe aanleg bij de voormalige Vrouwenpoort gemaakte afschut
ting, in Maart vorig jaar, en wel speciaal over Abraham de Jager, onder wiens meer
bijzonder toezicht het 3e arrondissement, waarin deze aanleg is gelegen, gedurende
Oct. 1.1. is opgedragen geweest. 12-10-1844, 9.^
Verzoek der gezamenlijke politiebedienden om uit het fonds van gratificatieên een
toelage boven hun traktement voor 1844.
Verwezen naar B. en W.
B. en W. gemachtigd te beschikken zoals zii vermenen te behoren.
R6-3-1845, 5.
Verzoek der gezamenlijke politiebedienden om een gratificatie wegens gedane
nachtelijke rondes, en wegens de duurte der levensmiddelen.
Geen termen aanwezig: afgewezen. 13-6-1846, 18.
Verzoek der gezamenlijke politiebedienden om tegemoetkoming of gratificatie
wegens gemis der gewone kermisvoordelen.
Geen termen aanwezig: afgewezen. R21-10-1847, 10.
Assistenten van Politie (Alphabethisch)
1814 en later.
Antoon Arnoldus, assistent van politie.
Aan de assistent A. Arnoldus wordt toegelegd 9,te weten 5,voor een
reis naar Ommerschans met Anne Marius Koon, 4,voor een reis naar Hoorn met
Johanna Eysing. 7-10-1826, 26.
Verzoek der politie-assistenten J.B. Terguin en A. Arnoldus om verhoging trak
tement
In Raad gebracht. 2-12-1826, 14.