384.
Verzoek der assistenten van politie:
A. Arnoldus,
A.W. Posthuma,
W. Voet,
om, hetzij een toelage, hetzij verhoging van traktement.
In Raad gebracht. 14-10-1834, 8.
Door Raad besloten per jaar 250,op de begroting te brengen en daaruit
per politiebediende hoogstens 50,toe te leggen, indien gedrag en ijver van deze
voldoende zijn. R20-10-1834, 6.
Klacht van Commissaris van Politie tegen politiebediende Antoon Arnoldus, met
verzoek deze een ernstige straf op te leggen.
Zal in volgende vergadering gehoord worden. 11-1-1840, 12.
Ernstig gecorrigeerd, met aanmaning van zich voortaan te onthouden van misbruik
van sterke drank. 18-1-1840, 17.
In verband met de vacature als politiebediende door overlijden van Antoon Ar
noldus, wordt aan Commissaris van Politie een lijst van sollicitanten toegezonden,
met verzoek om informatie in te winnen.
Tevens wordt aan Commissaris verzocht of er ook veranderingen moeten worden aange
bracht in de instructie der politiebedienden, en zo ja, welke?
12-1-1841, 3.
Jouwert Douwes de Graaf.
Benoemd als buitengewoon politiebediende:
Jouwert Douwes de Graaf, op een bezoldiging van 250,in verband met het verleen
de ontslag aan Anske Wiebes Postma.
Van tevoren moet beeediging voor de bevoegde rechter plaatsvinden.
17-6-1843, 22.
Inzending door Directeur van Politie van extract uit vonnis Rechtbank alhier
tegen de politiebediende Jouwert Douwes de Graaf, waarbij deze is veroordeeld tot
20,boete wegens belediging door woorden.
In advies gehouden tot volgende vergadering. 14-7-1847, 17.
Inzending door Commissaris van Politie van proces-verbaal tegen de politie
bediende Jouwert de Graaf wegens onbehoorlijke handeling van een weerloze bedelaar,
door hem op 12-2-1850 gearresteerd en op die dag naar het politiebureau gebracht.
Zal in volgende vergadering worden ontboden en gehoord. 27-2-1850, 21.
Het feit is door betrokkene erkend en hij heeft er berouw over.
In verband met zijn prestige wordt geen straf toegepast, maar wordt hij ernstig berispt,
en bij herhaling van brute behandeling, waaraan hij zich reeds meermalen heeft schuldig
gemaakt, bedreigd met ontslag. 6-3-1850, 18.
Verzoek van de politiebedienden:
Jouwert de Graaf en Johan Georg Vermeulen, om hun jaarlijkse traktement ad 280,
te verhogen, en te stellen op 350,zoals bij de andere politiedienaren.
Vooralsnog geen termen hiertoe aanwezig:
afgewezen. R7-11-1850, 3b.
Verzoek gesteld in handen van Commissaris van Politie om advies, speciaal ten
aanzien van gedrag en dienstijver der adressanten, na het daarover uitgebracht rap
port van 2-11-1850. R6-3-1851, 7.
Aan ieder wordt een personele toelage ad 25,toegekend.
R3-4-185116.
Dankbetuiging van beide voor deze gratificatie. R5-6-1851, 3.
Gerardus Joes Hunting.
Benoemd als buitengewoon politiebediende:
Gerardus Joes Hunting en Klaas Waringa, op een vaste jaarlijkse bezoldiging van
250,
Voor infunctietreding moet beeediging voor de bevoegde rechter plaatsvinden.
12-3-1842, 10.
Aan de buitengewone politiebedienden Gerardus Joest Hunting en Klaas Waringa
wordt de functie van ijtiger der botervaten opgedragen, waarvan Pieter Jans van der
Veer eervol is ontslagen. 14-1-1843, 15.
Tengevolge van het verleende eervol ontslag aan de politiebediende A.W. Post'
huma zou een der buitengewone politiebedienden: G.J. Hunting of K. Waringa kunnen
worden benoemd in diens plaats. Evenwel zijn beide op dezelfde dag benoemd, en heb
ben dus gelijke aanspraak op bevordering.
Daarom is besloten beide de rang van politiebediende toe te kennen, en het hogere
traktement, ad 50,gelijk onder beide te verdelen, tot t.z.t. een nadere vaca
ture hen in het bezit van het volle traktement zal stellen.
17-6-1843, 21.