393.
Aan de Ratelwacht van het Hoekster Espel wordt opgedragen hun omgang 's nachts
uit te strekken tot de nieuw gebouwde paardenstallen op de Amelandsdwinger.
11-8-1814, 9. 3.
Voorgesteld wordt het Korps Ratelaars, evenals voorheen, te stellen onder toe
zicht der officieren der Schutterij.
Voorlopig in advies gehouden. 13-8-1814, 8.
Schema van Burgemeester Buysing van uitdeling van turf en kaarsen voor de di
verse wachten. 29-11-1814, 14.
(Schema als Bijlage (F.I.) in minuut).
Vroeger stonden de Ratelaars bij misdragingen terecht door het z.g.n. Malefaits—
gerecht, en berustte de aanstelling der Wachtmeesters Ratelaars, Gezworen Wakers en
Noodhulpen Ratelaars bij de Officier der Schutterij.
In verband daarmee wordt thans aan Krijgsraad Schutterij het toezicht over deze opge
dragen, met het recht hun bij overtredingen te berispen, beboeten, schorsen en ont
slaan.
De Officieren der Schutterij worden gemachtigd bij vacatures te benoemen, volgens de
regel, dat de oudste Noodhulp Ratelaar bij vacature wordt benoemd als vast Ratelaar.
M7-2- 1815.
Verzoek der Ratelaars om, in verband met de duurte, een traktementsverhoging
tijdens de winter.
Afgewezen. 7-1-1817, 4.
Mededeling van de overgebleven leden van de Raad van Administratie over de
vrijwillig ingeschreven Ratelwachtsgelden, einde 1811 aangesteld, dat zij geïnfor
meerd zijn door W.H. Suringar, dat deze onder de papieren van wijlen zijn vader P.J.
Suringar, rentmeester van gemelde Raad, een bedrag van f 328-9-4 heeft aangetrof
fen, die hij heeft toegezonden. 10-10-1818, 7.
Door Burgemeesteren wordt W.H. Suringar verzocht dit bedrag 338,46^) af te
dragen aan de Secretaris, die het moet overdragen aan S.H. Cats, luitenant-kwartier
meester der Schutterij. 8-11-1821, 6.
Besloten in de eerstvolgende vergadering een besluit te nemen aangaande het
betrekken van de wacht bij de poorten. 30-8-1825, 10.
Verzoek der Ratelaars en Nachtwachten om, in verband met de meerdere werkzaam
heden door de opheffing der nachtwachten van de Schutterij, zodanig te beschikken,
dat zij de halve nacht rust genieten, of een grotere tegemoetkoming wegens verzuim
van de arbeid gedurende de dag.
In advies gehouden. 22-10-1825, 8.
Bepaald wordt, dat tijdens het winterhalfjaar de 2 oudste Noodhulpen Ratelaars
zullen worden toegevoegd aan de wacht, tegen gelijke beloning van 2,25 per week.
29-10-1825, 10.
Op verzoek der Ratelaars wordt bepaald, dat de 2 Noodhulp—Ratelaars nog 18 da
gen de Ratelaars zullen assisteren, waarvoor de kosten zullen worden betaald als be
paald bij besluit B. en W. 29-10-1825, 10. 1-4-1826, 22.
Opgave door de Wachtmeester der Ratelaars van de gelden voor de wacht bij de
Nieuwe Kazerne: 119 wachten van 9 April tot 4 Juni 1827, a f 0,30 per wacht, in to
taal 35,70.
Ordonnantie wordt gereed gemaakt. 16-6-1827, 25.
Missive van Gouverneur omtrent het aanstellen van Nachtwachten in a.s. winter
ter bescherming van personen en eigendommen.
In advies gehouden. 2-10-1830, 1.
Bespreking met Commissaris van Politie.
In advies gehouden.
Bewoners Jurisdictie raadplegen. 9-10-1830, 1.
In de voorsteden worden 6 Ratelwachten aangesteld:
1 op Camstraburen
2 op Oldegalileeën
2 op Vliet en gedeelte Grachtswal.
1 op rest Grachtswal en Achter de Hoven.
In de buitenbuurten der Jurisdictie zullen bij toerbeurt vrijwilligers patrouilleren
onder leiding der gecommitteerden:
Tjeerd Alderts Bergstra,
Pier Piers Bottinga,
Lolke Doting,
Harmen Heeres Poelsma. 11-10-1830, 3.
Besluit van Ged. Staten omtrent de hier genomen maatregel van Nachtwachten in
de a.s. winter.
Inwerkingbrenging in advies gehouden. 23-11-1830, 1.