332. Verzoek van W. Bingley, Directeur Holl. Schouwburg 's Gravenhage - Rotterdam, om toneel tijdens kermis1815. 7-2-1815, 4. Toegestaan tegen recht van 300,21-2-1815, 7. Dankbetuiging. 1-8-1815, 2. Verzoek van W. Bingley, Directeur Hoftoneel, om toneel tijdens kermis 1816. Toegestaan tegen recht van 300,16-1-1816, 4. Verlengd tot Zaterdag a.s. 23-7-1816, 3. Verzoek van T. Majofski, Directeur der Kon. Schouwburg te Amsterdam, om tijdens de kermis toneel in de Hollandse taal te mogen opvoeren. In advies gehouden. 7-1-1817, 5. Verzoek van W.A. Bingley, om hetzelfde. In advies gehouden. 7-1-1817, 6. Verzoek van J. des Communes, muziekmeester alhier, om de vergunning af te geven aan Majofski, en niet aan Bingley, daar deze met eigen muziekmeesters is gekomen, waardoor verzoeker 2 jaar lang schade heeft ondervonden. In advies gehouden. 7-1-1817, 7. Vergunning gegeven aan Bingley, tegen een recht van 300,onder voor waarde zoveel mogelijk muzikanten van hier te gebruiken. Verzoek van Majofski is afgewezen, omdat deze nog 125,uit 1811 niet had betaald. 11-1-1817, 8. Verzoek van Hendrik Krayenstein om hetzelfde. Afgewezen. 4-2-1817, 7. Verzoek van Obelt, Kup en De Koning om hetzelfde Afgewezen. 18-2-1817, 9. Bericht van Majoor Atsma op missive van Majowski: de in 1811 verschuldig de 125,voor de armen zijn door kassier J. Brouwer overlang ontvangen en door P. Wiarda aan de Stads Armvoogdij overgedragen. Dit wordt aan Majowski bericht, en tevens, dat op een eventueel verzoek om hier te spelen, zal worden acht geslagen. 17-1-1818, 13. Verzoek van Ward Bingley te 's Gravenhage, om evenals vroeger, tijdens de kermis toneelvoorstellingen te mogen geven. In advies gehouden. 10-1-1818, 4. Verzoek van Kup, Obelt en De Koning, Directeuren der Hollandse Toneel listen, om toneelvoorstellingen tijdens komende jaarmarkt te mogen geven, af gewezen. 10-1-1818, 5. Besloten te voldoen aan het verzoek van Bingley, tegen 300,voor de armen, en te difficulteren in het verzoek van Majofski. 27-1-1818, 4. Verzoek van Obelt, Kup en De Koning, Directeuren der Hollandse Toneel listen, om toneel tijdens a.s. kermis. Afgewezen. 2-1-1819, 8. Verzoek van W.A. Bingley en J.H. Hoedt te 's Gravenhage voor hetzelfde. Toegestaan tegen recognitie ad.300,9-1-1819, 9. Verzoek van Obelt, Kup en De Koning om toneel op a.s. kermis. 4-1-1820, 10. Afgewezen. 15-1-1820, 8. Verzoek van J.H. Hoedt en W. Bingley om hetzelfde. Toegestaan tegen 300,recognitie. 15-1-1820, 4. Verzoek van J.H. Hoedt en W.A. Bingley om toneel op a.s. kermis. In advies gehouden. 6-1-1821, 4. Verzoek van Obelt, Kup en De Koning om hetzelfde. In advies gehouden. 6-1-1821, 5. Toegestaan aan Hoedt en Bingley tegen recognitie ad 300, 13-1-1821, 15. Verzoek van T.J. Majofski, gewezen Directeur, thans acteur der Stads schouwburg te Amsterdam, om toneel op kermis 1822. In advies gehouden. 15-12-1821, 14. Verzoek van J.H. Hoedt en W. Bingley om hetzelfde. In advies gehouden. 18-12-1821, 13. Toegestaan aan Hoedt en Bingley tegen nader te bepalen recognitie. Verzoek Majofski afgewezen. 19-2-1822, 7. Verzoek van H.J. Hoedt en W.A. Bingley, Directeuren der Nederduitsche Kon. Toneellisten te 's Gravenhage, om enkele voorstellingen te mogen geven tijdens de a.s. kermis. Toegestaan tegen recognitie van 300,voor de armen. 11-1-1823, 6. Idem om op veler verzoek enkele voorstellingen op de kermis te mogen geven. Toegestaan tegen contributie voor de armen. 3-1-1824, 11. Verzoek van A.C. Ottingh, gepatenteerd toneeldirectrice te Amsterdam, om tijdens de a.s. kermis voorstellingen te mogen geven. In advies gehouden. 31-1-1824, 12.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 6