398.
Verzoek van J.A. Tuinhout, koopman en winkelier alhier, om van de Ratelaar
Turfdrager Simon Swart, op wie hij een vordering heeft van 51,64, maandelijks een
gedeelte van het traktement in te houden.
Afgewezen. 17-8-1833, 10.
Tengevolge van het overlijden der Gezworen Wakers Melle Terluin en Gerrit
Tiggelaar wordt besloten als zodanig te doen invallen de Ratelaars:
Gerrit Jansma en
Jan de Vries,
thans oudste Ratelaars.
Als vaste Ratelaars worden aangesteld:
Sijbren Felkers en
Paulus Schreinhout,
thans oudste Noodhulp Ratelaars.
Als Noodhulp Ratelaars aangesteld:
Hendrik Overdijk en
Bauke Daniels. 31-5-1834, 25.
Mededeling door Commissaris van Politie, dat hij in de nacht van 11 op 12 Juni
1837 de Ratelwacht Dirk Steenstra slapende heeft gevonden, die, wakker gemaakt, be
schonken bleek te zijn.
Zal worden ontboden in vergadering B. en W. en wachtmeester zal worden gehoord over
het gedrag van betrokkene. 17-6-1837, 12.
Betrokkene is in B. en W. in tegenwoordigheid van de Wachtmeester terechtgewe
zen en bedreigd met schorsing of ontslag bij herhaling. 20-6-1837, 6.
De Ratelaar Gerardus Nieuwenhuis wordt, wegens herhaald misbruik van sterke
drank, meermalen gecorrigeerd zijnde, ontslagen. 31-3-1838, 14.
In verband met de vacatures voor Noodhulp-Ratelaars, tengevolge van het optre
den van de 2 oudste Noodhulp-Ratelaars J. van der Wijk en K. Kisjes als vaste Ratelaars,
in plaats van Jetze Posthumus, die is overleden, en Gerard Nieuwenhuis, die is ontsla
gen, worden 2 Noodhulp-Ratelaars aangesteld. 30-6-1838, 13.
De 6 oudste Noodhulp-Ratelaars:
IJnse Eekhof,
Pieter Plantenga,
Sjoerd de Heer (moet zijn: Mijnheer),
Henderikus Wijnands,
Jacobus Weidema,
Hermanus Lodema
worden aangewezen voor Nachtwacht op Vliet en Grachtswal. 24-12-1839, 6.
Rapport van de Wachtmeester der Ratelaars, dat:
Klaas Kisjes op de avond van 2-4-1840 dronken aan de wacht is gekomen, en daarom
naar huis is gezonden en door een ander is vervangen.
Aangezien beklaagde zich meermalen schuldig maakt aan dronkenschap, wordt hij voor
1 maand geschorst, ingaande 7-4-1840, met ernstige waarschuwing, dat bij herhaling
ontslag kan volgen. 7-4-1840, 7.
Aangezien de Ratelaar Klaas Kisjes zich voortdurend schuldig maakt aan misbruik
van sterke drank en nog onlangs beschonken op zijn post is gekomen, dat hij herhaalde
lijk is berispt, en reeds 2 keer geschorst, wordt hij thans ontslagen als Ratelaar.
9-7-1840, 9.
In plaats van deze wordt aangesteld als Ratelaar:
Hendrik Overdijk. 28-7-1840, 12.
Rapport van de Wachtmeester der Ratelaars, dat de Ratelaar Simon Smal op
12-3-1841, des nachts te 1 ure van zijn post aan de wacht beschonken is teruggekomen.
Geschorst voor 1 maand, ingaande 13-3-1841. 13-3-1841, 13.
Rapport van Commissaris van Politie aangaande het voorgevallene in de nacht
van 3-10-1841 met de Ratelaar Sjoerd Brands de Heer (moet zijn: Mijnheer), tengevolge
waarvan door deze procesverbaal is opgemaakt, dat is gezonden aan Officier van Jus
titie.
Hangende het onderzoek wordt betrokkene buiten dienst gesteld, om daarna, zonodig,
op het rapport van de Wachtmeester der Ratelaars, door de Commissaris van Politie
overlegd, terug te komen. 5-10-1841, 24.
In de vergadering van B. en W. is door de Ratelaar Sjoerd Brands de Heer mede
gedeeld, dat hij de hem opgelegde correctionele straf heeft ondergaan, en herhaald
zijn eenmaal gedaan, maar toen afgewezen verzoek, om weer in dienst te mogen komen.
De schorsing van 5-10-1841, 24., wordt opgeheven, en hem toegestaan zijn dienst op
15-12-1841 te hervatten na hem ernstig te hebben gecorrigeerd.
14-12-1841, 7.
Ontslagen als Ratelaar, tengevolge van veroordeling door de Rechtbank op 9-8-
1843 tot 3 maanden correctionele detentie, wegens mishandeling ten huize van tapper
Jacobus Spijksma in de Koemarkt, in de vroege morgen van 17-7-1843.
2-9-1843, 14.