410.
Voor het luiden der klokken in de Oldehove voor de godsdienstoefeningen, wor
den de volgende klokluiders aangesteld voor de kleine klok (traktement 32,per
jaar samen):
Johannes van Temmen.
Willem Schreuder.
Voor de grote klok (traktement 60,per jaar samen):
Coenraad Sleid.
Rienk Jans Burg.
SAnj erna
Reinder Ros.
Als Noodhelpers aangesteld:
Johannes Hollander,
Horsman,
beide keizelaars. 28-2-1815, 3.
De klokluider J. van Temmen, die enige mensen op de Oldehove liet, en daar
voor de deur forceerde, wordt met het oog op zijn leeftijd, gestraft met 6 weken geen
loon. 2-8-1817, 7.
Geadmitteerd wordt als Noodhulp Klokluider Oldehove:
Dirk Lubach,
in plaats van Willem Schreuder, die is overleden.
(Voorgesteld door de klokluider Willem Horstman). 18-11-1817, 5.
Verzoek der Klokluiders van de Oldehove om, daar sommigen hun dienst niet goed
verrichten, bepaalde ordemaatregelen, en tevens verhoging van traktement.
31-1-1818, 8.
Declaratie van J. van Temmen en H. Lubach, luiders der kleine klok van de Ol
dehove, wegens het luiden van 6-10-1819 tot 23-11-1819, bedragende 60,90.
Wordt betaald uit de post voor Onvoorzien Uitgaven. 19-2-1820, 5.
Benoemd tot Luider van de kleine klok in de Oldehove:
Dirk Lubach, sedert 4 jaar Noodhulp-luider voor het halve traktement, aangezien de
luider Willem Schrader, thans is overleden. 30-9-1820, 7.^
Verzoek van Sjoerd Anjema om benoeming als Klokluider en uurwerkopwinder van
Oldehove en Grote Kerk, in plaats van zijn steevader Johannes van Temmen, die is over
leden.
Betrokkene is benoemd, aangezien hij reeds tijdens de zwakke toestand van zijn vader
waarnam, en bekend staat wegens goed burgerlijk gedrag. 27—11 1821, 11.^
Verzoek van Rienk Jans Burg, Klokluider Oldehove, om, daar hij thans uit de ge
vangenis is ontslagen, die post weder te mogen aanvaarden.
Geweigerd, aangezien hij crimineel gestraft is. 19-7-1823, 4.
In plaats benoemd als Klokluider der kleine klok in de Oldehove:
Geert Lodewijk Drost, terwijl Haantje Boersma door aanhoudende ongesteldheid deze be
trekking niet langer kan waarnemen» 11-11-1823, 14.
Verzoek van Sjoerd Anjema, Oppasser en Klokluider van de Oldehove om:
1. De toren ter bezichtiging open te stellen.
2. Salarisverhoging voor het openen en sluiten van de toren voor de doodbaren.
Het eerste wordt afgewezen.
Het tweede in advies gehouden. 8-3-1825, 9.
Als beslissing op het onder 2. verzochte wordt de Raad voorgesteld een verho
ging van 26,per jaar. 22-3-1825, 4.
Door Raad toegestaan. R28-3-1825, 9.
De Klokluider van de Oldehove Reindert Ros wordt ontslagen, op grond van klach
ten wegens wangedrag. 18-9-1827, 8.
In plaats benoemd: Willem van Duysen. 18-9-1827, 9.
Verzoek van Gerrit Drost en Sierd Anjema, Klokluiders, om vermeerdering der
bezoldiging tot 25,
In advies gehouden. 8-11-1828, 10.
Afgewezen. 15-11-1828, 16.
Op diens verzoek wordt Petrus Wouters aangesteld tot Klokluider Oldehove, in
plaats van wijlen P. Mazen. 6-12-1831, 10.
Verzoek van Sierd Anjema, oppasser en klokluider van de Oldehove, aangaande
het toezicht op de andere klokluiders en het maken van een instructie voor deze.
Verder verzoek om toestemming de toren door vreemdelingen te laten beklimmen.
Provisioneel in advies gehouden. 17-3-1836, 12.
Benoemd als Klokluider Oldehove:
Bart Ombach, in plaats van Petrus Wouters, die is overleden.
17-2-1838, 21.
Verzoek van Sierd Anjema, Torenopziener Oldehove en opwinder der klokken aan
het Raadhuis en de Grote Kerk, om verhoging van traktement.
Gesteld in handen van de Oppertoeziener der Uurwerken om bericht.
R6-5-18417.
Besloten aan de Commissie tot de Financiën te verzoeken op Begroting 1842 een
verhoogde post aan te brengen, en voor 1841 een gratificatie voor te dragen.
Rl-7-184 1, 3.