411.
In verband met de verzoekschriften, ingediend bij B. en W. om benoeming als
Klokluider in de plaats, opengevallen door het overlijden van de toenmalige Kloklui
der Anjema in 1821, en het opnemen van diens weduwe in het Diaconiehuis, waardoor
deze behoorlijk verzorgd is, wordt het volgende besloten:
Aangezien Sierd Anjema, die zelf Klokluider is, slechts tijdelijk is belast geweest
met het waarnemen dezer functie voor zijn moeder, en aangezien het hem onmogelijk is
deze functie waar te nemen, wordt Sijbren van Dam aangesteld als Klokluider Oldehove
(grote klok) op een traktement van 16,67 per jaar. 28-1-1843, 21.
Klokluiders Nieuwe Toren. 1811 - 1813.
Benoemd als Klokluider van de Nieuwe Toren:
Hessel Jacobs.
Voor infunctietreding beëediging. M27-4-1811, 12.
Beëedigd 27-4-1811. M7—5-1811, 28.
Klokluiders Nieuwe Toren. 1814 en later.
Aan de Klokluider van de Nieuwe Toren:
Hessel Jacobs Dijkstra, wordt een boete van 6,opgelegd, wegens bij herhaling te
laat luiden. 10-2-1816, 7.
Rapport van de Burgerwacht omtrent ernstig plichtsverzuim van de Klokluider
Hessel Jacobs, op de Nieuwe Toren, 's nachts, en van de Torenwachter Frederik Weihl.
3-8-1816, 8.
Torenwachter Frederik Weihl 6 weken geschorst, wegens het midden in de nacht
in tegenwoordigheid van 3 vrouwen luiden van de klok.
Aan zijn collega Wijck opgedragen hem te vervangen tegen diens beloning.
6-8-18163.
Mededeling der beslissing van 6-8-1816, 3. in vergadering aan de torenwachters
Weihl en Wijck. 13-8-1816, 18.
Rapport, dat de Klokluider op de Nieuwe Toren op 24-3-1817
1 uur te vroeg heeft geluid.
Betrokkene wordt gecorrigeerd, en bij herhaling bedreigd met ontslag.
25-3-1817, 7.
Rapport van Burgemeester Wierdsma, dat de Torenwachter vannacht heeft verzuimd
te blazen te 11, 12, 1 en 2 uur.
Aan Commissaris van Politie wordt opgedragen te onderzoeken, wie der beide torenwach
ters dit geweest is. 6-9-1817, 9.
Het was Frederik Weil: deze had zich verslapen. 16-9-1817, 7.
Gestraft met 14 dagen schorsing, waarbij die dienst zal worden waargenomen door
J. Wijck.
Bij herhaling zal ontslag volgen. 20-9-1817, 5.
Verzoek van Jan Davids van Lottum, Klokluider op de Nieuwe Toren, om, op grond
van zwakheid, pensioen. 28-3-1818, 6.
Gesteld in handen van Burgemeesteren. R4-5-1818, 6.
Verzoek van Hessel Dijkstra, poortklokluider op de Nieuwe Toren, om benoeming
voor het namiddaglüiden, in plaats van Jan van Lottum, die is overleden, voor wie
hij dit reeds een jaar heeft waargenomen.
Toegestaan. 29-1-1820, 9.
Naar aanleiding van het morgenrapport van de Commandant der Burgerwacht, dat
de Torenwachter Fr. Weil een kwart uur voor middernacht heeft geblazen, wegens dron
kenschap, waarom hij deze naar huis heeft gestuurd, en Wijck belast met de wacht, wordt
Fr. Weil wegens herhaald plichtsverzuim voor 6 weken geschorst, en zijn dienst met het
traktement, zolang opgedragen aan de Torenwachter Wijck. 19-9-1820, 7.
Verzoek van Torenwachter Frederik Weil, onder herinnering aan de waarneming
voor zijn overleden schoonvader J.C. Wijk, en daarop de aanstelling voor hem zelf bij
besluit van de Regering der stad 2-7-1806, op grond van zijn 70-jarige leeftijd, ont
slag en pensioen.
In advies gehouden. 17-3-1827, 20.
Door B. en W. besloten om aan Raad voor te stellen aan de Torenwachter Frede
rik Weil een pensioen van 100,per jaar te verlenen, en het traktement van de
torenwachter te brengen van 250,op 300,per jaar. 27-3-1827, 14.
Aangezien betrokkene op 29-3—1827 is overleden, wordt het voorstel aan de
Raad om pensioen als vervallen beschouwd. 31-3-1827, 26.
Op voorstel van B. en W. wordt het traktement van de Torenwachter, thans
250,gebracht op 300,omdat dit bedrag niet evenredig is aan de daarvoor
vereiste moeite. R9-4-1827, 14.