417.
Bericht door Gouverneur Groningen, dat Jan Fredzes, plaatsvervanger, gebte
Leeuwarden, is gedeserteerd.
Eventueele aanhouding wordt verzocht.
Zie antwoord: Missive dezerzijds N222. 2-8-1814, 17.
Verzoek door Directeur van Politie van Groningen om opzending van:
Hendrik Kuipers, landloper en deserteur uit het 2e Bat. der landmacht aldaar.
8-11-1814, 5.
Bericht door Officier van Justitie Assen van transport van hier thuis behoren
de vagebonden:
Marijke Pieters,
Johanna Kok,
Hendrika Kok. 8-11-1814, 6.
Door Burgemeesteren van Zwolle wordt gevraagd eventueele opzending van:
Siprianus Johannes Renouw. 12-11-1814, 2.
Bericht door Gouverneur van Antwerpen, dat zekere in vrijheid gestelde galei
slaaf: IJpese Burdes, Antwerpen als woonplaats heeft gekozen, en onder politietoe
zicht staat. 28-5-1816, 1.
Toezending door Schout van Termunten van signalement van Pieter geb.
te Leeuwarden, met een kapitein uit Noorwegen gekomen, en verdacht van diefstal.
22-3-1817, 2.
Bericht door Magistraat Antwerpen, dat:
Willem Posthuma en
Jacobus Meyer, beiden uit de gevangenis aldaar ontslagen, deze stad tot verblijfplaats
hebben gekozen. 16-10-1821, 5.
Verzoek door Rechter van Instructie te Antwerpen, om inlichtingen aangaande:
Eliazar Jacob Roos.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 15-12-1821, 5.
Verzoek van Gouverneur om opsporing van de voor 15 jaar tot dwangarbeid ver
oordeelde Guillaume Duprez, die op 20-11-1827 is ontsnapt uit de gevangenis te Fras-
net, district Ath, onder bijvoeging van signalement.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 5-1-1828, 9.
Verzoek van Gouverneur om aanhouding van zekere Florentine Sicat.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 31-5-1828, 2.
Verzoek van Gouverneur om te doen arresteren: Hendrik Pleiter.
Commissaris van Politie aangeschreven. 21-10-1828, 2.
Verzoek van B. en W. van Doesborgh om opheldering aangaande een daar aangehou
den doofstomme jongeling.
Wordt medegedeeld aan Officier van Justitie alhier, naar aanleiding van diens adver-
tentie's in Leeuw. Courant van 13 en 14 Januari 1829. 8-9-1829, 1.
Mededeling door Commissaris van Politie, dat Johannes Rubartus, vermeld in
Missive dezerzijds 21-7-1829, N493, in de nacht van 17 op 18 Juli 1829 alhier heeft
overnacht, en 's morgens vroeg, voordat de wachtlijst ontvangen is, naar Groningen
is vertrokken.
Dit wordt bericht aan Gouverneur. 20-7-1830, 4.
Mededeling door Gouverneur, dat uit de gevangenis te Gent is ontslagen:
Harmen Hendriks Wijnandsaan wie, tegen intrekking van het ontslagbewijs te Breda
een veiligheidskaart is gegeven, teneinde deze persoon niet uit het oog worde ver
loren, wanneer hij hierheen gaat.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 20-9-1831, 6.
Mededeling door Procureur Crimineel in N. Brabant, dat is gearresteerd en
hierheen gezonden: Grietje Coenraads Feenstra. 6-4-1833, 9.
Betrokkene is overgebracht naar Amsterdam, waar zij verblijft ten huize van
harer tante. 16-4-1833, 7.
Missive van C.d.K., waarbij M. Gröber aan het toezicht der Politie wordt aan
bevolen. (Prov. Blad N126).
Een exemplaar wordt gezonden aan Commissaris van Politie. 6-11-1850, 3.
Mededeling door Commissaris van Politie van aanhouding van betrokkene.
9-11-1850, 1.
Missive van C.d.K., waarbij de aandacht der Politie wordt gevestigd op:
Karei Fincke. 28-12-1850, 4.
Toezicht op vreemdelingen. 1811 - 1813.
Mededeling van de vorm, hoedanig de herbergiers en logementhouders hun regis
ter moeten inrichten. Index M
7-9-1812, N266
Aanschrijving door Prefect, 13-2-1813, om zorg te dragen, dat geen landlopers
of bedelaars zich alhier vestigen, alsmede om registers der herbergiers nauwkeurig
te controleren. Indes M 1813
blz39, N53