420.
Toezending door Gouverneur van Missive van Schoterland, aangaande het vervoer
met het beurtveer Leeuwarden - Heerenveen van betrokkene op 19-10-1837.
Bijgevoegd een afschrift van een beëedigde verklaring voor de Vrederechter te Heeren
veen door:
J.H. Benning, L.S. de Lang, A. de Vries en J.H. Bouwmeester.
Bericht wordt verzocht.
In advies gehouden tot de schippers zijn gehoord. 16-12-1837, 7.
In verband met verklaring der schippers Gerardus Albartus Hempenius en Gerben
Ottes de Jong, voor Vrederechter alhier, wordt bericht aan Gouverneur onder referte
aan Missive dezerzijds 4-11-1837, N766. 20-1-1838, 16.
Beantwoording door Stads Armvoogdij van Missive van Gouverneur, aangaande:
Dirk Kramer, thans door deze alhier onderhouden wordende.
Wordt bericht aan Gouverneur, onder mededeling, dat B. en W. adviseren hem over te
brengen naar een stichting der Maatschappij voor Weldadigheid.
15-1-1839, 7.
Toezending door Gouverneur van Missive van Min. van Binnenl. Zaken, aangaande
het voortdurend onderhoud van betrokkene. 19-2-1839, 1.
Door Stads Armvoogdij wordt aan betrokkene voorgesteld hem te doen overbrengen
naar de Ommerschans. Hij verkiest echter hier te blijven of naar zijn vaderland te wor
den gebracht.
Wordt medegedeeld aan Gouverneur. 9-3-1839, 12.
Missive van Gouverneur aangaande het transport van betrokkene naar zijn geboor
teplaats Aschendorf (Koninkrijk Hannover).
Verzocht wordt na overbrenging de declaratie van transport- en verpleegkosten in te
dienen bij Gouverneur ter verevening. 19-10-1839, 6.
Toezending door Procureur Generaal Provinciaal Gerechtshof van K.B. 12-1-1839,
NI33, houdende uitreiking van onderscheidene besluiten aangaande het toezicht^op de
vreemdelingen, en andere buitengewone voorzieningen, de gemeenschap met Belgie be
treffende. 22-6-1839, 7.
Mededeling door Israëlitische Armvoogdij van nadere inlichtingen aangaande:
Izak Lazarus Drilsma, eigenlijk genoemd Izak Ahrens, ten bewijze van zijn buitenlandse
afkomst.
Wordt bericht aan Gouverneur. 24-12-1839, 5.
Mededeling door Gouverneur, dat betrokkene met zijn gezin over de grenzen zal
behoren te worden gebracht, doch voordat dit geschiedt, is het nodig dat hem de ge
volgen worden voorgehouden, waaraan hij zich blootstelt, als hij langer ongenegen is
aan het billijk verlangen der Israël. Armvoogdij alhier te voldoen.
Betrokkene zal in de vergadering worden ontboden en worden gewaarschuwd.
4-1-1840, 7.
Zie tevens bij Ned. Israël. Armvoogdij
(Restitutie aan N.I.A. 7-12-1839, 7.).
Missive van Gouverneur aangaande het overbrengen over de grenzen van vreemde
bedelaars en landlopers. 15-6-1841, 3.
Missive van Gouverneur aangaande de overbrenging over de grens van:
Joseph Meyer, grasmaaier, gebaan de Helder, wonende te Liebstadt (Lippstadt?) in
Munster, die wegens bedelarij is gearresteerd, en thans alhier gedetineerd.
Zal t.z.t. over de grens worden gebracht. 16-7-1841, 3.
Door tussenkomst van B. en W. over de grens gebracht.
Door Gouverneur nadere inlichtingen gevraagd. 8-1-1842, 2.
Door Burgemeester Den Helder wordt onderstandsdomicilie niet erkend, daar be
trokkene niet in de geboorte- of doopregisters is te vinden, en daar ook niet bekend
is. 1-3-1842, 7.
B. en W. door Gouverneur met hun vordering wegens kosten van overbrenging over
de grens van: Joseph Meyer, verwezen naar Den Helder, waar deze is geboren.
Wordt bericht aan Den Helder. 5-2-1842, 7.
Missive van Gouverneur aangaande het verlenen van onderstand aan vreemdelingen,
alhier geen onderstandsdomicilie hebbende. 12-10-1841, 1.
Aanschrijving door Gouverneur om op 20-4-1842, dit is de dag van zijn ontslag uit
de correctionele straf in de gevangenis alhier, de bedelaar Henrick Selk, bierbrou
wersknecht, geboren te Clausdaal (Sic!) (Claustal) in de Harz, af te halen en over
de grenzen te zetten. 6-11-1841, 5.
Missive van Gouverneur, aangaande het brengen over de grens op 14-4-1842 a.s.
van een vreemdeling, alhier gedetineerd, die zich noemt:
Jacob Samuel,
Jacob de Vries,
Jacob Sjoerds.
Zal worden uitgevoerd. 5-3-1842, 6.
Missive van Gouverneur, aangaande het over de grens leiden van zekere vreemde
ling: Oestrich, wanneer deze zich hier opnieuw mocht vertonen.
Met signalement in handen gesteld van Commissaris van Politie.
24-9-1842, 2.