335.
Verzoek van Johannes Posthumus om toestemming in zijn schouwburg tijdens
kermis 1835 door A. Conradi en zijn gezelschap te doen uitvoeren 12 opera's,
van Ma 18-7-1836 tot Za 30-7-1836.
Toegestaan onder voorwaarde 's avonds 10 uur te eindigen. Recognitie armen.
18-6-1836, 10.
Verzoek van Reinder Engelman, le acteur aan de Amsterdamsche Schouburg,
om tijdens a.s. kermis 1837 vergunning in het lokaal van J. Posthumus voorstel
lingen te geven.
Toegestaan. Recognitie armen. 28-3-1837, 6.
Verzoek van Reinier Engelman om tijdens a.s. jaarmarkt 1838 bij Posthumus
voorstellingen te mogen geven.
Toegestaan, mits recognitie armen. 12-12-1837, 9.
Verzoek van Karei Narel Koning te Amsterdam om toestemming met Hoedt en
Bingley tijdens kermis 1838 bij Posthumus voorstellingen te geven.
Afgewezen, in verband met de toestemming aan R. Engelman.
(Zie 12-12-1837, 9.). 12-12-1837, 10.
Verzoek van toneeldirecteur J.W. van Velzen te Amsterdam om tijden a.s.
kermis 1838 alhier in zijn tent voorstellingen te mogen geven.
Toegestaan tegen recognitie armen. 13-1-1838, 12.
Op diens verzoek is aan J.W. van Velzen, opvolger van wijlen W.G. Wedde-
looper, te Amsterdam, toegestaan om tijdens a.s. kermis 1839 in zijn tent voor
stellingen te geven, tegen recognitie voor de armen. 5-1-1839, 11.
Op verzoek van Johannes Posthumus wordt aan Reinier Engelman toegestaan
in de schouwburg alhier tijdens kermis 1839 voorstellingen te geven, tegen retri
butie voor de armen. 9-1-1839, 15.
Verzoek van Wed. A.C. Koning om toelating op kermis 1839 met tent van 98
bij 25 voet, tot geven van voorstellingen met dansers van de Amsterdamsche Schouw
burg.
Toegestaan tegen retributie Stads Armen. 8-6-1839, 15.
Verzoek van J.W. van Velzen om toestemming met zijn tent op kermis 1840 en
kele toneelvoorstellingen te geven, en wel op de vorige standplaats.
Toegestaan tegen retributie armen. Plaats zal worden aangewezen.
4-1-1840, 13.
Verzoek van Reinder Engelman om idem in schouwburg van Johannes Posthumus.
Toegestaan tegen recognitie armen. 22-2-1840, 23.
Verzoek om vermindering der opgelegde kermisgelden.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat hiering niet kan worden getreden, derhalve
afgewezen. 28-7-1840, 11.
Verzoek van J.W. van Velzen om toestemming tijdens kermis 1841 met tent te
staan.
Toegestaan tegen retributie armen. 9-1-1841, 18.
Verzoek van Reinier Engelman om in de schouwburg van A. Posthumus tijdens
kermis 1841 voorstellingen te mogen geven, en vrijstelling van armengeld wegens
de vele te maken onkosten.
In advies gehouden. 20-2-1841, 17.
Toegestaan, maar geen vrijstelling armengeld. 27-2-184 1 19.
Op diens verzoek wordt toegestaan aan J. Frougeroux, directeur Nationaal
Theater, thans te 's Gravenhage, om op de kermis van 1841 alhier met de tent
te staan, onder voorwaarde: recognitie voor de armen. 1-5-1841, 10.
Verzoek van Directie van het Salon de Variété's te Amsterdam om toestem
ming tijdens 1841 in de grote zaal van Van der Wielen toneelvoorstellingen te
geven.
Toegestaan tegen billijke vergoeding voor de armen. 21-6-1841, 14.
Verzoek van W. van der Wielen om vrijstelling van het armengeld bovenge
noemd
Verzoeker stelt, dat niet de Directie, maar hij de ondernemer is, en is van oor
deel, dat men van hem, als ingezetene, geen armengeld kan vragen. Aangezien uit
de aanvraag hiervan niets blijkt, maar deze geheel de indruk geeft, dat de Direc
tie de uitvoerder is, kan aan het verzoek niet worden voldaan.
Aangezien echter tengevolge van het Koninklijk bezoek de ontvangsten minder heb
ben bedragen dan anders, wordt het verzoek als zodanig afgewezen, maar wordt het
armengeld, te voldoen door de Directie, namens wie verzoeker handelt, verminderd
van 100,op 50,10-8-1841, 8.
Door Willem van der Wielen wordt andermaal algehele vrijstelling van armen
geld verzocht.
Afgewezen. 21-8-1841, 20.
Verzoek van J.W. van Velzen om op kermis 1842 alhier met zijn tent op dezelf
de plaats als vorig jaar te mogen staan.
Toegestaan tegen recognitie armen. Plaats wordt nader aangewezen.
4-1-1842, 8.