Aanschrijving door Ged. Staten aangaande het gevolg, dat door de plaatselijke
besturen is gegeven aan de processenverbaal tegen veehouders wegens overtredingen
der verordeningen aangaande de besmettelijke longziekte onder het rundvee.
Is hier niet van toepassing, aangezien totdusver hier geen processenverbaal dien
aangaande zijn opgemaakt. 29-5-1850, 6.
Besluit van Gouverneur, houdende bepalingen hoe te handelen ten opzichte
van de accijns op het geslacht bij de afmaking van longziek rundvee.
Wordt bij voorkomende gelegenheden opgevolgd. 3-7-1850, 2a.
Besluit van Ged. Staten, waarbij wordt bepaald, dat het rundvee van iedere
stal, waar sedert 1-10-1850 de besmettelijke longziekte heeft geheerst, als verdacht
zal worden beschouwd. 4-12-1850, 8.
Aanschrijving door Ged. Staten van de plaatselijke besturen in de Provincie
om acht te geven, dat de taxatie der wegens longziekte gedode runderen door deskun
dige en vertrouwde personen geschiedt. 4-12-1850, 9.
Aanbeveling door Ged. Staten van een nauwkeurig toezicht op de taxatie van
wegens besmettelijke longziekte gedood wordende runderen, en tot stipte opvolging
der dienaangaande bestaande reglementen. 8-2-1851, 6.
Vaststelling door Ged. Staten van nieuwe modellen, voor de bewijzen van taxa
tie wegens schadevergoeding van gedood of gestorven vee. 12-2-1851, 6.
Toezending door Ged. Staten van een gedrukt exemplaar der reglementen inza
ke de besmettelijke longziekte onder het vee in Friesland, zoals deze na de aange
brachte wijzigingen thans zijn samengesteld. 25-2-1851, 10.
Besluit van Ged. Staten ter uitvoering van het door Z.M. goedgekeurde be
sluit van Prov. Staten van 30-4-1851, houdende nadere bepalingen omtrent de long
ziekte onder het vee. 11-6-1851, 6.
Gevallen van longziekte.
Mededeling door Gouverneur van het ontstaan der besmettelijke longziekte on
der de runderen in de provincie Drenthe. 8-11-1842, 4.
Mededeling door Gouverneur van maatregelen, genomen door Gouverneur van
Drenthe, tegen de verspreiding der besmettelijke longziekte onder het rundvee.
Wordt gepubliceerd. 27-5-1843, 6.
Mededeling door Gouverneur van de opheffing van verboden aangaande het vrije
vervoer van rundvee in Drenthe. 9-4-1844, 2.
Mededeling door Gouverneur van het ontstaan der besmettelijke longziekte on
der de runderen in de provincie Overijssel. 9-9-1843, 3.
Verzoek van Jetse Rodenhuis, koopman te Oosterlittensom de in 1847 beloof
de schadeloosstelling voor een koe, vorig jaar, als lijdende aan longziekte volgens
procesverbaal van veearts W. Mossel, op last van het stadsbestuur hem ontnomen, ge
dood en begraven.
Gesteld in handen van Secretaris. 27-6-1848, 22.
Aangezien het doden van het rund heeft plaatsgehad op last van Gouverneur,
en B. en W. hiervan zelfs geen kennis hebben gedragen, wordt aan adressant geant
woord, dat er geen termen zijn bij B.' en W. om te voldoen aan het verzoek, dat der
halve wordt afgewezen. 4-10-1848, 22.
Missive van Gouverneur, aangaande het doen van opgaven omtrent de longziek
tegevallen.
Bij onverhoopte noodzakelijkheid zal hieraan voldaan worden: de politiebediende H.
Voet zal bij de landbouwers worden rond gezonden om inlichtingen in te winnen, en
instructie te geven. 7-2-1849, 6.
Missive van Leeuwarderadeelhoudende verzoek om inlichtingen omtrent de
al dan niet gedane aangifte van:
Douwe Bouwes Schaap, behorende tot deze gemeente, dat in een land onder Goutum on
der zijn vee een besmettelijke ziekte is ontstaan. 19-6-1849, 8.
Besluit Ged. Staten in antwoord op Missive dezerzijds 22-12-1849, N57/1333,
aangaande de ontstane veeziekte in de stal van Douwe Bouwes Schaap op Camstraburen
met last om het lichte, zwartbonte rund van deze, daaraan lijdende, te laten doden,
en verder te werk te gaan als is aangegeven.
In verband met het rapport van de Veearts 2e klasse H.S. Wagenaar, en het bewijs
van taxatie door de taxateurs J. de Vries dezerzijds, en P.J. Hoekema voor de be
langhebbende, wordt van het bedrag der schadeloosstelling ad 100, f 10,
afgetrokken voor vlees en huid, en voor de rest een bewijs aan de eigenaar afge
geven, ter verkrijging der restitutie.
Het resultaat wordt bericht aan Ged. Staten. 27-12-1849, 5.
Besluit van Ged. Staten, waarbij ten vervolge op hun schrijven van 24-12-1849
wordt gelast dat het rund op de stal van Douwe Bouwes Schaap, indien dit zich nog
in zieke toestand bevindt, te laten doden, en tewerk te gaan volgens het reglement
Daarvoor wordt de Veearts Wagenaar verstaan. 2-1-1850, 13.