Mededeling door Leeuwarderadeeldat zich op 10-8-1839 een dolle, of van
dolheid verdachte hond heeft vertoond te Wirdum.
Zo nodig zal hierop worden teruggekomen. 17-8-1839, 12.
Mededeling door Grietman Leeuwarderadeel, dat zich op 2-7-1840 te Jelsum
een van dolheid verdachte hond heeft vertoond.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 9-7-1840, 5.
Bericht van Commissaris van Politie, dat in de stad nog geen dolle hond
is aangetroffen, maar zodra dit het geval mocht zijn, zal bericht worden gegeven.
Vastleggen der honden wordt momenteel nog niet nodig geacht. 14-7-1840, 10.
Bericht van Menaldumadeeldat zich onder Deinum een dolle hond heeft ver
toond, die is gedood.
Wordt voor kennisgeving aangenomen, daar in deze gemeente geen spoor van hondsdol
heid is gevonden. 5-2-1842, 10.
Mededeling door Leeuwarderadeel, dat zich op 29-3-1843 te Britsum een dol
le hond heeft vertoond.
Besloten ook hier voor 6 weken de honden te doen vastleggen.
Daartoe wordt afkondiging gedaan. 1-4-1843, 6.
Medische Politie op Voedingsmiddelen.
Geneesmiddelen, etc.
Toezending van K.B. 10-10-1824 (St. N58), houdende amplicatie van K.B.
15-7-1818, aangaande de verkoop van medicinale drogerijen en chemicaliën.
9-11-1824, ld.
(K.B. 15-7-1818 betreft de verkoop van deze producten uit schepen die
zeeschade hebben geleden)
Brood
Broodkeuring
Algemeen
Klacht door Stads Armvoogdij, dat de keuring van het aan hun geleverde rog
gebrood elke Dinsdagmorgen door slechts 1 keurmeester wordt verricht.
Verzocht wordt dit tenminste door 2 te laten doen.
Besloten de keurmeesters aan te schrijven. 2-7-1836, 18.
Verzoek B. en W. van Harlingen om, in verband met Prov. Blad 1844 N67, in
lichtingen aangaande de thans alhier plaats hebbende wijze van broodkeuren, en van
de resultaten daarvan.
Besloten aan dit verzoek te voldoen. 22-6-1844, 8.
Verzoek B. en W. van Harlingen om de afloop te mogen vernemen van de pro
cedures tegen sommige bakkers alhier wegens overtreding van het Reglement op de
keuring van het brood.
Besloten hieraan te voldoen. 24-8-1844, 14.
Keurmeesters brood.
Benoemd als Keurmeester van het brood:
Gosling van der Wielen, Mr. Broodbakker, in plaats van wijlen J.0. van Dijk.
27-1-1818, 5.
Besloten om in verband met het overlijden van Bokke Meindersma, keurmeester
bij het wegen van het brood in bijzijn der Politie, Ate van der Meulen te verzoeken
voortaan deze post waar te nemen. 13-11-1824, 12.
Betrokkene neemt benoeming aan. 20-11-1824, 12.
Voorstel van Commissaris van Politie om aan de Keurmeesters van het Brood:
Gosling van der Weide en Tjepke Feenstra, wegens hoge leeftijd ontslag te verlenen
en ze te vervangen door andere, meer geschikte personen.
Besloten is Gosling van der Weide eervol ontslag te verlenen en het benoemen bij
voorraad van Eelke Meindersma en Tjepke Feenstra aan te houden.
4-7-1828, 14.