39.
Besloten als keurmeesters voor het brood aan te stellen:
Tjepke Feenstra en Ate van der Meulen. 12-7-1828, 15.
Besloten in verband met K.B25-1-1826 (Staatsblad N5), houdende voorschrif
ten voor toezicht op de verkoop van brood, aan de 3 keurmeesters van het brood, die
tot dusver niet werden bezoldigd, beginnende 1—7—1828, een jaarlijkse beloning ad
50,toe te leggen, onder verplichting van te worden beëedigd door de rechter.
Verder Ged. Staten te verzoeken om 75,te mogen betalen uit het Fonds voor on
voorziene Uitgaven der Begroting 1828. Rl-9-1828, 10.
Goedgekeurd door Ged. Staten. 20-9-1828, 4.
Mededeling hiervan in Raad. R22-9-1828, 2.
Verzoek van Tjepke Feenstra om, in verband met zijn hoge leeftijd, ontslag als
keurmeester van het brood.
Besloten ontslag te verlenen. 30-6-1832, 25.
Besloten te benoemen als keurmeester van het brood, in plaats van deze:
Wigger Meindertsma, Mr. Bakker, op een jaarwedde van 50,onder verplichting
het brood voor de Stads Armvoogdij kosteloos te keuren, en zich tevoren door de be
voegde Rechter te doen beëedigen. 14-8-1832, 9.
Er zijn 3 Stads keurmeesters voor het brood. 2-7-1836, 18.
Besloten om Ate van der Meulen, op zijn verzoek, wegens zijn hoge leeftijd eer
vol te ontslaan als keurmeester van het brood. 25-1-1840, 13.
Besloten te benoemen in plaats van deze:
Jan Ruurds Kuipers, Mr. Bakker alhier, tegen bezoldiging ad 50,per jaar, onder
verplichting het brood der Stads Armvoogdij kosteloos te keuren, en zich tevoren door
de bevoegde Rechter te doen beëedigen. 8-2-1840, 13.
Aangezien de bakker Wigger Meindersma heeft bedankt voor de opdracht, gegeven
in het besluit van B. en W. van 25-4-1844, 1om samen met de keurmeester Jan Ruurds
Kuipers het roggebrood voor de Stads Armvoogdij te keuren, wordt deze eervol ontsla
gen, en in plaats benoemd tot keurmeester:
Eelke Meindersma. 29-4-1844, 1.
Verzoek van J.H. Fortuin, e.a., bakkers alhier, om de Keurmeester J.R. Kui
pers te ontslaan, en te vervangen door -een rechtschapen persoon.
Besloten een afschrift van het adres, zonder de ondertekeningen, te stellen in han
den van betrokkene om bericht. 7-5-1844, 8.
Antwoord van de keurmeester Kuipers.
In advies gehouden. 14-5-1844, 8.
Besloten om op grond van de door J.R. Kuipers aangevoerde verdediging, aan
adressanten te berichten, dat gëen termen zijn gevonden om aan hun verzoek te vol
doen. 21-5-1844, 1.
Nader adres van J.H. Fortuin, c.s., waarin nieuwe gegevens zijn naar voren ge
bracht om de keurmeester van het roggebrood, J.R. Kuipers, te ontslaan, terwijl als
getuigen zijn opgegeven de broodslijters B. Ombach en G. de Haan.
Besloten te antwoorden, dat de verklaringen der getuigen geen reden vormen tot ont
slag, zodat B. en W. blijven bij hun besluit van 21-5-1844, 1 18-6-1844, 9.
Rapport der Raadscommissie, ingesteld bij Raadsbesluit R10-10-1844, 13., waar
in, behalve de regeling der keuring van het brood, de tegen de Keurmeester Jan Ruurds
Kuipers ingebrachte beschuldigingen worden besproken.
Dit betreft het volgende:
De bakker Bokke Meindersma alhier stond op 25-9-1844 terecht voor de Rechtbank wegens
het in Juni 1844 bakken van roggebrood met zemelen. Toen getuigden 2 door deze ge
dagvaarde getuigen: Bart Ombach, boendermaker, en Gerrit de Haan, koekbakkersknecht.
De eerste verklaarde, dat hij in 1841 als slijter brood van Kuipers beneden de prijs,
onderling door de bakkers vastgesteld, had gekocht, en deze hem had gewaarschuwd het
brood uit de winkel te nemen, daar er een onderzoek op handen was. De tweede ver
klaarde hetzelfde, en bovendien, dat Kuipers hem altijd waarschuwde, wanneer een we
ging op handen was. Deze getuigen kunnen Kuipers niet schaden, als daarover niet ver
staan. Bovendien is een eventuele afzetting niet het werk van de Raad, maar van B.
en W.die betrokkene hebben benoemd. R6-2-1845, 18.
Besloten om, aangezien er in de Stedelijke Publicatie van 3-6-1845, aangaande
de verkoop van het brood en de broodzetting, die het wenselijk maken, dat het keuren
van het brood voortaan aan niet-bakkers wordt opgedragen, de tegenwoordige Stads
Keurmeesters Eelke Meindersma en Jan Ruurds Kuipers per 1-7-1845 eervol te ontslaan.
11-6-1845, 13.
Missive van Risselada en Kuipers, houdende toestemmend antwoord op het ver
zoek dezerzijds bij Uitg. Missive 13-6-1845, N21/676, ter examinatie der nieuw benoem
de Keurmeesters van het brood, volgens octrooi van bakker J.R. Kuipers.
18-6-1845, 8.