3.
Voorgedragen door de Commissie:
Paulus Swart en Lambertus Gescher, beide Medicinae Doctores alhier.
Gekozen is Paulus Swart. R19-12-1844, 2.
Mededeling door de Commissie, dat op 30-12-1844 is beëedigd als lid:
P. Swart. 14-1-1845, 6.
Aan Med. Doctor P. Swart wordt op zijn verzoek eervol ontslag verleend
als lid der Plaatselijke Commissie voor Geneeskundig Toevoorzicht, wegens be
noeming door Z.M. als Officier van Gezondheid bij het Leger in Oost-Indië.
R2-10-18454.
In diens plaats wordt benoemd:
Lambertus Gescher, Med. Doctor.
Mede voorgedragen:
Gerhardus Taapken en H.M. Duparc. R2—10—1845, 5.
Bericht der Commissie, dat:
L. Gescher op 7-10-1845 als lid is geïnstalleerd, en zitting heeft genomen.
11-10-1845, 10.
In plaats van P. Brouwer P.K. zn. wordt benoemd als lid en Secretaris
der Plaatselijke Commissie voor Geneeskundig Toevoorzicht:
Evert Bloembergen.
Mede op voordracht
Josephus Joannes Bruinsma. R21-10-1847, 7.
Mededeling door de Commissie, dat E. Bloembergen, na vooraf in handen
van de President te zijn beëedigd, als lid en Secretaris heeft zitting genomen.
1-12-1847, 7.
Mededeling door Mej P. Sijbrands, Wed. Metz, van het overlijden van haar
echtgenoot: Nicolaas Laurentius Metz, Apotheker en lid der Plaatselijke Commis
sie voor Geneeskundig Toevoorzicht, in de ouderdom van ruim 67 jaar.
R14-12-184810.
In plaats benoemd als lid:
Josephus Johannes Bruinsma, Apotheker alhier.
Mede voorgedragen:
Hermanus Borgrink, Aphotheker alhier. Rl-2-1849, 11.
Mededeling door de Commissie, dat J.J. Bruinsma, die is benoemd als
lid, door de Voorzitter is beëedigd, en zitting heeft genomen.
7-4-1849, 11.
Handelingen der Commissie.
Verzoek der Provinciale Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht om op
gave van de leden, waaruit de Plaatselijke Commissie bestaat.
21-11-1818, 3.
Besloten om te zien of er in het Athaeneum een lokaal aanwezig is om
te dienen tot vergaderplaats voor de Commissie. 24-11-1818, 4.
Het lokaal in het Athaeneum is te duur: daarom zal op het Raadhuis
een lokaal worden aangewezen, en een Plaatselijke Commissie worden benoemd.
28-11-1818, 7.
Machtiging door Min. van Binnenl. Zaken tct oprichting van een Plaatse
lijke Commissie voor Geneeskundig Toevoorzicht.
(Antwoord op Missive dezerzijds 1-12-1818, N369). 19-1-1819, 1.
Benoemd als leden der Plaatselijke Commissie voor Geneeskundig Toevoor
zicht (K.B31-5-1818, N25)
Johannes Wijbrandus Quaestius, (Med. et Chir. Doctor), president.
Wigerus Folkertsma, (Med. Doctor).
Seerp Brouwer, (Med. Doctor).
Lodewijk Noë, (Apotheker).
Nicolaus Laurentius Metz, (Apotheker). R1—2—1819, llb.
Bovengenoemde personen door Burgemeesteren benoemd tot leden der Com
missie. 2-2-1819, 8.
Bij advertentie in de Leeuw. Courant wordt het publiek geïnformeerd van
het bestaan dezer Commissie. 2-3-1819, 8.
Verzoek van Plaatselijke Geneeskundige Commissie te Leeuwarden om:
1. De Bibliotheek van het voormalig Collegium Medicorum.
2. Een bibliotheeklokaal.
3. Gegevens omtrent de inrichting van het voormalig Collegium Medicorum.
Zal aan voldaan worden, tegen inlevering der inventaris op de Secretarie.
4-1-1820, 5.
Catalogus ingezonden. 2-9-1820, 3.
I