Tweebaksmarkt tot Weaze. Brug Turfmarktbij Tuinen (Draaibrug). Door Raad besloten de vernieuwing van een gedeelte van de brug Tuinen - Turfmarkt publiek aan te besteden. Begroting 500,R5-7-1819, 16. Verzoek van Pieter de Vries, zeepzieder, wonende Turfmarkt, om de brug voor zijn woning iets te verlagen. 11-9-1819, 11. Afgewezen, aangezien verzoeker niet uit eigen middelen een draaibrug wilde bekostigen, en verlaging niet mogelijk is, in verband met de doorvaart van het kluinsschip van Groningen. 28-9-1819, 5. Verzoek van enige ingezetenen op en bij de Turfmarkt om de hoge en steile brug bij het huis van P. de Vries, een der verzoekers, te verlagen. In advies gehouden. 15-9-1838, 6. Voor verbreden en verlagen van de brug bij de Tuinen voor het huis van P. de Vries is 135,-voorgedragen. R29-10-1838. (blz212, 1001.) Het brugje voor het huis van P. de Vries moet worden vernieuwd en ver laagd. Kosten begroot op 200,R29-10-1840. (blz. 133, 102e). Aanbieding door Bouw Commissie van bestek voor het maken van een vaste brug en een draaibrug bij de Tuinen. Goedgekeurd en B. en W. tot uitvoering gemachtigd. R4-2-1841, 17. 2. Mededeling, dat beide bruggen op de Tuinen zijn aanbesteed voor 802, aan L. Fransen. R4-3-1841, 13. Opname door Commissie Bouwzaken van het wegbreken van 2 bruggen en in plaats daarvan maken van een vaste en een draaibrug door de aannemer P.W. Fran sen, voor 802,15-6-1841, 24. 1. Kanselarijpijp. Voorstel Burgemeesteren om over de herstelling van de sedert 2 jaar in gestorte Kanselarijpijp, aan het Rijk behorende, aan Z-.M. te adresseren. In advies gehouden. R7-10-1822, 8. In verband met de haveloze toestand van de pijp voor het Kanselarijgebouw, die in 1822 is ingestort, waarbij tevens de scheepvaart werd belet, en die nog steeds niet is hersteld, is besloten een verzoekschrift aan Z.M. te richten. Bijlage: afschrift van een vroeger bestek van de aanbesteding van het onderhoud van gebouw en pijp. 28-5-1825, 13. In verband met klachten over de stank van het water in de gracht, afge damd door de ingestorte pijp bij de Kanselarij enerzijds, en de afgedamde Rhalapijp anderzijds, is aan Gouverneur verzocht, maatregelen te nemen, of anders de stad te machtigen de dam bij de pijp bij de Kanselarij op te ruimen. 28-6-1825, 5. Machtiging door Gouverneur om terstond de-dam weg te nemen. 8-7-1825, 1. Rijk verklaart niet gehouden te zijn tot onderhoud en herstel der pijp, maar zal voor éénmaal bijdragen de helft van de kosten voor herstel, en wel 1.800,van de totale kosten ad 2.760, Mededelen in Raad. 4-3-1826, 1. Mededeling van het bovenstaande in Raad. Raad besluit pijp spoedig te herstellen. R13-3-1826, 1. Door B. en W. besloten Ged. Staten te verzoeken 1.800,op Begroting 1826 te plaatsen voor uitvoering van dit werk. 14-3-1826, 14. Mededeling door Ged. Staten in antwoord op Missive dezerzijds 15-3-1826, N154, dat door hen op Begroting 1826 is geplaatst 3.600,voor uitgaaf wegens vernieuwing der pijp bij de Kanselarij en 1.800,voor buitengewoon ontvang van een Rijksbijdrage in dezen. 21-3-1826, 2. Mededeling hiervan in Raad. R10-4-1826, 1. Door B. en W. besloten de vernieuwing van de Pijp aan te besteden op Za terdag 1-4-1826. 21-3-1826, 16.. Mededeling, dat op 1-4-1826 bij openbare aanbesteding de herstelling van de Pijp voor het Kanselarijgebouw is gegund aan: Pieter van Houten, Lieuwe van der Heide en Rudolf Stoett, voor de som van 1.823, R10-4-1826, 11.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 108