Toezending door Grietman Baarderadeel van Rekening Dilleziil ad
401,17, waarvan 100,94 als aandeel dezer stad, in verband met Missive
dezerzijds 23-9-1818, N301. 5-12-1818, 6.
Nota ad 205,54 van Bauke Jans Laroos, Mr. Timmerman te Oosterwierum,
wegens reparatie aan de Dillezijl.
Burgemeesteren verklaren, dat in November reeds betaald is het verschuldigde
aandeel der rekening ad 401,85. 26-1-1819, 2.
Verzoek Ged. Staten tot conferentie met Sneek en floreenplichtigen uit
Baarderadeel
Medegedeeld in Raad. 26-6-1819, 3.
Gecommitteerden benoemd voor conferentie. R5-7-1819, 5.
Conferentie bepaald op 31-7-1819 op Griffie. 27-7-1819, 4.
Conferentie verlopen zonder dat iets bepaald werd, daar afgevaardigden
Baarderadeel niet voldoende volmacht hadden. 31-7-1819, 9.
Mededeling hiervan in Raad. R2-8-1819, 5.
Bepalingen Ged. Staten omtrent het leggen van de brug.
14-8-1819, 11.
Aanschrijving Ged. Staten om vernieuwingR6-9-1819, 4.
Bijeenkomst op 15-9-1819 voor het vaststellen van het bestek.
11-9-1819, 6.
Sneek is verhinderd op 15-9-1819, daarom stelt Leeuwarden voor conferen
tie op Woensdag 22—9—1819. 14-9-1819, 1.
Conferentie bepaald op Woensdag 22-9-1819. 18-9-1819, 3.
Op 22-9-1819 is een overeenkomst gesloten.
Bestek gereed maken. 25-9-1819, 5.
Verslag der bespreking op 22-9-1819 tussen Leeuwarden, Sneek en Baarde
radeel. Beide eersten waren het eens over de verlegging van de brug, doch Baar
deradeel niet op aannemelijke voorwaarden: daarom is men uiteengegaan en hebben
Leeuwarden en Sneek het bestek ontworpen. R11-10-1819, 6k.
Bestek goedgekeurd.
Architect opgedragen dit ter hand te stellen aan Burgemeesteren Sneek en tevens
advies te geven. 26-10-1819, 9.
Bestek, etc. goedgekeurd door Sneek.
Het kan aan Ged. Staten gezonden worden. 30-10-1819, 3.
Mededeling in Raad, dat bestek en tekening gereed zijn.
Begroting 5.691,57^. Rl—11—1819, 2.
Op Woensdag 29-12-1819 vergadering op Griffie aangaande het plan met
bestek.
Verlegging door Ged. Staten goedgekeurd
In Raad mededelen. 5-2-1820, 7.
Besluit Ged. Staten, het verleggen van de brug voor goed aan te zien.
Kosten voor Leeuwarden en Sneek: ieder de helft.
Geschillen over het meerder bedrag onderworpen aan de uitspraak van een des
kundige. R7-2-1820, 4.
Goedkeuring door Burgemeesteren Sneek. 11-3-1820, 4.
Grietman Baarderadeel verzoekt toezending staat meerdere kosten verleg
ging brug.
Verwezen naar Ged. Staten, als gevolg van R7-2-1820, 4. en Missive dezerzijds
16-3-1820, N10910-6-1820, 6.
Besluit Ged. Staten, bepalende, dat door de steden Leeuwarden en Sneek
moet worden betaald ieder de helft 775,der som 1.550,die voor
het verleggen van de brug komt boven de som, die door beide gezamenlijk met
Baarderadeel moet worden betaald. 21-10-1820, 8.
Ged. Staten vragen van Leeuwarden en Sneek om samen 1.550,te be
steden voor verlegging van de brug (extra kosten)Burgemeesteren beweren
600,daar er een fout gemaakt is in de taxatie.
(Antwoord op Missive dezerzijds 6-3-1820, N109). R6-11-1820, 3.
Voorstel Baarderadeel tot een samenkomst op Zaterdag 11-11-1820.
Geweigerd door Leeuwarden. 7-11-1820, 7.
Toezending door Griffier van de bij Missive dezerzijds 11-1 1-1820, N355
gevraagde specifieke berekening van de kosten der verlegging.
25-11-1820, 3.
Bericht Architect op besluit Ged. Staten van 11-10-1819, N2, aangaande
de berekening der kosten van de brug over de Krinserarm.
Mededelen in Raad. 2-12-1820, 5.
Aangezien volgens berekening van Architect verlegging der brug slechts
724,50 behoeft te kosten, achten Burgemeesteren zich niet bevoegd het be
sluit van Ged. Staten bovengenoemd uit te voeren, en willen, indien Ged. Sta
ten hun besluit niet veranderen, het plan van de Grietman van Baarderadeel
voor goed aanzien. R4-12-1820.