Verslag van de opneming van de opgeleverde brug: a. Buitenwerk ƒ334,60. b. Beschoeiing Noordkant 100, c. Visserij voor 6 jaar toegestaan aan Tjamke Smit, die de noodbalken voor de zijl moet bewaren. d. Geen boete voor te late oplevering, maar wel 150,kosten voor het niet leveren van de loods voor de noodbalken. 24-8-1822, 3. Toezending door Grietman Baarderadeel van rekening der vernieuwing en verlegging van de brug. 14-12-1822, 3. Toezending door Sneek van rekening van Sietze Meinderts, wegens gelever de turf ad 133,78, waarvan het door deze stad te betalen aandeel bedraagt 33,45. 21-1-1823, 10. Verzoek door Grietman Baarderadeel om inlichtingen aangaande de visserij, verpacht door de contribuabelen aan Tjamke Smit, kasteleinsche op de Dille. Door Burgemeesteren verwezen naar Sneek, de eigenaar der Dille. 25-2-1823, 2. Op voorstel van Sneek besloten het teren en aanaarden van de brug op de Krinserarm op te dragen aan de Gecommitteerden van het dorp Oosterwierum: Andries Sakes Smeding en Jildert Hayes. 18-5-1824, 7. Toezending door Grietman Baarderadeel van Staat van Uitgaven der Gecom mitteerden van de Dillezijl, ad 116,30, met verzoek het stads aandeel ad 29,07-k, te betalen. In advies gehouden. 7-8-1824, 4. Door B. en W. wordt aanmerking gemaakt op de post van 42,10 voor Ge committeerden. Hiervoor het gevoelen vragen van B. en W. Sneek. 14-8-1824, 9. B. en W. Sneek hebben geen aanmerkingen en adviseren tot betaling aan de Gecommitteerden Andries Sakes Smeding en Jillert Hayes Stellingwerf te Ooster wierum. B. en W. gaan hiermee accoord. 16-11-1824, 1. Missive Baarderadeel, houdende, dat het onderhoud der Dillezijl 66, bedraagt, waarvan het aandeel der stad is 16,50, te betalen aan de Gecommit teerden Andries Sakes Smeding en Jillert Hayes Stellingwerf. 16-9-1826, 10. Toezending door Baarderadeel van de rekening der Dillezijl, waarbij ge-1 vraagd wordt van de stad betaling van 35,aan de Gecommitteerden A.S. Sme ding en J.H. Stellingwerf. Zal voldaan worden. 13-12-1828, 6. Verzoek Baarderadeel om te betalen 1/4 der onderhoudskosten der Dillezijl over 1829 en 1830, ad 18,86 (d.i. 1/4 van 75,45) aan de Gecommitteerde Jil lert Hayes Stellingwerf te Oosterwierum. Zal voldaan worden. 18-10-1831, 3. Mededeling door Baarderadeel aangaande het aandeel der stad in het on derhoud der Dillezijl over 1832, bedragende 38,20. Ordonnantie afgegeven. 11-12-1832, 10. Toezending door Baarderadeel van besluit Ged. Staten, betrekking hebben de op de verplichting tot het onderhoud van de op- en afreed aan de Zuidzijde der Dillezijl, met verzoek aan B. en W. om hun gevoelen en evt. bedenkingen mede te delen. B. en W. berichten, dat zij van oordeel zijn, dat het buiten twijfel is, dat de onderhoudsplichtigen der Dillezijl verplicht zijn om de opreed vanaf de brug tot zover de leuningen strekken, te onderhouden, en dat zij, die verplicht zijn de schoeiwallen of kaden, strekkende vanaf die leuningen te onderhouden, ook ver plicht zijn de opreed of aardeweg even zo ver te onderhouden. 24-4-1838, 7. Toezending door Grietman Baarderadeel van afschrift van de door de admi nistrerende Gecommitteerden van de Dillezijl opgemaakte en goedgekeurde rekening van het onderhoud van 16-7-1833 tot 16-7-1837. Verzocht wordt het stads aandeel ad 67,74 te voldoen. Op betaling zal order gesteld worden. 24-11-1838, 6. Toezending door Ged. Staten van extract besluit van Ged. Staten van 21-6-1838, N5/282aangaande het onderhoud der op- en afreed van de Zuidkant der Dillezijl. Missive Baarderadeel, houdende verzoek om op Donderdag 30-4-1840 zich door een lid van B. en W. op de Dille te doen vertegenwoordigen, ter beraadslaging over bovengenoemd besluit van Ged. Staten. Van Boelens en Waller worden afgevaardigd. 25-4-1840, 9.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 127