185.
Missive Baarderadeel aangaande het onderhoud der op- en afreed van de
Dillezijl Zuidzijde, onder mededeling der correspondentie tengevolge van de laat
ste bijeenkomst op de Dille met B. en W. van Sneek en ten geleide van het laatst
daarover aan Ged. Staten gerichte verzoek, met verzoek de stukken t.z.t. terug
te mogen ontvangen, met de mening van B. en W. alhier.
Stukken gesteld in handen van Mr. J.H. van Boelens en O.P. Waller, met machti
ging deze zaak volgens eigen gevoelen af te doen. 19-5-1840, 10.
Besluit Ged. Staten aangaande de voldoening aan het 2e lid van het be
sluit van Ged.'Staten van 9-4-1840, met aanschrijving aan Baarderadeel, Leeuwar
den en Sneek, om spoedig mede te delen waarom deze voldoening nog niet heeft
plaats: gehad.
Provisioneel in advies gehouden. 4-7-1840, 5.
Missive Gouverneur, houdende herinnering om te voldoen aan het besluit van
Ged. Staten van 18-6-1840 aangaande het doen van rapport, waarom aan het bestuur
van Rauwerderhem nog niet is gerestitueerd de som van 60,,voor het aanaarden
en ophogen van de op- en afreed der Dillezijl
Antwoord per Missive dezerzijds 4-8-1840, N34/634. 4-8-1840, 8.
Besluit Ged. Staten, houdende beschikking op missive Rauwerderhem van
10-7-1840 en op de dientengevolge ingekomen missives van Baarderadeel 1-8-1840,
van B. en W. Leeuwarden 4-8-1840, en van B. en W. Sneek 26-6-1840, alle betrek
king hebbende op het aanaarden en ophogen van de op- en afreed van de Dillezijl.
Provisioneel in advies gehouden. 31-10-1840, 5.
Besluit Ged. Staten aangaande het niet voldoen aan Rauwerderhem van
60,wegens verschotten van aanaarden en ophogen van op- en afreed van de
Dillezijl in 1837.
Aangezien reeds kort na het vorige besluit van Ged. Staten met Baarderadeel is
bepaald, dat door deze onder protest van ongehoudenheid voor de voldoening der
gehele som zou worden zorg gedragen, is door B. en W. besloten het nodige onder
zoek in te stellen, en het resultaat aan Ged. Staten te berichten.
15-12-1840, 4.
Antwoord door Grietman Baarderadeel op Missive dezerzijds 15-12-1840, N34/
958, aangaande voldoening der"verschotten der aanaarding en ophoging van de op
en afreed van de Dillezijl on 1839.
Kosten zijn voldaan door Baarderadeel.
Op restitutie order gesteld. 22-12-1840, 15.
Toezending door Baarderadeel van de goedgekeurde rekening van de admini
strerende gecommitteerden der Dillezijl, wegens hun uitgaven sedert 10-11-1838,
met verzoek de vereffening te bevorderen.
Circuleren bij de leden. 22-1-1842, 9.
Missive Gouverneur aangaande de bevloering van de opweg van de straatweg
naar de Dille met verbrijzelde keien, houdende verzoek te berichten of de stad
genegen is bij te dragen tot het onderhoud, aangezien het Rijk wel de kosten der
bevloering, maar niet het onderhoud op zich wil nemen.
Door Raad besloten te berichten, dat de stad bereid is het onderhoud van de weg
op zich te nemen, voor dat gedeelte, waartoe ze verplicht is.
R18-4-1842, 1.
Missive B. en W. Sneek, houdende voorstel om over de verbetering in de
doorvaart der Dillezijl onderling een bijeenkomst te houden op Zaterdag 16-9-1843
bij de kastelein P.P. van der Meulen op de Dille.
Wethouder H. Bolman gecommitteerd. 12-9-1843, 5.
Toezending door B. en W. Sneek van tekening, bestek en begroting voor de
verplaatsing van het ene bruggehoofd voor de Dillezijl, met verzoek plaats en
tijd te bepalen voor een bijeenkomst, echter zonder de contribuabelen van Baarde
radeel.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat het bestek zal worden onderzocht, en het
resultaat bericht, maar dat B. en W. oordelen, dat een bespreking zonder de
contribuabelen weinig zin heeft.
Daarom wordt schriftelijk opgave van evt. voorstellen verzocht.
21-10-1843, 5.
Antwoord B. en W. Sneek op Missive dezerzijds 21-10-1843, N48/900.
Voorgesteld wordt de kosten voor verplaatsing van het bruggehoofd voor gemeen
schappelijke rekening te nemen.
Door B. en W. alhier wordt geantwoord, dat, hoewel de verplaatsing van weinig
belang is voor de stad, zij toch bereid zijn, voor hun 1/3 deel bij te dragen,
dus voor 170,21-11-1843, 4.
Toezending door Baarderadeel van afschrift der aldaar goedgekeurde re
kening der administratie van de gecommitteerden der Dillezijl, wegens uitgaven
van 15-12-1841 tot heden, met verzoek voor het aandeel der stad ad 54,een
ordonnantie te mogen ontvangen.
Hieraan zal voldaan worden. 8-12-1845, 5.
