189
Missive 22-2-1844, N48/221:
Toezending van missive van pachter Irnsumerzijl aan de Kanaal-Maatschappij.
B. en W. geven de pachter geen ongelijk. Het verschil loopt thans nog over de
al of niet voldoening van diens aandeel in de door U.Ed. gemaakte kosten, ad
14,25. Moet hij deze voldoen, dan zal hij o.i. ook van U.Ed. restitutie kun
nen vragen van de helft der door hem gemaakte kosten ad 15,95. Hoe U daar
over ook moge denken, wij verzoeken U in elk geval zijn pretensie ad 113,
te voldoen, en indien U.Ed. meent, dat het billijk is voor de helft restitutie
te ontvangen van de door U.Ed. gemaakte kosten, en daanentegen niet te delen
in de door de pachter gemaakte, dan gelieve U hierover te disponeren ter secre
tarie alhier, alwaar deze alsdan zullen worden uitbetaald.
Mededeling door de pachter der Irnsumerzijl, dat de gebruikers van de dam
in het Woudmansdiep door de Fonejacht de doorreed aldaar steeds ophogen, zodat
vele schepen aldaar niet langer kunnen passeren.
Door B. en W. besloten dit te berichten aan Gouverneur, met verzoek het nodige
te bewerkstelligen in het belang van scheepvaart en waterlossing.
18-5-1844, 9.
Verzoek van Reinder Ruurds Reitsma, kastelein en sluiswachter aan de
Irnsumerzijl onder Friens,. om tegemoetkoming in de pacht voor 1844 wegens de ge
ringe scheepvaart tengevolge der dit jaar plaats hebbende slatting van het Ko-
lonelsdiep, en verdere daarmee in verband staande vaarten.
In handen B. en W. gesteld. R12-9-1844, 10.
Door Raad besloten om, aangezien er de eerste tijd meerdere slattingen
zijn te wachten, op de pacht ad 1.821,een korting toe te staan van 250,
dus 1.571 voor 1844. R6-3-1845, 9.
Goedkeuring Ged. Staten. 25-3-1845, 1.
R22-4-18452.
Antwoord van Idaarderadeel op Missive 28-8-1846, N904, aangaande het
recht der visserij aan de Irnsumerzijl.
Provisioneel in advies gehouden. 7-10-1846, 9.
(In Missive 28-8-1846, N904 wordt aan Idaarderadeel medegedeeld, dat in
1477 Leeuwarden door LeeuwarderadeelTietjerksteradeelIdaarderadeel
en Smallingerland namens Oostergoo in het bezit is gesteld van de Nijdamsterzijl
(Irnsumerzijl)benevens visserij (Charterboek I, 670)
In 1630 is dit door het Hof gehandhaafd tegen Idaarderadeel)
Verzoek van Wed. Reitsma, pachtersche van de Irnsumerzijl, aangaande de
verandering van de voetmaat in de bestaande ordonnantie of taux in de Neder—
landsche ellemaat.
Geantwoord wordt, dat de oude maat in de ordonnantie moet worden overgebracht
in de nieuwe maat, en hiervan is melding te maken aan de voet der ordonnantie,
en op het bord bij het vallaat. 26-5-1849, 14.
Mededeling door Burgemeester dat de verpachting van Irnsumerzijl en Nes
serzijl heeft plaats gehad, en dat beide aan de vorige pachters gebleven zijn:
Irnsumerzijl voor 2.008,(vroeger 1 .827,
Nesserzijl voor 200,(vroeger 250,
De verpachting van het Verlaat is ingehouden, wegens de niet ontvangen goed
keuring op het toltarief. R6-2-1851, 14.
Nesserzijl. 1811 - 1813.
Missive van Maire, 12-3-1813, aangaande het onderhoud der Nesterzijl, bij
Missive N63. Index M 1813
fol. 70, N92
Nesserzijl. 1814 en later,
Door B. en W. besloten tot inspectie op Zaterdag 17-9-1814 van o.a.
de Nesterzijl. 13-9-1814, 9.
Bij openbare verhuring op 20 en 21 November 1815 is voor de tijd van
Mei 1816 tot Mei 1823 verhuurd de Nesterzijl aan H.T. Zijlstra voor 115,
per jaar. 25-11-1815, 1. 27.
In verband met het wegspoelen der Oude Zijl in de nabijheid der Nesserzijl,
waardoor de schippers gelegenheid hebben deze laatste te mijden, tot schade van
de pachter, is door B. en W. besloten om de Grietman van Idaarderadeel te ver
zoeken de passage door de Oude Zijl te beletten, of de stad vrijheid van hande
len te geven. 11-12-1824, 15.