192.
Verzoek van Haye Pieters Miedema, pachter der Stadsherberg Oude Schouw,
om deze te mogen overdragen aan Klaas Luitzen Krikke, wonende te Oudehaske.
13-10-1821, 11.
Door B. en W. niet toegestaan. 30-10-1821, 8.
Missive Gouverneur, houdende klacht, dat de pont of schouw van het over
zetveer over de wetering bij Oude Schouw niet veilig meer is.
Pachter aangeschreven om maatregelen te nemen en verantwoordelijk gesteld voor de
gevolgen. 4-12-1821, 1.
Verzoek van Haye Pieter Miedema, huurder der Stadsherberg Oude Schouw,
om de verdere huurjaren tot Mei 1825 te mogen overdoen aan Wiebe Meijer, kaste
leinsknecht te Heerenveen.
Borgen: Harmen Lammerts Knol, kastelein in het Oud Posthuis te Heerenveen, en
Reinder Everts van der Wal, zilversmid aldaar.
Toegestaan door B. en W. 30-4-1822, 4.
Mededeling aan Raad, dat huurder Haye Pieters Miedema de Oude Schouw
heeft overgedragen aan: Wiebe Meijer te Heerenveen. R6-5-1822, 15d.
Verzoek van Wiebe Johannes Meyer, pachter Oudeschouw, om per 12-5-1825
de pacht 7 jaar te mogen continueren, mits voor 600,in plaats van voor
844,
Door Raad toegestaan, daar bij publieke verhuring door onbekwame personen dik
wijls te veel wordt geboden, gelijk ook is gedaan door de voorganger Haye Pie
ters Miedema, die het geluk had de pacht na 2 jaar te kunnen overdoen aan Mey
er. 9-10-1824, 14.
R18-11-1824, 9.
Toezending door Utingeradeel van een lijst der eigendommen van de ge
meente aldaar, met verzoek deze terug te zenden naar de fungerend Inspecteur
van het Kadaster alhier.
Huurwaarde huis met herberg, etc. te Oude Schouw is hierop te hoog getaxeerd:
n.1. op 832,terwijl het geheel is verhuurd voor 600,tot aan 15—6—
1832.
Aangezien deze taxatie te hoog is gesteld, is door B. en W. besloten de goed
keuring in te trekken, en eenNbeklag in te dienen. 28-10-1826, 13.
Verzoek van Utingeradeel om opgave der voordelen en lasten van de Nes
terzijl en van de Oude Schouw onder Akkrum over 1816-1826.*
In handen Secretaris gesteld. 12-7-1828, 4.
Gegevens verzonden per Uitg. Missive dezerzijds 15-7-1828, N568.
15-7-1828, 7.
Toezending door Gouverneur van voorstel een brug te leggen over.de
Nieuwe Wetering bij Oude Schouw, en omtrent de schikkingen daartoe, aangezien
het pontveer aldaar eigendom der stad is.
Door B." en W. besloten inlichtingen in te winnen bij de pachter.
5-4-1831, 7.
Raad heeft geen bezwaar tegen een brug, in verband met de aanleg van de
straatweg van Leeuwarden tot de Overijsselsche grens, mits vooraf een billijke
schadeloosstelling aan de stad wordt toegekend.. R25-4-1831, 1.
Door Raad is besloten om, aangezien de pachttijd van Klanderij en Oude
Schouw eindigt, per 12-5-1832, aan B. en W. en aan de Bouw Commissie op te
dragen te onderzoeken in hoeverre in de voorwaarden verandering te brengen.
R5-8-183110.
Wegens het ongunstige tijdstip is besloten de verpachting uit te stel
len, en de tegenwoordige pachters 1 jaar te continueren. R13-9-1831, 4.
Van 12-5-1832 tot 12-5-1833 is de Oudeschouw gecontinueerd aan dezelf
de pachter voor dezelfde pachtprijs. R4-10-1831, 4.
Door Raad is besloten om, daar de pachttijd der Oude Schouw per 12—5—
1833 eindigt, voor beide percelen een verpachting te beproeven voor 7 jaren.
R3-9-1832, 7.
Ter voldoening aan R3-9-1832, 7. is door B. en W. de verpachting be
paald op Zaterdag 20-10-1832.
Aankondiging in Leeuwarder en Harlinger Couranten. 18-9-1832, 8.
Door de tegenwoordige pachter Wijbe Johannes Meyer is 836,50 geboden
voor 7 jaar.
Hiermee gaat Raad niet accoord: tegen 836,50 hoogstens 3 jaar, tegen minstens
900,voor 7 jaar.
Door pachter is geboden 900,voor een contract van 7 jaar.
Contract gesloten. 10-11-1832, 24.
R12-11-1832, 12.
Toezending door Gouverneur van verzoek van Minister van Financien om
vrijstelling voor de brievenpost van veergeld te Oudeschouw.
Door Raad besloten te weigeren, omdat de opbrengst ad 100,per jaar niet ge
mist kan worden, en deze tevens een vergoeding is voor de pachter, die dag en
nacht moet gereed staan. R19—10—18321.