202.
Res. Gouverneur aangaande de nieuw vastgestelde bepalingen op het uit
wijken van stoom- en zeilschepen.
Besloten daaraan uitvoering te geven. 24-1-1846, 6.
Toezending door Gouverneur van publicatie aangaande het doorvaartsgeld
bij de Vollegabrug te voldoen. 27-2—1847, 4.
Mededeling door (Jed. Staten van K.B. 23-8-1848, N69, en van het daarbij
goedgekeurde Reglement van Prov. Staten op het slatten en onderhouden van de
vaarten en waterleidingen in Vriesland, en wel ter vervanging van het Reglement,
goedgekeurd bij K.B. 14-1-1843, NI 11.
Bijgevoegde bekendmaking publiceren. 20-9-1848, 9.
Mededeling door Ged. Staten van K.B. 19-8-1849, N85, waarbij wordt goed
gekeurd een aanvulling van het Reglement op het gebruik der trekvaarten en trek-
wegen in deze provincie. 26-9-1849, 4.
Besluit Gouverneur aangaande de bepalingen op het voeren van seinlichten
op stoomschepen in zee, ter verkenninging van de koers bij nacht.
20-3-1850, 4.
Aanschrijving Ged. Staten aan de Plaatselijke Besturen aangaande de jaar
lijks te doene opklaring, zuivering, verbetering door slatting, etc. der vaarten,
etc.
Medegedeeld aan Architect. v 19-3-1851, 9.
Stedelijke (Vaar)waters Algemeen.
Aanschrijving door Ged. Staten om jaarlijks in de eerste helft van Augus
tus bepaalde nader aangegeven vaarten te doen opklaren, en in December van elk
jaar hiervan verslag uit te brengen.
(Prov. Blad. N40)11-9-1819, 2.
Beantwoording opgedragen aan Secretaris. 14-12-1819, 9.
Rapport, dat de reparaties aan de Paardewaden zijn aangenomen door Jan
van Assen voor 1.100,s R11-10-1819, 6f.
Door Burgemeesteren besloten, in verband met het dooor Ged. Staten be
paalde (Besl. Ged. Staten 7—9—18*19N12.) aangaande het opklaren der vaarwaters:
a. De aanhandelaars van as en vuilnis aan te zeggen "de publieke vaarten onder
de stad op te klaren, en de dam in de Weaze voor de Blokhuissteeg op te rui
men, en de vaart bevaarbaar te houden.
b. De stadsgrachten te hekkelen.
c. De landlieden aan te zeggen de naar de stad leidende binnenvaarten te doen
ooklaren. 15-8-1820, 4.
Aan Ged. Staten medegedeeld (op grond van Besl. Ged. Staten 7-9-1819,
12., Prov. Blad N40)dat de waterleidingen in deze gemeente gedurende dit jaar
zijn opgeklaard, en dat daaraan volgend jaar geen bijzondere verbeteringen behoe
ven te worden gedaan. 4-12-1824, 14.
Door B. en W. Commissaris van Politie verzocht erop toe te zien dat al
le sloten en waterlossingen voor 1-10-1825 gereinigd worden, en in 't bijzonder
die aan de 01de Galileën, die zeer vervuild zijn. 20-8-1825, 16.
Door Commissaris van Politie is aan opdracht voldaan.
Dit berichten aan Ged. Staten. 29-10-1825, 4.
Ter uitvoering van Besluit Ged. Staten 7-9-1819, N12, berichten, dat
de waterlossingen in deze gemeente tijdens dit jaar behoorlijk zijn opgeklaard, en
dat daaraan in eerstvolgend jaar geen bijzondere verbeteringen behoeven te wor
den gedaan. 3-12-1825, 12.
Aanschrijving door Ged. Staten om telkens in Augustus niet alleen de
hoofdvaarten, maar ook de daarin uitlopende vaarten door de onderhoudsplichti
gen te doen opklaren.
In handen Commissaris van Politie. 1-8-1826, 12.
Mededeling door Commissaris, dat is voldaan aan het besluit van B. en
W. 1-8-1826, 12., aangaande het opklaren en zuiveren van vaarten en waterlos
singen. 7-10-1826, 17.
Ter voldoening aan het besluit van Ged. Staten van 7-9-1819, 12.,
wordt door B. en W. bericht, dat de waterlossingen in deze gemeente tijdens dit
jaar behoorlijk zijn opgeklaard, en dat daarin het eerstvolgend jaar geen bijzon
dere verbeteringen behoeven te worden gedaan. 2-12-1826, 21.
Aanschrijving door Gouverneur om alle beletselen in de kanalen en wate
ren, die de afstroming van overtollig water hinderen, uit de weg te ruimen.
9-6-1827, 4.
Door B. en W. Commissaris van Politie verzocht de onderhoudsplichti
gen van vaarten en waterlossingen te doen aanzeggen deze op tijd te doen op
klaren, en hiervan voor 1-9-1827 verslag te doen. 31-7-1827, 9.