Verzoek van Reindert Jans Niemendal, kastelein buiten de Vrouwenpoort,
P 41, om de sloot ten Oosten van het schilpad (singel) tussen zijn herberg en
de woning P 40 aldaar, te mogen dempen, en door een stekje van de weg naast de
singel af te rasteren.
Door Raad besloten het verzoek gedurende 4 weken ter inzage der leden te leg
gen, en B. en W. te verzoeken na te gaan of er ook belanghebbenden zijn, en
zich evtmet deze te verstaan. R4-7-1850, 9.
Op grond van het rapport van B. en W., dat het toestaan van het ver
zoek voor de bij de sloot belanghebbenden voordelig is, is door Raad besloten
het gevraagde toe te staan, onder de volgende voorwaarden:
1. Stek plaatsen volgens rooiing, door Stadsbestuur aan te geven.
2. Langs dit stek een goot maken, waardoor het water niet over de weg, maar
door een kolk en riool naar de stadsgracht, of naar de sloot ten Noorden
van het erf van aanvrager wordt geleid.
3. Bij bouwen op het gedempte gedeelte geen uitgang maken zonder vergunning van
B. en W.
4. Bij nalatigheid alles weer in vorige toestand brengen.
5. Contract opmaken met tekening op kosten van aanvrager. Rl-8-1850, 8.
Verzoek van Jan van Dam, koopman, om:
1. De sloot tussen een aangekochte tuin M 249 en de Stads Singel achter de
Kazerne, te mogen dempen.
2. Aldaar een riool te mogen aanleggen onder de singel door, voor een in de
tuin te stichten gebouw.
Toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a. Dempen en leggen riool voor rekening verzoeker.
b. Voorgevel van te stichten gebouw moet in de lijn der voorgevels der wonin
gen Sectie G Nrs1054, 1055, 1056.
c. Verzoeker moet-op eigen kosten een hekje maken tussen tuin en singel.
d. De grond aan de singelziide van het stekje wordt door de stad onderhouden.
R6-2-185 19.
Onderhoud Vaarwaters.
Harlingervaart en trekweg.
Leggers
Antwoord van B. en W. Sneek en B. en W. Harlingen op Uitg. Missive
dezerzijds 31-5-1844, N48/519, aangaande de leggers van onderhoud van de
Sneker en Harlinger trekvaart. f 11-6-1844 10
Medegedeeld aan de Archivaris, als zijnde belast met het opmaken der leggerSv
Res. Ged. Staten, houdende herinnering aan de inzending der leggers
van onderhoudsplichtigen der Harlinger en Sneker vaarten, en van de wallen van
deze
Door B. en W. besloten de eerste beide leggers onverwijld inzenden, en de reden
op te geven, waarom de inzending der laatste voorlopig nog niet kan plaats
hebben. 18-6-1844, 6.
Besluit van Ged. Staten aangaande de leggers van onderhoudsplichtigen
der Harlinger- en Snekervaarten. 29-6-1844, 10.
Door B. en W. besloten de herziene legger der onderhoudsplichtigen
der Harlinger trekvaart vast te stellen, en deze ter goedkeuring te zenden aan
Ged. Staten. R11-7-1844, 2.
Goedkeuring door Ged. Staten. 12-11-1844, 2.
R21-11-1844, 1.
Onderhoud. 1811 - 1813.
Voorstel van Maire Harlingen om aldaar tot het opmaken van de jaar
lijkse rekening der trekwegsgelden een comparitie te houden.
Antwoord bij Missive 31-7-1811, N154. M31—7—1811, 2.
Verzoek van Maire Dronrijp, 15-11-1813, dat het brugje bij de rijdbrug
te Dronrijp ten spoedigste mag worden gerepareerd.
Gesteld in handen van Buysing. Index M
fol 95, N455