219.
Mededeling B. en W. aan Raad, dat zijn verpacht voor 5 jaar:
Tolhek Ritzumazijl: Simon Martens Rollingswier 200,
Tolhek Kingmatille: Ruurd Hylkes de Jong 215,
Tolhek Koetille: Ynse Harmens van der Tol 280,
R9-1-1832, 9.
(23. en 4
Aanbieding door B. en W. aan Raad der conditiën van de tegen 21-1-1837
aangekondigde verpachting der 3 tolhekken op Ritzumazijl, Kingmatillen en Koe
tille. R16—1—1837, 9.
Toezending door B. en W. van Harlingen van verzoek van Wed. Y.H. van
der Tol, pachtersche van het tolhek te Koetille, om schadeloosstelling wegens
verlies door de slatting der trekvaart in 1838.
B. en W. antwoorden, dat van de pachters te Kingmatille en Ritzumazijl nog geen
verzoeken alhier zijn ingekomen.
Aangezien Koetille bij Harlingen ligt, kan de Raad van die stad daar beter over
oordelen dan de Raad alhier. R7-1-1839, 2.
Verzoek om schadeloosstelling door de pachters:
Symen Martens Rollingswier te Ritzumazijl.
Ruurd Hendriks de Jong te Kingmatille.
Missive van B. en W. van Harlingen aangaande het verzoek van Wed. Y.H. van der
Tol te Koetille.
Besloten de beide eerste in handen van B. en W. te stellen, en de laatste in
advies te houden. R21-2-1839, 11.
Missive van B. en W. Harlingen aangaande de verzoeken der pachters,
met verzoek te mogen vernemen, hoe de Raad alhier over deze verzoeken denkt.
22-6-1839, 8.
Door Raad alhier besloten het verzoek der pachters te Ritzumazijl en
Kingmatille af te wijzen, zulks in verband met het pachtcontract van 21-1-1837
en met de beslissing van de Raad van Harlingen op het verzoek van de pachter
sche te Koetille. R25-7-1839, 8.
Raad Harlingen gaat hiermee accoord. R26-9-1839, 4.
Bericht door B. en W. van Harlingen van de aldaar op 10-2-1842 plaats
gehad hebbende verpachting der tolhekken op Ritzumazijl, Kingmatille en Koetille.
8-3-1842, 9.
Toezending door B. en W. Harlingen van afschrift procesverbaal van de
verpachting op 10-2-1842. 26-3-1842, 5.
Accoord tussen Leeuwarden en Harlingen van 25-7-1646:
"aangaande te vervallen tollieden te Zweins" (Kingmatille).
27-7-1844, 1.
Missive van B. en W. Harlingen aangaande het onderstandsdomicilie van:
Johannes Stedehouder, in verband met het accoord van 25-7-1646.
Verzocht wordt te berichten, hoe hier wordt gedacht over de verplichting tot
onderhoud van iemand, wonende op het Tolhuis te Kingmatille.
Besloten B. en W. van Harlingen te verzoeken een afschrift van het contract
te zenden, daar dit in het Stadsarchief alhier niet is gevonden.
27-7-1844, 1.
B. en W. gemachtigd tot verpachting van de opkomst der tolhekken te
Ritzumazijl, Kingmatille en Koetille, waarvan de pacht in 1849 afloopt.
R10-12-1846, 16.
Mededeling door B. en W., dat de opkomst van het tolhek op Ritzumazijl
voor 5 jaar is verpacht voor 225,per jaar aan:
Simon Martens Rollingswier onder Deinum. R7-1-1847, 20. 6a.
Idem van het tolhek te Kingmatille voor 302,per jaar aan:
Pieter Jans Jansonius te Schalsum. R7-1-1847, 20. 6b.
Idem van het tolhek te Koetille voor 255,per jaar aan:
IJpe Hannes van der Tol te Midlum. R7—1—184720. 6c.
Verzoek van Janke Oedzes Diemers, Wed. Simon Martens Rollingswier, wo
nende bij Ritzumazijl, om een billijke vermindering van pacht, te voldoen op
1-5-1850 en de beide volgende jaren, als pachtersche van het tolhek op Ritzuma
zijl, omdat na de verpachting door Prov. Staten is bepaald, dat geen vee los
langs de trekwegen mag worden gedreven, waardoor zij jaarlijks een schade van
50,— lijdt.
Voorzover de Raad betreft, afgewezen, aangezien het nadeel niet wordt veroor
zaakt door de verpachters, maar door de provincie. R2-5-1850, 12.
Verantwoording der tollen. 1811 - 1813.
Missive van Maire Harlingen in antwoord op een ontvangen missive van
de Bouw Commissie alhier, mededelende genoegen te nemen in de overdracht van
het tolhek van Ritzumazijl aan:
Jan van 't Klooster, in plaats van aan Sake Foppes. M7-5-1811, 14.
