220.
Octrooi door Staten van Vriesland verleend. 1641
Door de Magistraten van Leeuwarden en Harlingen
ordonnantie en taux vastgesteld. 23-3-1686
Wijziging van deze. 29-9-1729-
Idem. 16-8-1756
Missive aan Maires Leeuwarden en Harlingen, houdende in welke gevallen
de Dronrijpster schippers verplicht zijn de bij de Missives van 11-4-1811 en 7-4-
1812 bedoelde tollen te voldoen.
Zie Missive aan Maire Harlingen N149.
Rapport i.v.m. ingekomen Missive Maire Harlingen 25—5—1812) bij Missive N168.
Index M
10-5-1812, N24
Aanschrijving om binnen 10 dagen in te zenden de vereiste bewijzen van
de eigendommen der tollen, betzij met overlegging der stukken zelve of door een
acte van notoriteit, alle in de Franse taal.
Dit is gedaan door Maire Harlingen.
Rapport bij Missive N13. (1813).
Aanschrijving tot de inzending dezer stukken.
Gesteld in handen van Griffier.
Rapport in 1813 bij Missive N13.
Index M
16-5-1812, N121
onder
Index M
14-10-1812, N238
Toezending door Maire Harlingen van een extract uit de Trekwegsrekening
1/5. Index M
17-8-1812, N244
Verantwoording der tollen. 1814 en later.
In overleg met Burgemeesteren van Harlingen wordt aan de Tollieden
te Ritzumazijl, Kingmatille en Koetille op hun verzoek toegestaan een vermin
dering van 10 op de pacht over 1814 en 1815, ter voldoening der schade, ge
leden door de vrijstelling, door de opvolgende gouvernementen verleend aan de
militairen, commiezen, inspecteurs, controleurs, deurwaarders, ontvangers,
mannen van de Landstorm, e.a. M26-4-1815.
Missive van Maire Harlingen, met voorstel om de Rekening Trekweg over
1812 op te nemen.
Beantwoord bij Missive NI90, en dag bepaald op Donderdag 23-9-1813.
Rekening op die dag gesloten. Index M 1813
fol. 70, N316
Besloten de Secretaris op te dragen de laatste trekwegsrekening van
de overleden Rentmeester P. Dorbout te controleren. 17-5-1814, 6.
Toezending door B. en W. Harlingen van de Trekwegsrekeningen 1814-1820,
met verzoek om toezending der Leeuwarder rekeningen, en voorstel om een dag ter
vaststelling der rekening te Harlingen te bepalen. 17-6-1820, 7.
Rapport over de staten der bevaren tollen van de Harlinger Vaart, van
1-5-1816 - 1-5-1820.
Door B. en W. besloten deze staten naar Harlingen te zenden, met last aan de
Secretaris om spoedig de liquidatie der wederzijdsche rekeningen op te maken.
22-8-1820, 18.
Afrekening der bevaren tollen Leeuwarden^Harlingen.
Door Raad in advies gehouden. R25-4-1821, 3.
Mededeling, dat de Trekwegsrekeningen 1815-1820 wegens de wederzijdse
tollen zijn opgemaakt
Besloten de afrekening nader te bepalen. 23-6-1821, 10.
Missive B. en W. Harlingen, aangaande het sluiten der Trekwegsrekenin
gen Mei 1814 - Mei 1820, onder voorwaarde, dat bet batig saldo ad 1.637,92
aan Harlingen komt volgens oud gebruik.
Door B. en W. Leeuwarden wordt hiertegen bezwaar gemaakt: voorgesteld de zaak
uit te stellen tot later. 30-6-1821, 6.
Afrekening der bevaren tollen Leeuwarden-Harlingen.
Door Raad in advies gehouden. R4-2-1822, 11a.
Door B. en W. besloten aan Harlingen te doen weten, dat Leeuwarden het
handhaven van tollen voor gebruik van de trekweg langs de Harlingervaart voor
de veerschepen van Dronrijp en Franeker van belang acht, en om een regeling te
treffen, dat door Commissarissen te Leeuwarden de vracht wordt opgetekend, en
tevens de tol geïnd, zonodig door uitkoop, gelijk voor 1811.
Verder te bepalen wat de Dronrijper schippers sedert 1811 aan tol schuldig zijn.
Verder aan Harlingen voor te stellen een resolutie te nemen, gelijk aan die door
de Raad alhier. (Zie Rdsbslt. R25-10-1821, 1.). 15-1-1821, 10.