221
Toezending door B. en W. Harlingen van 4 extracten uit de Trekwegsreke-
ning der stad, met verzoek een dag vast te stellen voor de sluiting dier reke
ning over de laatste 10 jaren.
Besloten: Donderdag 5-8-1824 voor te stellen.
Ged. Staten machtiging vragen tot betaling van 2.447,58. 27-7-1824, 1.
B. en W. Harlingen gaan hiermede accoord. 31-7-1824, 1.
Machtiging door Ged. Staten om bovengenoemd bedrag te betalen aan Har
lingen voor meerder ontvang der Trekwegstollen van 1-5-1814 - 1-5-1824, en wel
uit het Fonds voor Onvoorziene Uitgaven Dienst 1824. 9-10-1824, 2.
Terugzending door B. en W. Harlingen van het 5-8-1824 afgegeven bewijs.
16-10-1824, 9.
Toezending door B. en W. Harlingen van staat van 1-5-1824 - 30-4-1825
ontvangen Trekwegstollen, en van de uitgaven voor de trekweg, met verzoek na
goedkeuring de verevening te bewerkstelligen.
Besloten aan Harlingen toe te zenden 203,24-^, zijnde dit het bedrag, dat Leeu
warden aan Harlingen schuldig is. 18-6-1825, 6.
Terugzending door Harlingen van het trekwegboek, na dit te hebben ge
tekend, en toezending van het Harlinger trekwegboek naar hier ter tekening.
21-6-1825, 3.
Toezending door B. en W. Harlingen van extract uit de Trekwegsrekening,
bevattende de opbrengst der bevaren tollen van 1-5-1825 - 1-5-1826, ad 954,55,
na aftrek der kosten.
Besloten door B. en W. een bedrag ad 252,04, dat van de Leeuwarder rekening
ad 1.258,69 Harlingen toekomt, daarheen over te maken. 22-7-1826, 4.
Terugzending door Harlingen van de van hier toegezonden verevening, na
ondertekening, en toezending van het rekeningboek, dat getekend wordt terug ver
wacht. 29-7-1826, 4.
Toezending door B. en W. Harlingen van de Rekening der bevaren Trekwegs
tollen ad 889,88.
Hier bedraagt deze rekening 1.171,90%y dus 282,02^ meer, waarvan aan Harlin
gen toekomt 200,
Besloten aan Harlingen een ordonnantie ad 241,04 1/4 te zenden.
23-6-1827, 10.
Toezending door B. en W. van een staat der bevaren tollen van 1-5-1827
- 1-5-1828.
Besloten de verevening te zenden met een order tot betaling ad 383,26.
14-6-1828, 10.
Toezending door B. en W. Harlingen van e staat van ontvang en uitgaaf
der bevaren Trekwegstollen aldaar van 1-5-1828 - 1-5-1829.
Door B. en W. hier een enkele aanmerking gemaakt. 13-6-1829, 6.
Toezending door B. en W. Harlingen van de staat van ontvang en uitgaaf
der bevaren Trekwegstollen van 1-5-1829 - 1-5-1830, met verzoek om een gelijke
staat van hier te mogen ontvangen.
Besloten de staat dezerzijds ad 218,96^ toe te zenden ter verevening.
29-5-1830, 8.
Missive B. en W. Harlingen aangaande de verpachting der bevaren tollen.
Door B. en W. in advies gehouden. 16-11-1830, 6.
In verband met het voorstel van Harlingen tot verpachting over te gaan
wegens de tegenwoordige geringe opbrengst bij eigen invordering, is door B. en W.
besloten om, alvorens tot verpachting over te gaan, te trachten bestaande mis
bruiken op te sporen en te verbeteren. 22—11 183018.
Besloten aan Harlingen te berichten, dat Leeuwarden met verpachting ac
coord gaat, maar niet eerder dan per 1-5-1831, en niet langer dan voor 5 jaar.
Tot zolang wordt nog de eigen inning gehandhaafd, en worden de Commissaris
Auke Verlaat, en de optekenaars der tol te Franeker en te Dronryp:
Jan Wolbartus en Jouke van der Meulen, aangemaand tot plichtsbetrachting.
10-12-1830, 11.
In de vergadering van B. en W. is aan Auke Verlaat plichtsbetrachting
aanbevolen. 11-12-1830, 7.
Eveneens is ingevolge bovengenoemd besluit van B. en W. aan de opteke
naars der tollen:
Jan Wolbartus te Franeker en Jouke van der Meulen te Dronrijp, nadrukkelijk aan
bevolen hun plicht zorgvuldig te betrachten, en is bepaald om aan Harlingen
voor te stellen de controle te Franeker voor de schepen uit Harlingen op te
dragen aan de Leeuwarder Commissaris aldaar, en voor die uit Leeuwarden aan de
Harlinger Commissaris aldaar. 14-12-1830, 11.
B. en W. Harlingen gaan hiermede accoord. 18—12—1830, 6.
Missive B. en W. Harlingen, waarbij wordt accoord gegaan met verpach
ting van de bevaren tollen voor 5 jaren, ingaande 1-5-1831, met verzoek de
voorwaarden te ontwerpen.
Besloten door B. en W. een ontwerp te maken. 18-12-1830, 5.