222. Besloten door B. en W. het ontwerp der bevaren aan B. en W. van Har- lingen te zenden, ter beoordeling, tevens met opgave van de wijze, waarop thans de tollen van de doorjager van Dockum, die hier niet geïnd worden, worden ver antwoord. 29-1-1831, 14. Toezending door B. en W. van het concept der voorwaarden voor de ver pachting der tollen, ingericht volgens het gezonden voorstel. Besloten dit in Raad te brengen. 19-2-1831, 6. Door Raad besloten B. en W. te verzoeken aan Harlingen voor te stellen de verpachting der tollen een jaar uit te stellen, in afwachting van het resul taat der thans genomen maatregelen ter wegneming van misbruiken bij de eigen in ning. R28-2-1831, 4. Missive B. en W. Harlingen, houdende instemming met dit voorstel. 5-3-1831, 1. Toezending B. en Harlingen van de staat van ontvang en uitgaaf der Trekwegstollen van 1-5-1830 - 30-4-1831. Besloten na opmaking der rekening wegens deze stad, over te gaan tot de gewone verevening. 14-6-1831, 3. Voorstel Harlingen om bij de voorwaarden van verpachting der Trekwegs tollen behalve de leden der rustende schutterijen ook die der mobiele vrij te stellen. Verder mededeling, dat de verpachting op 8-12—1831 zal plaats vinden. Verzocht wordt toezending der tolordonnantie Besloten de ordonnantie van 23-3-1686, gewijzigd 29-9-1729 toe te zenden. 19-11-1831, 7. Mededeling Ontvanger, dat Auke Pieters Verlaat, de ontvanger der Trek wegstollen, tot heden nog niet heeft afgedragen het halfjaar, verschenen 1-11-1831, en dat er sedert 1-5-1832 ook niets is betaald. Verzocht wordt machtiging tot vervolging in rechten. In Raad gebracht. 5-5-1832, 19. Besloten deze machtiging te verlenen, daar hij reeds meermalen is aan gemaand door Burgemeester en Ontvanger. R14-5-1832, 8. Goedkeuring Raadsbesluit door Ged. Staten. 1-6-1832, 3. Salaris en uitschotten voor Mr. B. Albarda in de zaak tussen de Stads Ontvanger Cats en de ontvanger der Harlinger Trekwegstollen: Auke Verlaat, ad 97,16. R25-2-1833, 10. 2. Toezending door B. en W. Harlingen van de Staat van Ontvan en Uitgaaf der Trekwegstollen van 1—5—1831 - 30-4-1832. 22-9-1832, 10. Toezending door B. en W. Harlingen van de vereveningsrekening der Trekwegstollen, met verzoek deze getekend terug te zenden. 29-9-1832, 14. Missive B. en W. Harlingen aangaande de slechte invordering der Trek wegstollen door de Commissaris te Dronryp en te Leeuwarden, met voorstel deze te verpachten. Besloten dit voorstel in advies te houden en de Commissaris te Dronrijp te ont bieden in B. en W. 20-10-1832, 14. Aangezien de verpachting der tollen moeilijk gaat (die van de Dokkumer is tevergeefs beproefd in 1832), wordt voorgesteld de bestaande regeling te behouden, maar de Commissaris op te dragen geen open rekening met de schipperij te houden. Hetzelfde aan Commissaris Rubertus te Franeker op te dragen. 3-11-1832, 12. Toezending door B. en W. Harlingen van de Staat van Ontvang en Uitgaaf der Trekwegstollen van 1-5-1832 - 1-5-1833. 22-10-1833, 3. Voorstel B. en W. Harlingen om de tollen der Harlingervaart te verpach ten, nu de post van Commissaris der trekschuiten en optekenaars der tollen va cant is In Raad gebracht. 11-2-1834, 4. Besloten van B. en W. Harlingen te vragen de voorwaarden, waarop deze verpachting met vrucht zou zijn uit te voeren. R18-2-1834, 2. Missive B. en W. Harlingen in antwoord op Uitg. Missive dezerzijds 24-2-1834, NI 10/146, houdende mededeling, dat de conditiën van verpachting der watertollen door de Raad aldaar zijn goedgekeurd, met verzoek ze hier ook aan de Raad voor te leggen. Besloten hiertoe een Commissie te benoemen: S. Salverda, Mr. J. Eekma, H. Bolman. Rl-4-1834, 4. Rapport Commissie: Aangeraden wordt de verpachting te beproeven. Door Raad hiertoe besloten. Tevens wordt de Commissie opgedragen maatregelen te ontwerpen tot verbetering van de opbrengst der tollen (zoals o.a. tolplicht voor schepen, die, niet trekschepen zijnde, reizigers vervoeren, en van het trekpad gebruik maken.). R23-7-1834, 7.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 165