225.
Missive B. en W. Harlingen, houdende goedkeuring der hun bij Missive
dezerzijds 26—10—1850, N102/1179 toegezonden voorwaarden van verpachting, en
concept-instructie voor de eventuele pachter als Commissaris.
In advies gehouden door B. en W.
Mededelen aan Raad. 6-11-1850, 7.
Missive B. en W. Harlingen in antwoord op Missive dezerzijds 28-11-1850,
N102/1346, aangaande de verpachting der bevaren tollen voor de trekschepen Har-
lingen-Leeuwarden. 4-12-1850, 11.
Nieuwe verpachting der bevaren tollen Leeuwarden-Harlingen.
Provisioneel pachter zijn geworden voor:
Traject Leeuwarden Franeker: Dirk Tuinstra voor 405,
Traject Leeuwarden-Harlingen: Nutte Hoedemaker en Konstantinus Bakker voor 485
Traject Harlingen-FranekerNanne van der Woude en Pieter Bollemans voor 90,
Medegedeeld aan B. en W. Harlingen. 7-12-1850, 2.
Bericht B. en W. Harlingen, dat zij er genoegen mee nemen, dat de pacht
der bevaren tollen thans wordt gegund aan de hoogste bieders.
31-12-1850, 5.
Het bovenstaande medegedeeld aan de Commissarissen der trekschepen
Leeuwarden-Harlingen, met bericht, dat deze verpachting ingaat per 1-1-1851, en
dat vanaf dit tijdstip hun betrekking ophoudt.
Aan de Commissaris te Leeuwarden:
Reinicus Douwes Nauta tevens eervol ontslag uit deze betrekking gegeven.
31-12-1850, 5a.
Verzoek der pachters van de tollen tussen Franeker en Leeuwarden om:
B. en W. Harlingen op te merken, dat door het kopen van de Leeuwarder schip
pers van een der trekschepen en veren uit de beurt Harlingen-Franeker, de
beurt der schuit, die door hen kan worden waargenomen, ('s morgens 9 uur van
Harlingen en 's avonds 7 uur van Franeker), aan hen wordt toegekend, of voor
een gedeelte remissie van de pacht der tollen verleend.
Aangezien door B. en W. Harlingen geen maatregelen zijn genomen tot vermindering
der pacht, wordt door B. en W. geantwoord, dat er geen termen zijn te voldoen
aan het verzoek, dat derhalve wordt afgewezen. 25-6-1851, 8.
Getekende terugzending van het Register der verevening der trekwegs-
tollen Leeuwarden-Harlingen van 1-5-1849 tot 31-12-1850. 16-7-1851, 12.
Commissarissen-optekenaars Trekwegtol.
Mededeling Burgemeesteren Harlingen, dat Raad aldaar het traktement
van de optekenaren der trekveertollen Y.I. Visser, te Franeker, op diens ver
zoek heeft verhoogd van 70,met 25,wegens serieuze dienstverrich-
ting.
Hij verzoekt de Raad van Leeuwarden ook om verhoging.
Raad heeft bezwaar tegen verhooging, wegens de consequentie bij vacature:
daarom wordt een jaarlijkse gratificatie ad 25,toegekend.
6-8-1822, 3.
R2-9-1822, 1.
Verzoek van Lammert Tijssens Veltman te Dronrijp om aanstelling als
Commissaris en optekenaar der tollen aldaar, in plaats van Willem Terluin,
overleden.
Door B. en W. in advies gehouden. 19-12-1826, 6.
Idem van Jouke Jans van der Meulen en Klaas Klazes Poelstra te Dron-
rijp.
Door B. en W. op lijst der sollicitanten geplaatst. 23-12-1826, 15.
Besloten door B. en W. aan Wed. Willem Terluin te Dronrijp toe te
staan de functie van Commissaris en optekenaar der tollen te Dronrijp provi
sioneel te continueren. 23-12-1826, 17.
Besloten te benoemen als Commissaris tot opschrijving der tollen te
Dronrijp voor Leeuwarden en Harlingen:
Jouke van der Meulen, om per 1-5-1829 in functie te treden. 3-1-1829, 15.
In afwachting van de inning der tollen door verpachting wordt voor
lopig nog de eigen inning gehandhaafd, en worden de Commissaris te Leeuwarden:
Auke Verlaat, en de optekenaars der tol te Franeker en Dronrijp:
Jan Wolbartus en Jouke van der Meulen, nadrukkelijk aanbevolen hun plicht
zorgvuldig te betrachten: (Zie nader Trekwegstollen)24-12-1830, 11.
Ontvanger Leeuwarden bericht, dat Auke Verlaat, Ontvanger der Trek
wegstollen aldaar, tot heden niet heeft afgedragen het halfjaar, verschenen
1-11-1831, en dat sedert 1-5-1832 ook niets is betaald.
Machtiging tot vervolging verleend.
(Zie nader: Trekwegstollen). 5-5-1832, 19.