231
Verzoek van Gerard Hendrik Hillebrand, pachter van het Vallaat, om
het tarief der tol voor de doorvaart, vastgesteld bij ordonnantie van Magi
straat 5-9-1690 en 27-10-1747, in zoverre te wijzigen, dat inplaats van al
leen het uitvaren, gelijk thans, tevens voor het invaren tol is verschuldigd.
Door Raad in handen gesteld van de Bouw Commissie. R6-2-1845, 11
Verzoek van Hendrik Hillebrand, pachter van het Vallaat, om enige
vermindering op de pachtprijs van 1.825,
Vooralsnog hiertoe geen termen aanwezig. R7-8-1845, 5.
Voorstel Directeur van Politie om aan de woning van de Vallaatsman
een bord te plaatsen, waarop duidelijk is vermeld, wat ieder schipper heeft
te betalen, evenals dit met betrekking tot de regel van doorvaart reeds se
dert lang plaats vindt.
Secretaris verzocht het nodige te bevorderen. 13-8-1845, 12.
Verzoek van G.H. Hillebrand, pachter van het Verlaat, om wegens de
slatting der Bolswarder Vaart, waardoor hij minder ontvangen heeft, een bil
lijke korting op de pachtsom te mogen ontvangen.
In handen der Commissie tot de Financiën. R2-4-1846, 2.
Korting ad 150,toegekend. R7-5-1846, 16.
Goedkeuring Ged. Staten. R4-6-1846, 1.
Inzending door Architect van een certificaat van betaling voor de
aannemer G. Visser alhier, wegens het vernieuwen van een paar deuren in
het verlaat, volgens bestek.
Ordonnantie wordt uitgereikt. 1-7-1846, 13.
2 Missives Gouverneur en 1 Missive Architect aangaande de sluiting
van het vallaat buiten de Vrouwenpoort.
Is reeds gevolg aan gegeven. 13-1-1847, 8.'
Besluit Ged. Staten aangaande de opening van het Verlaat alhier.
Is reeds gevolg aan gegeven. 3-2-1847, 8.
Adres van G.H. Hillebrand, pachter Verlaat alhier, aangaande het
recht begrip van het woord "uitvaren", voorkomende in de ordonnantie en
taux, waarnaar hij en de doorvarende schippers zich zullen hebben te regelen,
en de tol te betalen.
In advies gehouden tot volgende vergadering.^ 24-3-1847, 20.
Bestek voor het maken van een paar nieuwe deuren in het Vallaat.
9-6-1847, 15.
Adres van B.B. van Kammen, en andere belanghebbende schippers,
houdende klacht over de pachter van het Vallaat H.J. Hillebrand.
Gesteld in handen van Directeur van Politie voor onderzoek en afdoening.
25-8-1847, 26.
Besluit van Ged. Staten aangaande het sluiten en stempelen der deu
ren van het vallaat alhier. 4-1-1848, 9.
Benoeming van een Commissie van 2 leden uit B. en W. om de pacht—
conditiën van het vallaat, waarvan de huurtijd eindigt 12—5—1851, te herzien,
en daarover advies uit te brengen.
Benoemd zijn Mr. J.H. van Boelens en D. Zeper. 10—7—1850, 16.
Vaststelling der voorwaarden voor de verpachting voor 7 jaar, in
gaande 12-5-1851 tot 12-5-.1858 van huis met vallaat en visserij aldaar.
B. en W. gemachtigd tot de verpachting. R19-9-1850, 3.
Aangezien de benoemingen der schepen, waarvan krachtens ordonantie
van 27-10-1747 aan het vallaat tol kan worden gevorderd, zodanig zijn ver
ouderd, dat de berekening der tol onregelmatig is, en meermalen tot onaan
genaamheden aanleiding geeft, wordt bij de nieuwe verpachting in 1851 het
tarief veranderd, en wordt daarvoor in'plaats der benaming, de grootte der
schepen tot maatstaf genomen.
Met tekst van het vastgesteld tarief. R19-9-1850, 5.
Mededeling door Ged. Staten, dat Min. van Binnenl. Zaken het tol
tarief voor het verlaat alhier, zoals dat bij Raadsbesluit R19—9—1850, 5. is
herzien, niet heeft goedgekeurd.
In advies gehouden.
B. en W. verzocht een ander tarief voor te dragen. R6-2-1851, 2.
In 1851 is de verpachting van het Verlaat ingehouden, wegens de
niet ontvangen goedkeuring op het toltarief. R6-2—1851, 4.
B. en W. worden gemachtigd op de thans bestaande voorwaarden met
het tegenwoordig tarief het verlaat voor 1 jaar te verpachten, en dan in de
loop van dit jaar het tarief te herzien, en daarop de goedkeuring van Z.M.
te vragen. R13-2-1851, 4.
Op grond van bovenstaand Raadsbesluit wordt aan de pachter G.H. Hil
lebrand de pacht nog 1 jaar gegund tegen 1.825,de tegenwoordige prijs,
onder voorwaarde dat, indien de stad een gedeelte van de tuingrond bij het
huis nodig heeft, hij dit tegen billijke schadevergoeding moet toestaan.
19-2-1851, 19.
Mededeling door B. en W. dat de tegenwoordige pachter van het
Verlaat, G.H. Hillebrand, de pacht nog voor 1 jaar heeft aangenomen op
de bestaande voorwaarden, voor dezelfde som en met gelijke borgstelling.
R20-2-1851 6.