Swette.
Verzoek Grietman Menaldumadeel om maatregelen te nemen tot slatting
der Zwette.
Aangezien er ter secretarie geen bescheiden zijn, die de onderhoudsplicht re
gelen, verzoeken Burgemeesteren de Grietman om evt. bescheiden op te zenden.
13-11-1819, 4.
Herinnering door Gouverneur aan Res. Ged. Staten 3-3-1836, aangaande
de gebreken in de waterkering de Swette onder de gemeente. Verzoeke hieraan
gevolg te geven. 2-6-1838, 2.
Missive Hoofd-Ingenieur Waterstaat aangaande de afgraving der water
kering "De Swette". 19-6-1838, 5.
Aanbieding door Burgemeester van staat van opneming der defecten aan
de waterlossing "De Swette", vanaf Schenkenschans tot aan de Schradijk, bene
vens de onderscheidene onderhoudsplichtigen..
Door B. en W. besloten de onderhoudsplichtigen aan te schrijven de op de staat
aangegeven gebreken te herstellen en vervolgens het bestaande profiel aan te
hogen tot de vorige staat. 7-5-1839, 6.
Vliet.
Besloten door B. en W. om, in verband met ondiepte in het Vliet,
vooral bij de draaibrug, de pachter van as en vuilnis, Berent Miedema, aan
te schrijven, om zonder verwijl het Vliet aldaar te leiken. 25-5-1819, 2.
Voordracht Majoor van het Vliet, houdende enkele bepalingen ter re
geling van de scheepvaart.
In handen Secretaris gesteld. 13-11-1819, 10.
:n-~- Ontwerp oude doorvaart door'Vliet door Raad aangenomen.
Met tekst van het Reglement. R6-12-1819, 13.
Ontwerp van een order, die de schippers, die het Vliet passeren, heb
ben in acht te nemen.
Door B. en W. in Raad gebracht. 4-12-1819, 7.
Ontwerp regeling doorvaart door Raadscommissie nagezien en goedge
keurd. Het kan afgekondigd worden. 21-12-1819, 6.
Mededeling door Ged. Staten, dat zij voor notificatie hebben aangeno
men de bij Missive 29-12-1819, N414 toegezonden Keur of order op vaart door
het Vliet. (Raadsbesl. R6 —12—1819)18-1-1820, 3.
Besloten door Raad om, in verband met de vele ondiepten in Stadsgrach
ten en het Vliet, de pachter van as en vuilnis, Berent Miedema, aan te schrij
ven zich stipt te gedragen naar de conditiën der verpachting van 21—1—1815.
R6-9-1820, 5.
In verband met de vernieuwing van de molen tegenover Schilkampen door
Frans Schaafsma, molenmaker, is door Burgemeesteren besloten op diens kosten
per advertentie de schippers te waarschuwen bij het passeren aldaar de mast te
strijken, in verband met een over het water gespannen touw, terwijl de schepen,
die de mast niet kunnen strijken, de gelegenheid krijgen met staande mast te
passeren. 30-3-1822, 9.
Sedert lang ondervindt de scheepvaart door het Vliet belemmèring.
Moet dit worden ondervangen door slatten of door leiken? R6—10—1828, 2.
(blz92, achter
zijde)
Door B. en W. wordt aan Ged. Staten bericht, dat de eerstvolgende ja
ren geen speciale voorzieningen nodig zijn voor de vaarwaters, behalve voor
het Vliet, dat nodig geleikt moet worden, waartoe voor 1829 2.000,is
uitgetrokken. 2-12-1828, 9.
Besloten door B. en W. om Architect te machtigen om door Sijbren
Murks van der Meer het Vliet over en onder de Witte brug te doen uitdiepen
voor een bedrag ad 25,a 50,15-8-1829, 8.
In verband met een letterlijke handhaving door de politie van de Pu
blicatie van Burgemeesteren van 6-12-1819 aangaande de doorvaart door het
Vliet kwamen er klachten binnen van schippers en van bewoners. In verband
daarmede is door het Raadslid N.J. Dirks voorgesteld wijziging te brengen in
enkele artikelen, zodanig, dat het verbod van lossing tijdens de periode van
doorvaart der marktdagen wordt veranderd in: verbod van overboord lossen, en
dat de bepaling van verbod van liggen, anders dan om te laden en te lossen
wordt veranderd in een verbod om langer dan 8 dagen te blijven liggen, terwijl
het verbod van lossen van aardappelen dient te vervallen.
In handen gesteld van een Raads Commissie, bestaande uit: O.P. Waller, Mr
C.C.C. Warmolts, C.J. Feddes. R6-1-1842, 19.