249. Verzoek Hoofd Ingenieur van de Waterstaat alhier, om voor het Lands- magazijn in de Dienaarstrans een uitgang op de Stadswal te mogen maken, en te vens een spoelslot in de buitengracht. Toegestaan tot wederopzegging. 15-10-1825, 7. Verzoek van Jan Annes de Vries, Wissesstraat K 43, om de harte voor het wassen van vellen, etc. in de stadsgracht achter' de Stadstuin bij de Wisses- dwinger, hebbende behoord aan Levy Velleman, die hij heeft aangekocht, te mo gen behouden. Tot wederopzegging toegestaan. 23-9-1826, 9. Verzoek van Coenraad Velt, vetspinder en Eibert Olivier, vellenbloter alhier, om in de Stadsgracht achter de Boterhoek een kleine barte te mogen hebben om vellen te wassen en te zuiveren. In handen Architect gesteld. 13-3-1827. B Tot wederopzeggens toegestaan, 31-3-1827 20. Verzoek van Abraham Marcus Dwinger, wonende K 287, om te mogen aanhouden de hem in eigendom aangekomen barte tot het wassen van vellen in de statsgracht bij de Wisjesdwinger. In handen Architect gesteld. 17-4-1827, 4. Tot wederopzeggens toegestaan, onder voorwaarde dat de barte wordt ver nieuwd. 12-5-1827, 15. Besloten ter voldoening aan de indertijd met wijlen Rinse Jans Dorama, in leven koopman, gesloten overeenkomst, aan de Erven toe te kennen het recht om ten allen tijde een paar palen en een barte te plaatsen in de sloot bij het Fabers- brugje, of de Vijver aan de Stadsgracht, mits in een bepaalde aangewezen rich ting. 8-3-1836, 9. Verzoek van Pieter van Houten, aannemer publieke werken, om toestemming tot aflossing van water van het hem in eigendom behorend huis op de Grachts- wal alhier, L 21, tot aan de gracht een riool te maken, en tevens een barte of stalt aan de gracht, ter grootte zoals er vele ander aldaar gevonden worden. Toegestaan. 31-3-1835, 15. Verzoek der Directie der Katoenfabriek in de nabijheid der stad om ver gunning in de Potmarge een slot te leggen, lang 6 el, breed 3 el, voor wassen en spoelen van grondstoffen. Toegestaan. 3-4-1838, 11. Verzoek van Sjouke Sipkes Postma, koopman, Vijver sbuurtom toestemming tot het maken van een bartenstalt aan de gracht, voor enige door hem aan de Buitensingel (Oostersingel) gebouwde kamers M 248a-k. Afgewezen, aangezien hij bezijden de woningen een eigen wal bezit, voldoende voor dit oogmerk. 23-11-1839, 13. Verzoek van Willem Geelhof, om voor 3 door hem verhuurd wordende wonin gen aan de Stadsbuitensingel achter de Kazerne een kleine stalt aan de Stads gracht te mogen plaatsen. Tot wederopzeggens toegestaan, 26-5-1840, 13>. Verzoek van Dirk van der Biezen, koopman, Pottebakkersplaat'som tussen Stads Turfschuur en Kazerne in de Stadsgracht een velleblotersbarte te mogen plaatsen. Tot wederopzeggens toegestaan. 26-3-1842, 10. Door B. en W. op diens verzoek toegestaan aan Willem Hendrik Willem van Calfsbeek alhier, om tot weder opzegging toe in de Stadsgracht achter Haakma- buren het thans door hem gebruikt wordend slot te laten liggen voor het wassen van schaapsvellen. 31-5-1842, 7. Verzoek van Wed. S.S, Postma om vergunning voor haar onlangs gebouwde kamers aan de stads buitensingel bij het Cambuursterpad M 248, een barte in de stadsgracht te doen leggen. Toegestaan. 7-6-1842, 9. Verzoek van Jan de Vries, koopman en vellebloter alhier, om vergunning tot het leggen van een barte in de stadsgracht, teneinde daarop vellen te wassen. Toegestaan tot wederopzegging. Plaats zal door Architect worden aangewezen. 13-8-1842, 9. Verzoek van Abraham Marcus Dwinger, om ter hoogte van zijn huis K 287 een barte in de Stadsgracht te mogen leggen voor het wassen van vellen, etc. Afgewezen in deze vorm. De barte'kan echter geplaatst worden tussen Kazerne en Paardenstal bij de Hoeksterpoortnaast de 2 aldaar reeds liggende, vroeger aan andere kooplieden toegestane barten. 17-8-1844, 16. Verzoek van Abraham Marcus Dwinger, alhier, om voor hem op te richten een nieuwe barte voor het wassen van vellen in de Stadsgracht, naast de lijnbaan van J. van der Meulen, ter vervanging van de barte, vroeger door hem ten Oosten der voormalige Hoeksterpoort bezeten, die bij de bouw van de gasfabriek is weggeno men. Res.: Antwoorden, dat het aan B. en W. onbekend is op wiens last en door wie de ze is weggenomen. Dat het verder niet op de weg van B. en W,, maar alleen van de eigenaar ligt om zorg daarvoor te dragen. Dat er derhalve geen termen bestaan

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 192