Rapport van Commissaris van Politie, dat in de 3 laatste maanden van 1815 niet hebben gebrand 4392 lantaarns. Gezocht wordt naar betere verpachtingsvoorwaarden. 3-1-1816, 5. Rapport Burgemeester Romkes, in wiens handen het rapport van Commissaris van Politie was gesteld. Warringa heeft gezegd zijn best te zullen doen. Romkes echter adviseert zich niet te verstaan met de aannemer, maar volgens con tract boeten in te houden. Dit wordt aan de aannemer bericht. 13-1-1816, 12. Missive van J. Warringa, houdende, dat hij op 23-8-1814 heeft aangenomen 1 jaar de lantaarnverlichting te verzorgen, voor 4100,ingaande 1-9-1814, en dat hij tot heden is voortgegaan, en dat dus de stad meer dan 1/4 jaar verschul digd is, boven nog een gedeelte van het vorige jaar der besteding, en dat men hem onmogelijke eisen opdringt, met bedreiging boeten in te houden, zodat hij niet in staat is zulke zware uitgaven nog dit jaar vol te houden. Daarom ziet hij zich ge noodzaakt zich voortaan van deze verlichting te exonereren. Het navolgende nu is in overweging genomen: 1. J. Warringa heeft volgens acte van 25-1-1815 niet voor 1 jaar, maar voor 2 jaar, d.i. van 1-9-1814 tot 31-8-1816, de verlichting aangenomen voor 4100,per jaar. 2. De verschenen termijnen zijn tot eind Sept. bij ordonnantie betaald. 3. Volgens rapport Commissaris van Politie is hij wegens de laatste termijn van 1815 meer boeten verschuldigd dan zijn loonpretentie bedraagt. Daarom is besloten aan de aannemer J. Warringa te insinueren, dat Burgemeesteren zijn kennisgeving van 16-1-1816 niet accepteren, en hem af te vragen of hij genegen is al dan niet de voorwaarden van aanneming na te komen. Bij onvoldoend antwoord wordt hem medegedeeld, dat Burgemeesteren op zijn kosten de verlichting zullen verzorgen. 16-1-1816, 6. Relaas van deurwaarder Lambert Harmenzon nopens het voorgevallene met Jan Dirks Warringa, aannemer.Stadsverlichting. Het relaas wordt gehecht aan de kennisgeving van Warringa, en dit gedeponeerd op de Secretarie. Aan Architect wordt opgedragen procesverbaal op te maken van de staat van de olie kelder op het Raadhuis, en dit de vulders te doen constateren. 20 —1 1816, 7. Rapport van Architect G. van der Wielen aangaande het branden der straat lantaarns. 27-2-1816, 9. Rapport van Architect, dat de tijd van het vullen en aansteken der lantaarns geëindigd is. Voorschot van 200,verstrekt voor het afnemen en schoonmaken der lantaarns door de werklieden. 30-4-1816, 7. Afrekening met de aannemer. Voor de kosten der verlichting van 1-1-1816 tot 1-4-1816 wordt Secretaris opgedra gen een rekening-courant tussen gemeente en aannemer aan te leggen, zo mogelijk tegen Maandag a.s. 15-6-1816, 12. Rapport van Architect aangaande de kosten der straatverlichting van 1-1- 1816 tot 1-4-1816: 2202-2-4. 25-6-1816, 9. In verband met de in de vorige vergadering in advies gehouden staatbiedt de Secretaris een staat aan van wat is betaald. Hieruit blijkt, dat aannemer J.D. Warringa van zijn aannemingssom van 8200,nog toekomt 3758-6—... Aan Architect wordt opgedragen een staat op te maken van zijn verschotten bij het voorzien in de nalatigheid van Warringa. In advies gehouden. 29—6—1816, 6. Rekening van de aannemer lantaarn opsteken J.D. Warringa. 7-6-1817, 9. Aanbieding door Secretaris van Rekening van Warringa van Sept. 1814 tot eind Aug. 1816. Gesteld in handen van J.D. Wierdsma, ten einde een voordracht voor de te betalen boete te doen. 10-6-1817, 4. Aanbieding door Architect van een rekening der lantaarnopstekers wegens extra oppassen en nazien door de gezamenlijke lantaarnopstekers de afgelopen win ter, ad 54, Accoord bevonden: ordonnantie wordt opgemaakt. 15-7-1817, 5. Mededeling door Ontvanger, dat de voormalige pachter der Vleeschmarkt J.D Warringa weigert de achterstallige pachtpenningen te voldoen, omdat hij beweert inzake de verlichting nog een vordering op de gemeente te hebben. Betrokkene wordt ontboden in de vergadering van 2-9-1817 om de rekening te slui ten. 26-8-1817. Mededeling door Pres. Burgem. dat Warringa, pachter der Vleeschmarkt, is geïnsinueerd tot betaling der verschuldigde pacht, die hij weigert wegens vorde ring op de verlichting. Besloten Warringa te verzoeken a.s. Zaterdag te verschijnen in B. en W. om zijn re kening te sluiten. Mocht hij niet willen verschijnen, dan zal aan Ontvanger bericht

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 20