83.
Missive Burgemeester Zutphen aangaande de wijze van verlichting dier stad,
en met toezending van een tekening van een daar in gebruik zijnde hangende lan
taarn. 21-9-1844, 13.
In verband met het door B. en W. medegedeelde aangaande de verlichting
der stad met verbeterde olielampen of met pijpgasis door Raad aan B. en W. ver
zocht de uitslag van het ingestelde onderzoek mede te delen en de nodige voor
stellen te doen in verband daarmede. R10-10-1844, 15.
Voorstel door B. en W.:
1. De tegenwoordige olieverlichting per 1-8-1845 te vervangen door een verlich
ting met pijpgas
2. Dit mededelen aan Ged. Staten en aan alle ingezetenen, met verzoek om zich
eventueel voor deelname aan deze verlichting op te geven.
3. Op nader vast te stellen voorwaarden deze verlichting openbaar aan te beste
den.
In advies gehouden en ter inzage der leden. R24-10—1844, 10.
In advies tot volgende vergadering. R7-11-1844, 2.
Het voorstel van B. en W., gedaan in een vorige vergadering, aangenomen.
R21-11-18443.
Aanbieding door de Commissie tot de Bouwzaken van de voorwaarden voor de
aanbesteding van de straatverlichting door pijpgas.
Goedgekeurd met enkele veranderingen.
B. en W. gemachtigd tot aanbesteding. R5-12-1844, 17.
Inzending door Architect van rekening van F. Alberdink en Zoon te Amster
dam, ad 5227,50 wegens levering van 130 vaten Patentolie, naar genoegen ontvan
gen.
Ordonnantie opgemaakt en toegezonden. 8-4-1845, 4.
Mededeling door John Bryan, aannemer der gasverlichting, dat het hem we
gens vertraagde afzendingen uit Engeland onmogelijk is geweest de straatverlich
ting per 1-10-1845 gereed te hebben. Verzoeke daarom de verlichting voorlopig op
de bestaande wijze te continueren. 8-10-1845, 25.
Missive GouverneuT aangaande de gasverlichting van het Gouvernementsge
bouw ter vervanging der beide lantaarns aan de voorzijde.
Bericht wordt, dat de nodige maatregelen worden genomen. 13-12-1845, 3.
.Inzending door Architect van de geviseerde rekening van J.W. Roos alhier,
wegens leverantie van 20 vaten Raappatentolie voor de verlichting.
Architect bericht daarbij, dat nog 700 kan over zijn, wat niet voldoende is, om
voor de gehele winter te voorzien in de verlichting der gebouwen en tijdelijk ge
plaatste lantaarns.
Voorgesteld wordt tot 1-1-1846 dé bestaande situatie te behouden, en daarna voor
elk gebouw afzonderlijk de olie op bonnen bij een aangewezen leverancier te betrek
ken. Zo kan men voor de kosten van verlichting voor elk gebouw afzonderlijk hou
den.
B. en W. gaan hiermede accoord.
Voor 1846 wordt als leverancier aangewezen de koopman:
Klaas Tigler Wybrandi alhier. 20-12-1845, 10.
Invoering der gasverlichting per 1-1-1846. R5-2-1846, 16.
Missive Architect aangaande het aanbrengen of verplaatsen van nog enige
gaslichten in deze stad, in verband met 2 daartoe in zijn handen gestelde verzoe
ken.
De nodige orders daartoe gegeven. 25-2-1846, 8.
Verzoek door Baron Van Schwartzenberg en Hohenlansberg, c.s. om ter ver
lichting van de steeg, lopende naar de Amelandstuin een lantaarn te plaatsen op
een overeen te komen plaats
In advies gehouden. 22-4-1846, 12.
Inzending door Architect van geviseerde rekening door S. Nieuwenhuis, lan
taarnopsteker, wegens het opsteken van tijdelijk gebrand hebbende lantaarns op pa
len, sluitbomen, etc. 16-5-1846, 12.
Rapport door Commissaris van Politie, dat 46 lantaarns niet hebben gebrand
op onderscheidene tijden.
Aannemer J. Warringa hiervoor beboet. 20-9-1846, 12.
Inzending door Architect van 3 certificaten van betaling ter regeling der
finale afrekening met de aannemers der gasverlichting vanaf de oprichting tot
30-6-1847.
Is reeds gevolg aan gegeven. 28-7-1847, 18.
Voorstel Architect tot plaatsing van nog enige gaslichten op de daartoe
aangegeven plaatsen.
In advies tot de volgende vergadering. 22-9-1847, 20.
Verzoek van enige eigenaars of bewoners van huizen Achter de Hoven om ver
lichting en Ratelwacht, evenals het geval is bij Vliet en Grachtswal.
Afgewezen aangezien de kosten daartoe aan contribuabelen in rekening te brengen,
veel te hoog zouden worden, indien zij naar evenredigheid dezer straten zouden bij
dragen. Dit is bericht aan Mevr. A.C. Andreae, geb. Nauta, eerste ondergetekende
van het adres. 29-9-1849, 16.