Nieuwe aanleg bij Wirdumerpoort
Verzoek van Wed. S. van der Meulen, alhier, om herstelling van de af
schutting harer woning, die door afgraven van een gedeelte der stadswal is be
schadigd.
In advies gehouden, totdat de afgraving bij de Wirdumerpoort is voltooid.
27-7-1833, 12.
Aanbieding van een door Architect samen met Roodbaard vervaardigde teke
ning van de aanleg bij de Wirdumerpoort alhier.
In handen Bouw Commissie. Rl-6-1835, 9.
Op voorstel der Commissie wordt dit plan aangenomen, onder bepaling, dat
geen begin zal worden gemaakt voordat het bezit van het molenaarshuisje aldaar
is verzekerd, evenals de drogerij van de blauwververij in het Zaailand van Ro
denburg. R18-9-1835, 9.
Aangezien de eigenaar van het molenaarshuisje en de blauwverver Roden
burg tot een schikking bereid zijn, is besloten met het werk aan te vangen.
R19-10-1835, 6.
Verzoek Gouverneur om de plannen van het bestuur aangaande de aanleg
van de stadswal bij de afgebroken Wirdumerpoort.
Geantwoord wordt, dat deze in deliberatie bij de Raad zijn: zodra deze besloten
heeft, zal dit bericht worden. 5-9-1835, 8.
Voorstel van J.V. Coulon om het bij de Wirdumerpoort aan te leggen stra
tenplan te bezigen tot berging der wagens, die totdusver steeds tot hinder der
ingezetenen op de Wirdumerdijk zijn geplaatst geweest.
Dit voorstel is niet in behandeling genomen, aangezien het reeds in overweging
is bij B. en W. R14— 12— 183516
Besloten aan B. en W. en de Bouw Commissie op te dragen te onderzoeken
in overleg met Roodbaard en Architect of het ter verfraaiing van de aanleg bij
de Wirdumerpoort ook gewenst is de demping te doen geschieden tot aan de brug
bij de Bargesteeg, en dat deze brug dan kan worden weggenomen. R11—1—1836, 4. 1
Door Raad aan B. en W. en Bouw Commissie opgedragen te onderzoeken of,
en zo ja tot welke prijs, de timmerman Meyer de woningen bij de brug en hem in
eigendom behorende, zal willen afstaan. R11-1-1836, 4. 2
Commissie rapporteert, dat Hendrik Meyer de woningen ongaarne zal af
staan, maar vraagt, indien dit moet, 8.000,wat te hoog is.
Het blijkt, dat door de stad tot wederopzeggens aan ziin voorganger IJble Fokkes
deze grond is afgestaan.
(Zie acten 13-12-1760, 26-4-1767 en 22-8-1768).
Voorlopig zal geen gebruik worden gemaakt van het recht van wederopzegging,
omdat het doel slechts is verfraaiing, en mede in het belang van de eigenaar.
R18—1—1836, 1.
Rapport Commissie:
Aan IJbele Fokkes is indertijd concessie verleend om op stadsgrond aan de voet
van de stadswal en aan de z.g.n. Oude Stadsgracht, tegenover de 'Varkensmarkt
bij en aan het Ruiterskwartier een huis op te trekken, ten grondpacht, ten al
len tijde intrekbaar.
Meyer heeft dit huis gekocht van de Erven IJbele Fokkes, en er op eigen gezag
2 huizen bij gebouwd.
Commissie adviseert: Meyer bij deurwaardersexploit aan te zeggen deze af te
breken, om hem te noodzaken bij de Raad een vergunning tot wederopzegging aan
te vragen.
Aldus besloten door Raad. Rl-2-1836, 11.
Mededeling door B. en W. dat de toegestane som van 7.000,voor aan
leg bij de Wirdumerpoort onvoldoende is, waarom wordt voorgesteld voor de fi
nanciering verder voorlopig te gebruiken de gelden, afkomstig van de verkoop
der stal en huis D 149, en van de verkochte bomen op het bolwerk.
Aldus besloten door Raad. R21-3-1836, 12.
Van Hendrik Meyer is een schrijven ingekomen, waarin hij verklaart dat hij
voor de bewuste grond grondpacht betaalt, en verklaart onmogelijk aan de eis
tot amotie der gebouwen B 1365 te kunnen voldoen.
Hij wijst als getuigen aan: Johannes Schermer en huisvrouw, wonende in de Sneker
Stal, die 12 jaar in zijn huis hebben gewoond, en Dirk Dirks, schipper alhier.
Commissie advisieert tot opzegging, en, indien hij daaraan niet verkiest te
voldoen, tot aanspreking in rechten.
In advies gehouden en op secretarie ter inzage voor de leden. R9-5-1836, 6.
Besloten aan H. Meyer alle aldaar geplaatste woningen op te zeggen ter
amotie. R4-7-1836, 7.