129.
Missive Gouverneur, waarbij de aandacht wordt gevestigd op de bescha
diging van het plantsoen aan de straatweg langs de Grote Wielen, nabij de Schan-
serbrug door de huurders van het grasgewas van een stuk miedland aan de Noord
kant van deze weg, en in eigendom behorende aan de stad.
Verzoeke maatregelen te nemen tot voorzorg.
In handen Secretaris om in overleg met de notaris der verhuring, voortaan het
nodige te bevorderen. 28-7-1847, 10.
Antwoord aan Gouverneur per Missive dezerzijds N98/1062.
25-8-1847, 2.
Toezending door C.d.K. van missive van Hoofdingenieur Waterstaat in
2e district, aangaande het aansluiten van een polderdijk tegen de grote weg naar
Groningen onder Lekkum.
Gesteld in handen van gecommitteerden voor de inpoldering om'bericht.
21-9-1850, 2.
Lekkumerweg
Missive Leeuwarderadeel aangaande de slechte toestand van het stuk
weg tussen Bonkebrug en Oude Zwarte Weg, voornamelijk dat deel, dat in een
Westelijke richting doorloopt.
Besloten aan de tot verbetering verplichte personen de nodige aanzegging te
doen. 11-3-1846, 9.
Rapport van Wethouder O.P. Waller aangaande verbetering van de Lekku-
mer rijdweg, ter wegneming van het gevaarlijke van de op- en nederreed (volgens
gegeven last en machtiging)
Jentje Wybrandi gaf vergunning om van zijn land (Kad. Sectie F 1, 48 Roeden en
80 Ellen), zoveel af te nemen als nodig tot verbreding en verlegging van de
weg. Evenwel onder voorwaarde, dat de weg naast dit perceel, waarop een pel
molen staat, nooit van stadswege met houtgewas zal worden beplant, en dat hem
als waarborg een afschrift van het daartoe te nemen besluit wordt ter hand
gesteld
B. en W. gaan hiermede accoord.
Afschrift zal worden gezonden. 16-5-1846, 16.
Oldegalileën. Camstraburen
Oldegalileën.
Inzending door Padmeesters van Oldegalileën van een staat van omslag
der gemaakte kosten wegens repareren van het voetpad, verzoekende machtiging
tot het invorderen der gelden. 22-4-1820, 5.
Padmeesters zullen de belanghebbenden bijeenroepen om te komen tot een
regeling tot voldoening der achterstallge schuld. 29-4-1820, 13.
Door Raad besloten een verordening aan te nemen voor het onderhouden
van het stenen voetpad op Oldegalileën, waartoe een omslag zal worden geheven
van de uitgangen van landen, de bezitters van paarden en van de eigenaars der
huizen. R13-3-1826, 8.
Verzoek door Gouverneur om inlichtingen aangaande het stenen voetpad
op Oldegalileen
Door B. en W. wordt geantwoord, dat er totdusver geen reglementen of keuren
bestaan. Vanouds is het pad onderhouden door de aanwonenden, de laatste ja
ren uit een fonds, gevormd door een omslag van de eigenaren, met een retri
butie van 2,per jaar van de drankboeren, die bij gesloten water hierlangs
gaan.
Het beheer geschiedt door gekozen gecommitteerden (Padmeesters).
Het betalen der verschuldigde bijdragen gaat slecht: daarom is een Reglement
ontworpen. 29-4-1826, 10.
Goedgekeurd door Z.M. 7-10-1826, 10.
Mededeling hiervan in Raad. R24-10-1826, 1.
In verband met het verzoek van Mindert Alberts Bokma de Boer omtrent
het maken van het voetpad op Oldegalileën voor diens huizen No.'s 30, 30a, 31,
31b, 34a-p, en het plaatsen van een hek, in advies gehouden bij besluit B. en
W. 12-11-1825, 8., wordt geantwoord, dat in dit verzoek is voorzien door de
Verordening op het Voetpad Oldegalileën, die is goedgekeurd bij K.B. 10-9-1826,
NI 16, en eerstdaags in werking wordt gebracht. 10-10-1826, 10.