130. Benoemd als Gecommitteerden voor het stenen voetpad op Oldegalileën: Mindert Alberts Bokma de Boer en Willem Ter Horst. 10-10-1826, 11. Benoemd als taxateurs voor het vaststellen der huurwaarde der huizen op Oldegalileën voor het bepalen van ieders aandeel in het stenen voetpad al daar: Taeke Smeding en Jan Pieters van der Wal. 21-11-1826, 13. Verzoek van Evert Kemper, timmerman en trekschipper, Oldegalileën N 54, om het hok, gebouwd voor zijn huis over de straat op de wal, dat de Architect hem op 23-11-1826 opdroeg te verwijderen, te mogen behoüden na het verplaatst te hebben in de rooilijn. Tot wederopzegging toegestaan. 25-11-1826, 20. Verzoek van Bote Kalfsbeek, Mr. Grofsmid, Noordvliet, om te mogen be houden een houten hut, dienende als stalling van 3 a 4 koeien, staande tegen over diens huis en stalling op Oldegalileën No. 20 en 21, welke hut buiten de rooilijn staat. (Publicatie 14-10-1826). Toegestaan de hut provisioneel te houden tot 12-5-1827. 2-12-1826, 18. Verzoek van Mindert Alberts Bokma de Boer om provisioneel te mogen be houden de houten hut tegenover het aan hem behorend huis N 27 op Oldegalileën, onder verplichting van verplaatsing in de rooilijn. In handen Architect. 5-12-1826, 5. Tot wederopzegging toetestaan, mits plaatsing in de rooilijn. 9-12-1826, 19. Door B. en W. besloten bekend te maken, dat de registers der landen en van de taxatie der opneming van de huizen, contributieplichtig voor het ste nen voetpad op Oldegalileën, ter visie zullen liggen van Maandag 19-2-1827 tot 28-2-1827. 17-2-182718. Verzoek van sommige eigenaars van huizen op Oldegalileen, t.w.: E.S. Jellema, 0. Lubberts, J.D. Visser, T.S. Oevering, S. Tulp, D. Vonk, J.M. Glotzbach, T. van Wicheren, C.C. Feddes, T. Cats, Wed. Medendorp, om de publi catie van 14-10-1826 aldus te wijzigen: 1. De haven niet voor -rekening van het fonds, maar voor de omliggende panden. 2. Eigenaren van landerijen aldaar,'die geheel de bruggen onderhouden, een ho gere contributie te doen betalen. 3. Het stenen voetpad vloeren met kromme klinkers. 4. Gebruikers van paarden voor ieder paard, gehouden boven noodzaak, meer te doen betalen. 5. Niet de huurwaarde der gebouwen tot basis der heffing nemen, maar het straatoppervlak, gelijk sedert enige jaren in de binnenstad geschiedt. Afgewezen. 9-3-1827, 17. Door B. en W. besloten het Register der onderhoudsplichtigen voor het stenen voetpad op Oldegalileen, dat ter visie heeft gelegen van 19 Febrtot 28 Febr. 1827, vast te stellen en Gecommitteerden te vragen op te geven hoe groot de omslag dit jaar zal zijn. 9-3-1827, 26. Missive Commissaris aangaande de al of niet bestaande verplichting voor Tiete Klazes Dijkstra om mede te betalen tot het stenen voetpad op Olde galileën. In advies gehouden en Gecommitteerden gehoord. 17-1-1829, 13. Het blijkt dat betrokkene niet gehouden is tot betaling voor de per celen N 126 en 127 Hiervan aantekening doen in het Register van 9-3-1827. 20-1-1829, 9. Door B. en W. besloten de rekening van het stenen voetpad op Oldegali leën te stellen op Zaterdag 30-12-1830. 26-10-1830, 5. Rekening 1827 - 1830, bedragende: Ontvang 741, Uitgaaf953,05. Nadelig saldo 212,05. Rekening goedgekeurd, en de gecommitteerden: Mindert Albertus Bokma de Boer en Willem Ter Horst ontheven en vervangen door: Esger Sjerps Jellema en IJntje Douwes Visser. 30-10-1830, 11. Door Esger Sjerps wordt bezwaar gemaakt tegen de wijze van omslag. B. en W. verzoeken hem echter deze functie in het algemeen belang te aanvaar den. 2-11-1830, 8. Door B. en W. benoemd tot gecommitteerde tot het onderhoud van het voetpad op de Oldegalileen, in plaats van E.S. Jellema, overleden: Evert Kemper. 31-3-1832, 20. Verzoek van Joseph van Lingen, die voor 1827 is aangeslagen voor 20,en thans wederom voor 15,tot het onderhoud van het voetpad op Oldegalileën, om vrijstelling van deze aanslag. Afgewezen. 9-2-1833, 16.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 73