139.
Wallen.
Algemeen.
Besloten Ontvanger aan te schrijven om van Heeren Notariën in te vor
deren de door hen verschuldigde en reeds ontvangen Walgelden.
21-10-1817, 5.
Aanbesteding van het verfwerk van leuningen en secreten door de stad.
Aangenomen door Wed. J. Hollander voor 365,R2-10-1820, 13.
Er werd reeds voor een eeuw geklaagd over het verval der straten en
wallen alhier. R6-11-1820.
(blz17, 13e re
gel van onderen)
Rapport, houdende opgave der defecte opgaande wallen.
In advies gehouden. 29-6-1822, 12.
Voor vernieuwing en herstelling van onderscheidene leuningen is
600,uitgetrokken. R19—10—1835, 2.
(blz. 138, 90. 6.
Verzoek door Ged. Staten om een onderzoek in te stellen naar het vor
deren van retributiën, etc. door particulieren voor schepen, die gebruik ma
ken van wallen of losplaatsen, en op te geven welke stedelijke gebruiken er
evt. in dit opzicht bestaan. 9-1-1841, 7.
Aan Ged. Staten wordt geantwoord, dat in deze stad geen plaatselijke
gebruiken bestaan, die de handel bemoeilijken, aangezien men veronderstelt,
dat kleine erkentenissen door schippers gegeven aan de dienstboden van de
eigenaars der wallen voor het schoonmaken van deze, hieronder niet vallen.
20-2-1841, 15.
Missive Gouverneur omtrent het nemen van maatregelen tegen de bescha
diging van de oevers der kusten. 15-8-1841, 3.
Leggers Wallen. Recht van Opslag.
Verzoek van Mevr. Sjewke Cats, Wed. Mr. J. Bieruma Oosting, dat de
wal, gelegen voor haar huis F 31 als algemene wal mag worden aangemerkt,
onder voorwaarde, dat dit zal komen ten laste der stad, of, indien dit
niet aannemelijk wordt geacht, op een afdoende wijze te voorzien, dat de wal
bovengenoemd onaangeroerd blijft.
In handen van O.P. Waller en G. van Wageningen gesteld. 31-12-1842, 21.
Door Raad provisioneel in advies gehouden, aangezien door B. en W. een
onderzoek wordt gedaan naar de opslag en onderhoud der wallen in algemene zin.
R6-4-184312.
Aangezien zich af en toe onaangenaamheden voordoen over het al dan
niet recht van opslag hebben op sommige wallen, die bij gebrek aan leggers
meestal niet kunnen worden beslecht, is door B. en W. besloten de staten,
door de Stads Archivaris opgemaakt uit gegevens in het archief, te zenden
aan de Directeur van Politie, met verzoek de op diens bureau aanwezige leg
ger daarmee bij te werken. Er kan dan worden nagegaan of er voldoende opsla
gen zijn, of dat het aantal van deze moet vermeerderd worden, en of dan de
kosten van onderhoud voor deze stad komen. 11-2-1843, 12.
Aanbieding door B. en W. van een door Directeur van Politie opgemaak
te lijst van straten, stegen, buurten en huizen binnen de wallen, voor welke
een opslag moet worden ingericht, benevens een missive van de Directeur van
Politie, daarop betrekking hebbende.
In handen Commissie: H. Bolman, Mr. J. Eekma, E. Lamoraal Baron Rengers.
R4-5-1843, 10.
Commissie prijst de nauwkeurigheid waarmee, naar gewoonte, de lijst door
de Directeur van Politie is opgemaakt: daarop komen voor de plaatsen, waar
een opslag is gelegen, en de onderhoudsplichtige panden. Het belang der inwo
ners vordert, dat aan ieder huis een geschikte plaats tot opslag wordt aan
gewezen, om twisten te voorkomen.
Alle panden moeten een opslag hebben zonder vergoeding.
De missive van Directeur van Politie is door de Commissie niet bestudeerd.
In advies gehouden en ter inzage der leden. R8-6-1843, 13.
Besloten op advies der Commissie bovengenoemd in het belang der in
gezetenen voor elk huis een geschikte plaats als opslag te bestemmen.
R20-7-1843, 16.