140.
Daarvoor is een Commissie benoemd (dezelfde die reeds hierover heeft
gerapporteerd), teneinde daartoe een plan uit te werken. R20-7-1843, 17.
Rapport van B. en W. aangaande de door hun ter voldoening aan het be
sluit van Ged. Staten herziene leggers van werken, waarvan het onderhoud en
de herstelling door meerdere personen moet worden gedragen.
Bij de ter visie legging zijn 2 reclames ingekomen:
a. Van J.S. Jellema, landbouwer te Lekkum, aangaande een pand op het Óuddeel
(Legger L 2)
b. Van Mr. G.N. Muiier c.s. alhier, aangaande de wallen in Ruiterskwartier en
Zaailand (Legger W)
Aangaande a. is gebleken, dat Tietjerksteradeel voor het geheel onderhouds
plichtig is voor de Dierschutting
Aangaande b. valt op te merken, dat de verplichting tot onderhoud sedert
1838 geregeld is door een correspondentie tussen de stad en de onderhouds
plichtigen.
Daar dient aan beide reclames te worden voldaan.
Besloten de leggers ter inzage van de leden te leggen. R14-12-1843, 3.
Besluit Ged. Staten aangaande de legger der Ee en die van de algemene
wallen en straten alhier. 1-3-1845, 8.
Rapport der Commissie aangaande de opslag voor de straten en huizen
binnen de wallen (R20-6-1843, 17.).
Allereerst acht de Commissie het van belang een oproeping te doen van de bij
de opslagen belang hebbende personen, om de bewijzen te krijgen.
Verzoeke machtiging hiertoe.
In advies gehouden tot volgende vergadering. R7-8-1845, 6.
Door Ged. Staten is bij herhaling verzocht om inzending van de legger
der algemene wallen, waaraan totdusver nog niet aan kan worden voldaan, daar
deze zaak nog niet is afgedaan.
Besloten Ged. te berichten, dat het vooralsnog onmogelijk is aan hun verzoek
te voldoen, terwijl het bovendien wil voorkomen, dat deze wallen of opslagen
niet vallen in de termen, bedoeld bij Ged. Staten. R4-9-1845, 4.
Rapport der Commissie tot het opmaken van de staat der wallen, opsla
gen, etc. in verband met de legger der wallen.
Ged. Staten verzoeken inzending voor uiterlijk 1-4-1845.
Commissie stelt voor de wallen voor stadsrekening te nemen: dit zal minder
omslachtig en tijdrovend zijn, en waarschijnlijk niet eens zo duur.
Er zijn 63 wallen, waarvan 6-8 ten laste der stad.
Het onderhoud wordt door Architect begroot op 250,per jaar. Wanneer een
wal eenmaal in orde is, behoeft er jarenlang niets aan gedaan te worden.
Bovendien verkeren de meeste wallen in goede staat.
Moet echter toch een legger worden opgemaakt, dan is de daartoe gestelde ter
mijn te kort.
Besloten het rapport 8 dagen ter inzage der leden te leggen. R4-12-1845, 21.
Op advies der Commissie is besloten al deze wallen, gelegen voor op-
straten en stegen, en geschikt voor algemene opslagen, voor rekening der stad
te nemen.
Aan Commissie is verzocht een publicatie te ontwerpen. R11—12—18452.
Aanbieding door Commissie van concept-publicatie.
In advies tot volgende vergadering, aangezien de staat der opslagen sedert
de eerste vergadering met enige is vermeerderd. R8-1-1846, 9.
Besloten overeenkomstig het voorstel der Commissie de wallen te ver
klaren tot algemene opslagen en de ingezetenen van het onderhoud te onthef
fen, de daartoe ontworpen publicatie goed te keuren en B. en W. de uitvoering
op te dragen. R5-2-1846, 7.
Bij het uitvoeren van dit besluit door B. en W. blijkt, dat daarin en
kele wijzigingen moeten aangebracht worden. B. en W. vragen daarover in over
leg met de Commissie, het oordeel van de Raad.
Bij Raad bestaat geen bezwaar. R4-6-1846, 9.
Besluit Ged. Staten aangaande de legger van de Ee, en die van de al
gemene wallen en straten alhier. 1-3-1845, 8.
Besluit Ged. Staten, van 25-8-1846, N8., waarbij op grond van het be
sluit dezerzijds, medegedeeld bij Missive dezerzijds 6-6-1846, N99/625, wordt
ingetrokken het besluit van Ged. Staten van 4-11-1845, N3., en B. en W. ont
slagen van het opmaken en inzenden van de Legger op het onderhoud der alge
mene wallen. R3-9-1846, 4.
Verzoek van Johannes Bekhuis, Mr. Timmerman, dat aan hem ten behoeve
der nieuw gebouwde woningen in de nieuwe aanleg achter het Zaailand het recht
van opslag mag worden toegestaan in de Stadsgracht, ten Westen der woningen.
In advies, met verzoek aan B. en W. aangaande deze zaak een voordracht te
doen, in 't belang der bewoners dezer panden en van die aan Zaailand en Rui
terskwartier.
B. en Wworden evenwel gemachtigd de vergunning inmiddels provisioneel toe
te staan. Rl-8-1850, 3.