14 1
Missive van L. van Noord, kastelein, Oosterkade alhier, aangaande de
opslag van goederen op zijn eigen wal aldaar.
Besloten deze zaak voor afgedaan te houden. 4-6-1851, 12.
Verzoek van Mr. Jan Daniël van der Plaats, notaris alhier, om de ste
nen wal voor zijn huis F 17 aan te wijzen als algemene opslag, en derhalve het
onderhoud voor rekening der gemeente te nemen..
In advies gehouden tot eventuele herziening van de staat der opslagen, aange
zien nu een tijdsverloop van 5 jaar na de regeling der vrije opslagen zich mis
schien meer veranderingen zullen voordoen. R4-9-1851, 9.
Ligplaatsen aan de Wallen.
Verzoek van Jurjen Hoekstein, koopman, om de mattenschipper Thomas
Thomassen met schip en negotie van voor zijn wal te verwijderen.
Door Burgemeesteren besloten schipper ligplaats in Ruiterskwartier aan te wij
zen. 16—3—1816, 1.
Besluit tot eventuele procesvoering aangaande het liggen van schepen
voor iemands wal. 31-5-1817, 7. 3.
Provisionele machtiging door Raad aan B. en W. om indien iemand zich
aangaande het liggen van schepen voor zijn wal zich tegen de order van B. en W.
mocht verzetten, deze in rechten te betrekken. R2-6-1817, 6b.
Voorstel door Feenstra tot revisie van het Reglement op de straten en
wallen van 6-10-1809.
In handen gesteld van Feenstra, Klomp en Fockema. Rl—12—18178.
Verzoek van Herke Jochems Hoekstra, logementhouder van het Bolswarder
Veerhuis, Schavernek, dat de schippers voor zijn wal liggende, mogen gelast
worden voor ieder afgaand schip aan hem 2 stuivers te betalen.
In advies gehouden. 12-7-1823, 9.
Verzoek van Wijger Smit, koopman in appelen, wonende bij Vijversbuurt al
hier, om met zijn schip aan de Noordkant der Tuinsterpoort voor 7 jaren lig
plaats te mogen hebben tegen 20,per jaar.
In handen marktmeester. 29-10-1836, 19.
Afgewezen, daar een dergelijk verzoek ook aan andere kooplieden is ge
weigerd, omdat dit zou strekken tot nadeel van derden. 5-11-1836, 20.
Klacht van J.R. Ruitenschild alhier, over de ligplaats voor zijn woning
K 177, en voor die van zijn moeder K 178, van 2 mattenschepen.
Verzoeke deze aan te zeggen van ligplaats te veranderen.
Besloten de Marktmeester te gelasten om een andere geschikte ligplaats aan te
wijzen, en toe te zien, dat de schepen daar ook werkelijk komen te liggen.
21-6-1842, 5.
Verzoek van W. Wortelaar om een kleine vergoeding voor het gebruik van
zijn wal door de beurtschippers van Ferwerd, of wel, dat aan deze een andere
ligplaats wordt aangewezen.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat momenteel aan het verzoek niet kan worden
voldaan, maar dat bij voorkomende gelegenheid hierop zal worden geattendeerd.
9-7-1842, 20.
Verzoek van Jan Catje, commissionair in aardappelen en tapper, Noord-
vliet M 1om vergunning aardappelen te lossen en te laden voor de wal van
zijn huis
Door B. en W. wordt geantwoord, dat dit verzoek in strijd is met de Verordening
van 6-12-1819 (Art. 13) en dat B. en W. daarin geen verandering kunnen bren
gen: derhalve afgewezen. 14-10-1843, 12.
Missive van B. en W. Amsterdam, in antwoord op Missive dezerzijds van
19-2-1849, N58/224, houdende verzoek om toezending van en mededeling aangaande
reglementen van ligplaatsen van schepen, opruiming van wrakken, en van onbe
kende vaartuigen, het heffen van leges- en kaaigelden, etc. 21-3-1849, 6.
Voorlopig rapport van Wethouder Zeper aangaande een opgedragen onder
zoek ter regeling der ligplaatsen der schepen.
Het is voorlopig nog niet mogelijk een bepaald voorstel te doen voor alle sche
pen, maar hij verzoekt daarom diligent te worden gehouden.
Voor de beurtschepen op Amsterdam, Rotterdam en Deventer wordt echter nu al
een betere los- en laadplaats voorgesteld.
Op grond daarvan is door B. en W. besloten:
a. Het vraagstuk der algemene ligplaatsen voor alle schepen voorlopig aan te
houden
b. Voorlopig als ligplaats aan te wijzen voor de beurtschepen:
Oosterkaai: 1. Amsterdam, in lading.
2. lossing.
4. Rotterdam lading.
2 t» tt tt