355
Toezending door Gouverneur van Missive van Min. van Binnenl. Zaken, aangaande
de indienststelling van de nieuwe Infirmerie zo spoedig mogelijk te bewerkstelligen,
ter opneming van z;ieke soldaten.
Provisioneel in advies gehouden. 29-5-1838, 4.
Verzoek Gouverneur om de voorwaarden mede te delen, waarop de Raad de nieu
we Garnizoens-Infirmerie 3 a 4 jaar in gebruik zal geven aan de Rechterlijke Macht.
Hiertoe in overleg treden met: P. Wierdsma, Jr. Speelman Wobma, J. van Leeuwen.
Door B. en W. gecommitteerd: J.H. van Boelens, aan wie de Architect ter beschikking
is gesteld voor het geven van inlichtingen. 9-6-1838, 3.
Behandeling van dit verzoek in de Raad.
Besloten is te berichten, dat het gebouw in gebruik kan worden gegeven tegen 1.600,
per jaar, buiten de kosten van inrichting, begroot op 5.000,
De huurders moeten bij het verlaten van het gebouw het onveranderd ontruimen.
R12-6-18382.
Antwoord Gouverneur op Missive dezerzijds 23-6-1838, N47/528, aangaande de
voorwaarde, waarop de Raad voor 3 a 4 jaar de nieuwe Garnizoens Infirmerie in gebruik
wil geven aan het Provinciaal Gerechtshof en Rechtbank.
Door Prov. Staten zijn de nodige gelden toegestaan. Daarom wordt verzocht de overdracht
te regelen.
Aan Architect opgedragen de zaak in orde te maken. 18-7-1838, 1.
Kosten van vertimmering der oude Garnizoensinfirmerie bedragen 1.326,19.
Te voldoen uit het Fonds voor Onvoorzien Uitgaven op Begroting 1838.
R2 1-2-1839, 23. 1.
Verzoek Majoor, belast met toezicht over de Garnizoens Infirmerie, om inlich
ting op de vraag, gedaan door Dep. van Oorlog, of er uitzicht bestaat, dat het nieu
we gebouw, thans tot Gerechtshof gebezigd, weldra ter beschikking der militaire auto
riteit zal worden gesteld.
In advies gehouden.
Aan Secretaris opgedragen een concept antwoord te ontwerpen, waarin de vertimmering
van 1838 tevens is vermeld. 8-8-1840, 8.
Missive Majoor, Commandant 2e Bat. 9e Reg. Inf., houdende klacht aangaande
de Garnizoens Infirmerie.
Verder informerende of er reeds begonnen is met de bouw van een Provinciaal Gerechts
hof, en zo niet, waarom niet, en of er dan geen ander gebouw voor de rechterlijke
macht geschikt is.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat, hoewel de toestand der Infirmerie niet zo slecht
is als de Commandant laat voorkomen, zij toch gaarne zagen, dat het gebouw kon worden
vrijgegeven door de rechterlijke macht.
Met een gebouw daarvoor is nog geen begin gemaakt: de reden hiervan is onbekend.
12-10-1841, 11.
Toezending door Gouverneur van ordonnantie van betaling ad 1.600,wegens
huur voor het tijdelijk gebruik voor Gerechtshof en Rechtbank van het door de stad
gebouwde nieuwe gebouw op de Wissesdwingerverschenen 1—10—1841
29-1-1842, 11.
Verzoek Majoor, belast met toezicht op de Garnizoens Infirmerie, om de ge
wone kwartaalsopgave aangaande de prijzen der consumptie artikelen voor de zieken
zalen voor 4-10-1842 te mogen ontvangen.
Hieraan zal voldaan worden. 1-10-1842, 8.
Op voorstel van Mrs. J. Eekma, N. Fockema, C.C.C. Warmolts, C.J. van der
Veen, en Jr. H.M. Speelman Wobma, is door Raad besloten, voor 1-1-1843 bij deur-
waardersexploit aan de Provincie de huur van de nieuwe Garnizoens Infirmerie, ge
bruikt wordende voor Provinciaal Gerechtshof en Rechtbank, op te zeggen om dat ge
bouw per 12-5-1844 te ontruimen en aan de stad ter vrije beschikking over te geven.
R8-12-1842, 10.
Goedkeuring van coscept exploit.
Uitvoering aan B. en W. opgedragen. R29-12-1842, 10.
Mededeling door Ged. Staten, dat de weder inhuring van het gebouw op de
Wissesdwinger K 332 (Kad. Sectie A824) op de gestelde voorwaarden voor de tijd van
3 jaar wordt aangenomen. 11-5-1844, 9.
Missive Generaal-Majoorbelast met het Provinciaal Commando van Vriesland,
Groningen en Drenthe, te Groningen, aangaande het onvoldoende van het thans in ge
bruik zijnde Infirmerielokaal, en het wenselijke, het nieuwe, reeds in 1838 gesticht
gebouw, daarom af te staan.
Beantwoord bij Missive dezerzijds 24-9-1844, N47/859. 24-9-1844, 6.
Verzoek Commandant 2e Bat. 4e Reg. Inf. om inlichtingen aangaande de tijd
van overdracht der Garnizoens Infirmerie.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat hiervan zelfs met enige waarschijnlijkheid geen
bericht kan worden gegeven. 16-9-1845, 11.