362.
Besluit Ged. Staten van 28-8-1827, aangaande het niet begraven van lijken
in kerken, benevens het aanleggen van nieuwe begraafplaatsen, etc.
In handen gesteld der Raads Commissie, benoemd bij Raadsbesluit R 9-4-1827, 12.
4-9-1827, 1.
Toezending door Ged. Staten van inlichtingen aangaande het aanleggen van
begraafplaatsen. 12-4-1828, 2.
Besluit Ged. Staten aangaande het aanleggen van nieuwe begraafplaatsen.
26-4-1828, 4.
Toezending door Ged. Staten van 2 missiven van de Administrateur van het
Binnenlands Bestuur, aangaande het aanleggen, beheer en instelling van nieuwe be
graafplaatsen. R19-5- 18282.
Toezending door Ged. Staten van inlichtingen omtrent het aanleggen en be
heer van begraafplaatsen, benevens het maken van verordeningen omtrent te betalen
rechten, die door Z.M. zullen moeten worden goedgekeurd.
Medegedeeld in Raad. 4-10-1828. 1.
Mededeling in Raad van het bovenstaande. R6-10-1828, 1.
Herinnering door Ged. Staten aan de bestaande bepalingen, dat de begraafplaat
sen door een stenen muur omringd moeten zijn. 3-1-1829, 2.
Toezending door Ged. Staten van K.B. 3-4-1829, N36, waarbij Ged. Staten zijn
gemachtigd tot het verlenen van vrijstelling van het ommuren der kerkhoven.
6-6-1829, 3.
Toezending door Ged. Staten van de door Z.M. nader vastgestelde bepalingen
omtrent het omheinen van begraafplaatsen. 28-7-1829, 1.
Mededeling door Ged. Staten van de opdracht aan hun College van de bevoegd
heid tot het geven van vergunningen tot het oprichten van gebouwen of putten te gra
ven op een afstand van minder dan 35 m. van de buiten de kom der gemeenten aange
legde begraafplaatsen. 29-8-1829, 3.
Besluit Ged. Staten aangaande de heffing van retributiën van gezindheden, die
afzonderlijke begraafplaatsen gebruiken, ten behoeve van de Algemene Burgerlijke Begraaf
plaats.
Is hier niet van toepassing: daarom negatief beantwoord. 7-11-1846, 7.
Oldehoofster Kerkhof.
Aangezien door de plaats gehad hebbende veranderingen het aantal begrafe
nissen op het Jacobijner Kerkhof sterk zal afnemen, en op het Oldehoofster Kerkhof
toenemen, is besloten door de doodgravers alle werkzaamheden gezamenlijk te doen
verrichten, en de inkomsten te delen.
Verder de baren te plaatsen in de Oldehove27-12-1823, 13.
Mededeling, dat alle eigenaren van graven op het Groot Kerkhof toestemmen in
het amoveren van deze, mits men hun nieuwe graven daarvoor geeft op het Oldehoofster
Kerkhof. 10-4-1824, 20.
Besloten om, in verband met de slechte toestand van het Oldehoofster Kerkhof,
hier langs de huizen een stenen voetpad aan te brengen. 7-6-1825, 9.
Besloten de aarde en zoden, welke thans van het Oldehoofster Kerkhof worden
afgegraven bij het in orde maken daarvan, af te staan aan Burgemeester T. Feenstra,
mits deze ze zelf doet afhalen. 15-11-1825 6.
In 1826 heeft een geheel nieuwe bevloering plaats gehad van de eene helft
van het Kerkhof.
Kosten hiervan 1.024,
Zand: f 701,79. R9-4-182711.
(blz64)
Naar aanleiding van het laatste gedeelte van het 2e lid van het besluit van
Ged. Staten 28-8-1827, N19., is door Raad besloten aan Z.M. te verzoeken voorlopig
de Begraafplaats bij de Oldehove als zodanig te mogen behouden. R1-10-I827, 1.
Besloten ingevolge Raadsbesluit R1-10-18271., aan Z.M. toestemming te ver
zoeken om de begraafplaats bij de Oldehove voorlopig te mogen behouden als zodanig.
Met adres. 2-10-1827, 4.
Mededeling dat nog geen antwoord is ontvangen op verzoek aan Z.M. om toestem-
ming de begraafplaats bij de Oldehove voorlopig te mogen behouden.
Besloten Ged. Staten uitstel te verzoeken van voldoening aan het besluit van 22-8-
1827, 19., totdat de beslissing van Z.M. is ingekomen. R10—12—1827, 22.
Een paar maal is voor het beplanten en in orde maken van het Oldehoofster
Kerkhof een bedrag uitgetrokken, maar dit is toen niet doorgegaan, doordat het be
drag ontoereikend was.
Thans is 2.000,voorgedragen. R7-11-1836 5
(blz. 208,'4.)